Evert van de Veen helemaal weg van Hinsz in Harlingen
Hij is helemaal weg van het orgel van Hinsz in Harlingen. „Ik kende het niet, maar toen ik er voor het eerst op speelde, was ik direct verkocht.” Op z’n 50e maakte Evert van de Veen uit Voorthuizen zijn eerste barok-cd.
Gevraagd naar de drie mooiste orgels in Nederland, noemt Evert van de Veen als eerste het instrument in de Bovenkerk in Kampen, waar hij met Hemelvaartsdag nog een concert gaf. Als tweede het Bätzorgel in de lutherse kerk in Den Haag. En als derde? „Ja, toch Harlingen. De Dulciaan van het rugwerk bijvoorbeeld: zó mooi. De Mixtuur van het hoofdwerk, de Bazuin van het pedaal: fantastisch.”
Het orgel is in 2011 gereconstrueerd naar de oorspronkelijke situatie in 1776. „Dat heeft Flentrop heel mooi gedaan. Het instrument heeft een gigantische uitstraling. Het vormt ook een mooie eenheid met de kerk. Je hoort de Hinsz van Kampen erin terug. Of Bolsward, als je het bovenwerk daar wegdenkt. Toen ik het met opnametechnicus Jan Quintus Zwart had over mijn wens om een cd met barokmuziek te maken, kwam hij met de suggestie van Harlingen. Ik ben er toen een keer wezen spelen, en was direct verkocht.”
Zo ontstond de nieuwste cd van de Voorthuizense musicus, waarop hij werken speelt van Böhm, Gerber, Bach, Walther, Buxtehude, Kellner, Kittel, Telemann, Händel en Homilius. „Een paar stukken, zoals het concerto van Gerber, het preludium van Kittel en de sonate van Telemann, vind je eigenlijk nergens op cd. Het is allemaal muziek uit Noord- en Midden-Duitsland. Alleen het concerto van Händel valt wat uit de toon, maar die componist is ook in Duitsland geboren.”
Bach
Het is voor het eerst dat Van de Veen (50) een cd met uitsluitend barokmuziek inspeelde. Eerder maakte hij veertien solo-cd’s in onder andere Hasselt, Bolsward, Tholen, Kampen en Raalte met daarop een gemengd programma: barok, romantiek en koraalbewerkingen van zichzelf of anderen.
Bij de barokmuziek komt hij echter steeds weer terug. „Ik probeer altijd de ochtenden te studeren. Ik ben juist begonnen met de tweede Triosonate van Bach. Geweldig! Juist ook voor mijn nieuwste cd heb ik weer heel wat uren met dit repertoire doorgebracht. Met name de werken van Bach. Zo ontzettend boeiend. In oktober speel ik in de Oude Kerk van Barneveld een programma met uitsluitend Bachwerken. Die muziek speel ik overigens al die jaren al op concerten. Ik mis dat weleens bij collega’s. In interviews zeggen ze dat Bach voor hen het hoogtepunt is, maar op hun concertprogramma’s zie ik dat weinig terug. Er wordt mijns inziens te vaak commercieel in plaats van muzikaal gedacht. Ik heb daarin, denk ik, wel een ontwikkeling doorgemaakt. Dertig jaar geleden zou ik zo’n cd niet gemaakt hebben. Het liefst zou ik nog eens een Bach-cd opnemen, bijvoorbeeld in Zutphen of in de Der Aa-kerk in Groningen.”
Als hij barokmuziek speelt, wie is dan zijn voorbeeld? Van de Veen: „Ik heb jarenlang les gehad van John Propitius. Bij hem speelde ik Bach, Franse romantiek, koraalbewerkingen. Hij heeft me klaargestoomd voor het conservatorium in Utrecht. Daar kreeg ik les bij Theo Teunissen. Dat was best een grote overgang. Hoewel, tijdens een lunchpauzeconcert heb ik weleens Psalm 24 van Cor Kee gespeeld. En bij m’n afstuderen stond de eerste sonate van Guilmant op het programma. Maar het accent lag toch op de barokmuziek.”
