Opvolger F-16 duurder dan Deltawerken
Dat het huidige vaderlandse gevechtstoestel oud is, zal niemand ontkennen. De eerste F-16 kwam in juni 1979 bij de Koninklijke Luchtmacht in dienst. De luchtmacht kocht er 213, die in de jaren zeventig en tachtig werden afgeleverd. Totale prijs: 3,9 miljard euro.
Na zogenaamde vredesverliezen en bezuinigingen beschikt de luchtmacht nu nog over 137 toestellen. Hiervan zijn er 108, verdeeld over zes squadrons, operationeel ter beschikking van de NAVO. Deze F-16’s zijn in de afgelopen jaren uitgebreid en gemoderniseerd in het kader van het ”midlife update-project”. Desondanks komt er een moment waarop het toestel dient te worden vervangen. De regeringsplannen voorzien in een vervanging van het toestel vanaf 2010.
De toenmalige staatssecretaris van Defensie, Gmelich Meijling, zette in 1996 de eerste stap voor de opvolging van de F-16. Hij informeerde de Tweede Kamer dat Nederland zou deelnemen aan een voorstudie van de Joint Strike Fighter, een nieuw Amerikaans concept voor een geavanceerd gevechtsvliegtuig.
Gmelich werd gaandeweg een grote fan van de JSF. Met enige regelmaat stak hij met ’zijn’ Gulfstream de Atlantische Oceaan over om bij te praten met „mijn Amerikaanse vrienden.” Naar verluidt zat er in het dossier ”Opvolging F-16”, dat hij bij het aantreden van het tweede kabinet-Kok overdroeg aan zijn partijgenoot Van Hoof, een briefje met alleen de tekst: „Opvolger F-16: JSF!”
Eind jaren negentig overtuigde Defensie de Tweede Kamer ervan dat de jager in de periode 2010 tot 2025 vervangen moest worden door een nieuw toestel, waarmee een bedrag is gemoeid van zo’n 5,5 miljard euro. Een enorme hoop geld, waarmee het project duurder is dan de Deltawerken of de Betuwelijn.
De ogen zijn vooral gericht op het nieuwe Amerikaanse toestel, dat in concurrentie wordt ontwikkeld door de Amerikaanse vliegtuigbouwers Boeing en Lockheed Martin. Nederlandse industriële betrokkenheid bij de bouw van een nieuw en geavanceerd toestel kan de levensvatbaarheid van de bedrijven die toeleveren aan de luchtvaartindustrie sterk verbeteren.
Eind vorig jaar besloot de Amerikaanse regering in zee te gaan met het JSF-ontwerp van Lockheed Martin. Het bedrijf rekent erop voor de Amerikaanse krijgsmachtonderdelen 3000 toestellen te mogen bouwen en hoopt in het buitenland nog eens 1500 kisten af te kunnen zetten. De Nederlandse bedrijven in de luchtvaartsector is er daarom alles aan gelegen het kabinet aan te sporen ook deel te nemen aan de laatste fase van het ontwikkelingsproces. In deze fase, die in april van start gaat, wordt de JSF -door Lockheed F-35 genoemd- productierijp gemaakt. Het eerste productietoestel moet in 2008 van de band rollen.
Nederland wil aanvankelijk voor 5 procent aan deze fase deelnemen, maar dat blijkt in de uitwerking neer te komen op 1,15 miljard dollar. Dat vindt de politieke leiding van Defensie te gortig. Bovendien is in de Tweede Kamer het politieke klimaat ten gunste van de JSF aan het veranderen. Met de verkiezingen in het vooruitzicht is het moeilijk te verkopen miljardenbedragen uit te trekken voor subsidies aan het bedrijfsleven om mee te kunnen bouwen aan wapentuig.
Een tweede argument is de Europese solidariteit. Moet Nederland in een tijd dat de Europese Unie bezig is met de opbouw van een eigen defensie, niet nadrukkelijker kijken naar wat de Europese vliegtuigbouwers te bieden hebben?
Vanwege deze discussie nodigt staatssecretaris Van Hoof van Defensie medio 1999 ook andere bedrijven uit hun producten aan te prijzen. Op de luchtvaartshow in het Franse Le Bourget laat hij deze zomer weten dat er naast JSF nog twee serieuze kandidaten over zijn: de Rafale van het Franse Dassault en de Eurofighter Typhoon van de Europese vliegtuigbouwcombinatie EADS.
Uiteindelijk vormt alleen de Rafale een serieuze bedreiging voor de JSF, getuige een onderzoek van de luchtmacht. Het toestel krijgt een rapportcijfer van 6,95, tegen 6,97 voor de JSF. De Rafale is volgens Defensie met een geschatte stuksprijs van 59,5 miljoen euro rond 10 miljoen duurder dan zijn Amerikaanse concurrent. De industrie rekende het kabinet voor dat een keuze voor de JSF hun uiteindelijk een omzet op kan opleveren van tussen 8 en 10 miljard dollar, uitgaande van de bouw van 4500 jagers.