„Dubbelzinnig beleid hindert strijd tegen wietteelt”
Welke impact heeft ondermijnende criminaliteit, zoals wietteelt en xtc-productie, op de Nederlandse samenleving? Samen met collega’s buigt de Tilburgse wetenschapper prof. dr. Pieter Tops zich de komende jaren over die vraag.
Hier is iets grondig mis. Dat dacht prof. dr. Pieter Tops (1956), hoogleraar bestuurskunde aan Tilburg University, toen hij onlangs op een verjaardagspartijtje een gesprek over het opzetten van een wietplantage opving. „Heel open, zonder enige besmuiktheid of terughoudendheid, somden de verjaardagsgasten de voor- en nadelen van een hennepkwekerij op. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is”, blikt Tops in zijn woning in Tilburg terug.
De avond voor het interview met deze krant heeft hij een gesprek met de Turkse schrijfster Hülya Cigdem. Die publiceerde onlangs de roman ”De val van Mehmet”. Daarin wordt beschreven hoe Turkse families in Tilburg betrokken zijn bij wietteelt. „Zorgelijk is de vanzelfsprekendheid van de wietteelt. Cigdem vertelde me hoe ze door Turken werd benaderd met de vraag of ze op de zolder van haar nieuwe woning een wietplantage wilde opzetten. Geen kinderspullen op zolder dus, maar wietplanten. Het aflossen van schulden zou een stuk sneller gaan. De gedachte was: „Je bent gek als je zo’n wietplantage niet opzet. Wietteelt is niet helemaal legaal, maar iedereen houdt zich ermee bezig.” Bij veel mensen is nauwelijks nog morele terughoudendheid om zich in te laten met de hennepindustrie. Intussen kunnen mensen die uit die wereld willen stappen, te maken krijgen met intimidatie en bedreigingen.”
Gezwel
Het zijn dit soort ervaringen die Tops sterken in zijn overtuiging dat drugscriminaliteit diep is ingevreten in de Nederlandse samenleving. „Wietteelt- en handel zijn helaas geen verschijnsel in de marge. Het gezwel heeft zich midden in de samenleving genesteld. Het is een hardnekkig fenomeen.”
Eens te meer bleek dat toen onlangs bekend werd dat er in de regio Tilburg jaarlijks niet minder dan naar schatting 800 miljoen euro omgaat in de wiethandel, legt de wetenschapper uit. „In deze omgeving verdienen 2500 mensen hun brood met wiethandel. Ik viel van mijn stoel toen ik over deze cijfers hoorde. Het blijft uiteraard een schatting, want de wietindustrie houdt er nu eenmaal geen ordentelijke boekhouding op na.”
De afgelopen twee, drie jaar begon de hoogleraar bestuurskunde zijn blikveld te verleggen naar ondermijnende criminaliteit in Nederland. „In het verleden heb ik me veel beziggehouden met vragen rond bijvoorbeeld het dualisme in de gemeentepolitiek. Zeker een belangrijk onderwerp. Maar ik vind het tot mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid behoren nu ook onderzoek te doen naar ondermijnende criminaliteit.”
Recent kreeg Tops, die ook verbonden is aan de Politieacademie in Apeldoorn en daar voorheen lid was van het college van bestuur, groen licht voor een vijfjarig onderzoek naar de impact van ondermijnende criminaliteit op de samenleving. Andere wetenschappers die deelnemen aan het onderzoek zijn de Tilburgse hoogleraar criminologie prof. dr. Toine Spapens en prof. mr. dr. Stavros Zouridis, hoogleraar bestuurskunde aan eveneens Tilburg University. Financiers van het onderzoek zijn de Tilburgse universiteit en de taskforce Aanpak Georganiseerde Criminaliteit Zeeland-West-Brabant.
Gevoelig
De Tilburgse wetenschappers spitsen hun onderzoek toe op de impact van wietteelt, handel in harddrugs (zoals xtc) en het optreden van omstreden motorclubs zoals Hells Angels, Bandidos, No Surrender en Satudarah. „Het gaat om gevoelige onderwerpen. We zullen mensen bijvoorbeeld anonimiteit moeten garanderen.”
Wrang genoeg staat Nederland „onmiskenbaar” aan de top als het gaat om de productie van hard- en softdrugs. Dat staat voor Tops als een paal boven water. Hij heeft „sterke aanwijzingen” dat de productie van een synthetische drug als xtc in de lift zit. Signalen daarvoor zijn tal van recente vondsten van vaten met drugsafval, zegt hij. „Denk ook aan recent onderzoek naar de aanwezigheid van reststoffen van synthetische drugs in het rioolwater. Het blijkt dat een stad als Eindhoven in de Europese top staat wat betreft lozingen van die stoffen. Dat is een signaal dat er in die regio relatief veel laboratoria voor harddrugs zoals xtc en speed zijn.”