Hij zegt veel van Teunissen te hebben geleerd. „Nog steeds als ik barokmuziek studeer, voel ik hem als het ware achter me staan. Hij was een heel goede pedagoog, kon beeldend uitleggen. Ik herinner me hoe ik de Introduction und passacaglia in d-Moll van Reger moest spelen. Bij de arpeggio’s die daarin voorkomen, zei Teunissen: Dat moet je spelen alsof je staat te kotsen. Zoiets vergeet je nooit meer.”
Welke Bachvertolkers hij waardeert? Bij Bram Beekman knikt hij instemmend. Bij Ton Koopman schudt hij van nee. „Dat is me te mechanisch, te snel.” De kast gaat open. Daar staat een hele rij langspeelplaten. „Ik heb alle orgelwerken van Bach gespeeld door Ewald Kooiman op lp. Daar heb ik veel naar geluisterd. Het is soms grandioos wat hij doet. De grote D-Dur heb ik nog nooit iemand zo mooi horen spelen.”
Ook Klaas Jan Mulder noemt hij. „Mijn ouders namen me mee naar diens concerten. Zijn persoon heeft me altijd geboeid. Uiterst bescheiden, maar een fantastische speler. Als het om Bach gaat: die muziek speelde hij vrij clean. Dat spreekt me aan. Meer dan de manier waarop Feike Asma het deed: wat mij betreft te grof.”
Uiteindelijk moet je deze muziek spelen zoals je het zelf mooi vindt, zegt Van de Veen. „Waar voel je je prettig bij? Sommigen gaan wat mij betreft te overdreven om met de agogiek in deze muziek. Anderen zijn te veel met de regeltjes bezig; dan wordt het me te ingehouden. Het gaat erom dat het mooi klinkt. Bij het Allegro uit het concerto van Händel op mijn cd maak ik bewust gebruik van alle tongwerken. Omdat die Dulciaan zó mooi is. Of dat verantwoord is, vind ik dan niet belangrijk.”
Psalmen
Al bijna 35 jaar is Van de Veen organist in de gereformeerde kerk van Voorthuizen. „Ik was net 16 geworden. Op nieuwjaarsochtend was er geen organist. Of er iemand was die kon spelen? Mijn vader stootte me aan en toen heb ik begeleid. Een paar maanden later werd ik benoemd.”
Aanvankelijk stond er een elektropneumatisch instrument in de kerk. „Nu lach je daarom. Maar de speeltafel stond op de grond, waardoor je de organist bezig kon zien. Dat maakte indruk op mij als jochie. Zo is de liefde voor het orgel ontstaan.”
In 1998 kreeg de kerk een nieuw orgel gebouwd door Hendriksen & Reitsma. Van de Veen is zichtbaar nog steeds in zijn nopjes met het tweeklaviers instrument. „Het is heel geschikt voor samenzangbegeleiding. Maar ook om een breed repertoire uit de orgelliteratuur op te spelen.” Iedere zomer organiseert de orgelcommissie een concertserie waarin behalve Van de Veen organisten zoals Everhard Zwart, Jaap Zwart, Gerwin van der Plaats en Herman van Vliet spelen.
Het begeleiden van de gemeentezang noemt Van de Veen het mooiste aspect van zijn vak. „Op zondagmorgen zitten hier soms 850 mensen. En ze zingen goed. Dat is een feest om te begeleiden.”
Hij houdt van „een goede preek en goede liederen.” Onlangs is het nieuwste Liedboek in zijn gemeente geïntroduceerd. „Ik heb het helemaal doorgespit op teksten en zingbaarheid. Dat heb ik ooit met de Evangelische Liedbundel ook gedaan. Uiteindelijk leverde het nieuwe Liedboek qua nieuwe gezangen niet zo heel veel op. We hebben hier gelukkig geen cantorij, dus een deel valt al af.”
De psalmen komen wat Van de Veen betreft in Voorthuizen te weinig meer aan bod. „Maar ik speel sinds kort ook in de verschillende kerken van hervormd Putten. Daar worden nog uitsluitend psalmen gezongen. Daar kan ik wat dat betreft m’n hart ophalen.”
Meer informatie: www.evertvandeveen.nl