Salomon Duijtsch had een wonderlijke zwerftocht
Voor de derde maal werd dinsdag de Israëldag van het deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeenten gehouden. Een van de sprekers was de Roemeense predikant Leventhe Horvath.
Ds. Horvath is predikant van de Hongaarse Gereformeerde Kerk in Cluj-Napoca (Roemenië). Hij vertelde in Hardinxveld-Giessendam over de positie van de Joden in zijn land en gaf een overzicht van hun geschiedenis. In de zeventiende eeuw studeerden veel gereformeerde predikanten uit Roemenië in Nederland. Daar kwamen ze in aanraking met het gedachtegoed van de Nadere Reformatie, en dus ook met de verwachting die nadere reformatoren hadden voor Israël. Teruggekeerd in hun land, droegen ze dit over op hun landgenoten. Pas in de negentiende eeuw kwam de evangelisatie onder de Joden in Roemenië structureel op gang.
Ds. Horvath is zoon van een predikant die een bijzondere band had met het Joodse volk. Terwijl veel kerkleiders in de Tweede Wereldoorlog onverschillig waren, was stichting ”De Goede Herder” bezig met het redden van Joden uit handen van de nazi’s. Vanaf het laatste jaar van de oorlog tot vier jaar na de oorlog gaf de vader van ds. Horvath leiding aan het werk van De Goede Herder. „Velen mochten in deze tijd komen tot de zaligmakende kennis van Jezus Christus.”
Na de Tweede Wereldoorlog waren er 30.000 Joden overgebleven in Roemenië. Dat aantal liep door het communistische bewind nog verder terug. In 1977 waren er nog maar 8000 Joden, vooral oudere mensen, overlevenden van de holocaust. Toch spreekt ds. Horvath van een nieuwe uitdaging voor Roemeense christenen.
Zeven jaar geleden is de stichting van zijn vader, De Goede Herder, nieuw leven ingeblazen. De stichting werkt nu vooral onder verslaafden en alcoholisten. Maar, zei ds. Horvath, „de Heere heeft het zo bestuurd dat er ook Joden onder zijn. Er was een alcoholist, een Jood, die om hulp kwam. Hij zei nadrukkelijk atheïst te zijn. Maar na een paar dagen kwam hij tot de ontdekking dat er een grotere nood was dan zijn verslaving: de macht van de zonde. De man heeft barmhartigheid van God verkregen. Ook zijn vrouw, die onder invloed van occulte machten was, werd overtuigd door de Heilige Geest. Ze ging huilen over haar zonden en mocht komen tot de zaligheid.”
Ds. Horvath berichtte ook over een jonge predikant, zeer goed thuis in het Oude Testament, die in verschillende Roemeense synagogen contacten legt. „Hij praat met overlevenden van de holocaust, met nakomelingen, en vindt ingang onder hen. Hij is nu bezig met een onderzoeksproject om te kijken welke mensen de holocaust in Roemenië hebben overleefd. Ik heb fijne medewerkers en ben blij om te zien hoe ze voortdurend bezig zijn in de arbeid voor Gods Koninkrijk. Het lijkt wel of ze meer dan twee handen en twee voeten hebben.”
De predikant uit het voormalige Oostblok riep de ongeveer 900 aanwezigen op ook zo te werken, „en dan zouden onze handen en voeten als het ware met vleugels bedekt moeten zijn. Want het gaat niet over onze heerlijkheid, maar over Zijn heerlijkheid. Je linkerhand mag niet weten wat je rechterhand doet. Er is maar één Heere, en dat is Jezus Christus.”
Onder veel kerkmensen leeft nog een stuk antisemitisme, zei ds. Horvath, „of dat ze in elk geval geen schaamte voelen over het verleden en dat niet in berouw en boete onder ogen willen zien.”
In de middagpauze werden op het scherm beelden getoond uit Israël en Oekraïne. Daaruit bleek dat de laatste tijd veel reformatorische lectuur is vertaald en verspreid.
Deputaat ds. C. Neele gaf een levensschets van Christiaan Salomon Duijtsch, een Jood uit het Oost-Europa van de achttiende eeuw die tot het christelijk geloof kwam. Duijtsch studeerde ijverig in de talmoed en de Joodse geschriften. Hij probeerde zo goed mogelijk voor God te leven, het bleef echter zo leeg in zijn ziel, aldus ds. Neele. „Maar het was alsof het welbehagen Gods de hand op hem legde.”
Duijtsch hoorde kort achter elkaar een stem: Ga toch uit de duisternis. Later komt er een andere stem: U moet komen tot de levende Christus. „Toen voelde Duijtsch dat hij tot die Christus moest komen. Maar hoe moest dat? Dat wist hij niet.” Via wonderlijke omzwervingen kwam de rabbijn met het Nieuwe Testament in aanraking, en werd zo tot het christelijk geloof geleid. Later werd hij predikant in Nederland.
Lenette van der Slikke-Seip interviewde ds. C. Sonnevelt, secretaris van het deputaatschap, en de heer M. L. Dekker. Laatstgenoemde zal woensdag 28 januari vanuit de gereformeerde gemeente van Den Haag worden uitgezonden naar Israël. Dekker werkte acht jaar in de zending in Nigeria. Hij zei dat de Heere de nood van het Joodse volk op zijn hart had gebonden en bezwaren had weggenomen. Dekker zal zich in Nazareth vestigen.
Lenette vroeg ds. Sonnevelt naar de verwachtingen van het deputaatschap voor het werk onder de Joden en voor de nieuwe post. „Komt er een gereformeerde gemeente in Nazareth?” Ds. Sonnevelt: „Daar gaat het ten diepste niet om, hoe zou die in het Hebreeuws moeten heten? We hopen dat die waarheid waarin God op het hoogste wordt verheerlijkt en de mens op het diepst wordt vernederd, daar ook zal klinken, juist onder de gemengde bevolking van Joden en Arabieren. Dan mag onze verwachting van de Heere zijn. Zijn Woord zal niet ledig wederkeren, maar doen wat Hem behaagt.”
Ds. Sonnevelt, gevraagd naar de veiligheid in Israël in verband met de aanslagen, onderstreept dat een mens overal bewaard moet worden, in Nederland, in Amerika, in Israël. „Het gaat er maar om dat je weet op de weg van de Heere te zijn.”