Aanslagen
Op tafel ligt een Duitstalig boek over de Hells Angels. „Duidelijk is dat sommige motorclubs een façade vormen waarachter criminele zaken gebeuren. Het is goed dat bijvoorbeeld de autoriteiten in Limburg onlangs stevig zijn opgetreden na de aanslagen”, zegt Tops, doelend op de aanslagen op woningen van leden van de omstreden motorclub Bandidos.
Toch is het zaak om niet alle motorrijders over één kam te scheren, waarschuwt hij. „Er zijn clubs waar niets mis mee is. Die bestaan uit mensen in stoere jacks die te goeder trouw zijn en alleen maar met hart en ziel met hun motor bezig zijn. Hen moet je niet tegen je in het harnas jagen. Van Otto Adang, mijn collega op de Politieacademie die onderzoek doet naar relschoppers, heb ik geleerd dat je onderscheid moet maken tussen voetbalsupporters. Er zijn er die uit zijn op rellen en gedoe, maar er zijn ook goedwillenden. Die moet je niet op één hoop gooien. Dat verhaal gaat ook op voor motorclubs.”
Het onderzoek van de komende jaren is van kwalitatieve en niet van kwantitatieve aard, zet Tops uiteen. „We gaan niet zozeer op zoek naar exacte cijfers. Wel willen we veel meer weten hoe processen werken. Neem de wietteelt. Wie zijn die 2500 mensen in Tilburg en omgeving die hun geld verdienen aan wiet? We willen politiedossiers bestuderen, maar spreken ook met huismeesters, wijkagenten. En mensen uit de wietindustrie zelf. Dat is nog niet zo eenvoudig, omdat er in die wereld een zwijgcultuur heerst. Ook willen we bijvoorbeeld weten wat kleding- en juwelierszaken ervan vinden dat ze voor hun omzet deels afhankelijk zijn van klanten die hun geld hebben verdiend met wietteelt.”
Elektriciens
De Tilburgse onderzoekers richten de schijnwerpers allereerst op de economische impact van ondermijnende criminaliteit op de samenleving, legt Tops uit. „Duidelijk is dat er in de drugshandel grote hoeveelheden geld worden verdiend. Eén hennepplant kan per jaar zes oogsten voortbrengen. Dat levert bij elkaar zo’n 1000 euro aan omzet op. Goudgeld dus.
Niet alleen wiettelers en producenten van xtc verdienen aan drugs. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld makelaars die panden ter beschikking stellen en daaraan verdienen. Verder kun je denken aan elektriciens die stroominstallaties voor wietplantages maken.”
In de tweede plaats onderzoeken Tops en de zijnen de sociale invloed van ondermijnende misdaad. „Op mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt oefent de handel in drugs extra aantrekkingskracht uit. Als je moet sappelen om de eindjes aan elkaar te knopen, kan het aantrekkelijk zijn je bezig te houden met drugshandel.
Van sociaal werkers willen we weten wat bijvoorbeeld hennepteelt doet met jongelui. Hoe reageren die als hun wordt voorgehouden dat ze in de wiet veel meer kunnen verdienen dan 4 euro per uur voor het vakkenvullen in de supermarkt? En wat doen die jongeren als een hennephandelaar hun een mooie scooter geeft als ze voor hem aan de slag gaan? Ik ken hartverscheurende verhalen van ouders die alles hebben geprobeerd om hun kinderen bij de wietteelt vandaan te houden.
We willen weten welke rol familieverbanden spelen in bijvoorbeeld de hennepindustrie. Bekend is dat in woonwagenmilieus nogal wat wietteelt voorkomt. Gaan criminele activiteiten over van vader op zoon? Dat zijn fenomenen waar we niet zo veel kennis over hebben. Wel weten we dat het beeld van hiërarchisch georganiseerde criminele organisaties, met een duidelijke leider aan de top, meestal niet klopt. Veel vaker zien we lossere criminele verbanden die met elkaar samenwerken op momenten dat ze dat nodig vinden.”
Woonwagenkamp
Ten derde willen de Tilburgse wetenschappers weten hoe autoriteiten in Nederland worden beïnvloed door ondermijnende criminaliteit. „Het komt voor dat gemeenten bij invallen op bijvoorbeeld een woonwagenkamp bewust agenten uit een andere stad inzetten. Om zo te voorkomen dat ambtenaren uit de buurt te maken krijgen met bedreigingen.
Ook burgemeesters worden geconfronteerd met intimidaties. Ik heb lange tijd geloofd dat dat wel meevalt, maar ben daarvan teruggekomen. We zullen alert moeten zijn op intimidatie van bestuurders. Ik zeg niet dat ze massaal met een pistool worden bedreigd. Maar er gebeuren wel verontrustende dingen. Ik weet van een burgemeester die wilde optreden tegen ondermijnende activiteiten in zijn gemeente; snel daarna kreeg hij te maken met vragen uit de gemeenteraad over zijn declaraties. Er waren vermoedelijk relaties tussen raadsleden en de personen tegen wie de acties van de burgemeester waren gericht. Het vragen naar declaraties is een buitengewoon effectief middel om de burgemeester onder druk te zetten. En dat terwijl er niets mis was met zijn declaraties. Gelukkig heeft de commissaris van de Koning het voor die burgemeester opgenomen.
We willen van burgemeesters weten wat de impact van intimidaties is. Hoe denken ze die in de toekomst te voorkomen? Op welke wijze willen ze een noodzakelijke open relatie met de burgers onderhouden? Het is goed dat studenten bestuurskunde tegenwoordig nadrukkelijk gewezen worden op het risico dat bestuurders en ambtenaren te maken kunnen krijgen met intimidatie en bedreigingen.”
„Dubbelzinnig beleid hindert strijd tegen wietteelt”
In de strijd tegen ondermijnende criminaliteit is het zaak dat autoriteiten de handen ineenslaan, betoogt de Tilburgse hoogleraar bestuurskunde prof. dr. Pieter Tops. Bijvoorbeeld als het gaat om het bestrijden van misdaad binnen motorclubs of het aanpakken van drugscriminaliteit. „Gemeente, politie, openbaar ministerie en Belastingdienst moeten samenwerken als het gaat om zaken zoals het intrekken van een vergunning of het verlenen van een uitkering.”
Belangrijk is verder dat autoriteiten maatschappelijke organisaties en burgers betrekken bij het gevecht tegen de misdaad, benadrukt Tops. „Autoriteiten moeten bijvoorbeeld contact houden met sportclubs en sportscholen. Die kunnen nuttige informatie hebben over verdachte figuren. Ook samenwerking met bijvoorbeeld woningbouwcorporaties is geboden. Huismeesters weten mogelijk in welke panden wietteelt plaatsvindt. Burgers moeten worden gestimuleerd om bijvoorbeeld Meld Misdaad Anoniem te bellen als ze in hun omgeving verdachte zaken signaleren.”
Nederland telt zo’n 30.000 wietplantages, er wordt jaarlijks voor tientallen miljoenen euro’s aan stroom gestolen. VVD-coryfee Bolkestein zei recent dat de politie de slag tegen de wietteelt heeft verloren. Is het dweilen met de kraan open? Tops: „De autoriteiten zullen de strijd op meerdere fronten moeten voeren. Blijf hennepkwekerijen ruimen. Maar pak bijvoorbeeld ook crimineel vermogen af. Zorg voor een betere informatiepositie, zodat je weet waar de drugs blijven. Intensiveer contacten met opsporingsdiensten in het buitenland. Verder heb ik geen bezwaar tegen het verhogen van de straffen voor wiethandelaren en -exporteurs.”
Groot struikelblok in de bestrijding van wietteelt is de „morele dubbelzinnigheid” in Nederland rond softdrugs, vindt de Tilburgse hoogleraar. „Het gebruik van softdrugs, in bijvoorbeeld coffeeshops, wordt gedoogd. De aanvoer naar de coffeeshop is officieel verboden. Verder mag je ongestraft een paar wietplanten kweken. Een stickie wordt op één lijn gesteld met een glas wijn. Dat alles creëert een zweem van normaliteit rond hennep. De drempel om in hennepteelt te stappen is bijzonder laag. Zonder opheffing van die dubbelzinnigheid zullen we de criminele hennepindustrie niet effectief kunnen bestrijden.”
Er resten twee keuzes, meent Tops. Legalisering van hennep óf een volledig verbod van teelt en gebruik van de softdrugs, inclusief het opdoeken van coffeeshops. Hoe staat hij daar zelf in? „Daar doe ik geen uitspraken over. Ik stel alleen vast dat het huidige gedoogbeleid de criminele hennepindustrie in de kaart speelt. Het probleem is dat er illegale economische en sociale machtsconcentraties zijn ontstaan. Het beeld, ook in het buitenland, is dat hier te veel ruimte is voor drugs.”
Meer drugsafval
Drugsafval is een groeiend probleem. Maandag nog werden er in het Brabantse Klundert 34 vaten met vermoedelijk honderden liters drugsafval gevonden. Vorig jaar werd er twee keer zo veel drugsafval gevonden als in 2012. In 2013 stuitte de politie 150 keer op een dumpplaats, het jaar daarvoor stond de teller op 69, zo blijkt uit door het ANP opgevraagde cijfers. Radiozender BNR meldde eind april dat de politie de eerste vier maanden van dit jaar zeventig meldingen kreeg over dumpingen van chemisch drugsafval.
Vooral in Noord-Brabant en Limburg wordt regelmatig gedumpt drugsafval gevonden, meestal in de natuur. Door een gewijzigde methode blijft er bij de productie van synthetische drugs zoals xtc en speed meer afval over.