Helpen in Syrië: alleen christenen of iedereen?
Terwijl het bloedvergieten in Syrië doorgaat, eist Irak de aandacht op. In beide landen zijn christenen kwetsbaar. Hoe zijn zij te helpen? Dat is lastig, bleek vrijdag. Deskundigen willen liever iederéén helpen – christen of niet.
Een lijst met 550 namen heeft de Syrisch-Orthodoxe Kerk in Nederland. Het zijn namen van ontheemde Syrisch-orthodoxe christenen die nu in bijvoorbeeld Zuidoost-Turkije bivakkeren. Alle 550 hebben ze familie in Nederland.
Aartsbisschop Polycarpus van de Syrisch-Orthodoxe Kerk in Nederland heeft de lijst onlangs aan staatssecretaris Teeven gegeven. Zijn verzoek: laat deze mensen tijdelijk toe in Nederland, zodat ze bij hun familie kunnen blijven totdat ze op een moment veilig terug kunnen keren.
De kans dat het ervan komt, lijkt niet groot. Sowieso is staatssecretaris Teeven niet zo happig op grote stromen extra asielzoekers, en daarnaast zal hij christenen geen voorkeursbehandeling willen geven, schat Tweede Kamerlid Omtzigt van het CDA in, wiens schoonfamilie een Syrisch-orthodoxe achtergrond heeft. „Teeven zal dit echt niet willen.”
Omtzigt was gisteren, net als aartsbisschop Polycarpus, een van de sprekers op een publieksbijeenkomst over kerkelijke hulpverlening in Syrië. De bijeenkomst had, in stijl, plaats in het St.-Ephremklooster van de Syrisch-orthodoxe gemeenschap in het Overijsselse Glane, op een steenworp afstand van de grens met Duitsland.
Dochters belaagd
Tijdens de bijeenkomst bleek keer op keer dat christelijke vluchtelingen uit Syrië het in veel gevallen extra lastig hebben, omdat ze zich vaak niet laten registreren in de grote opvangkampen van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Zo hebben van de lijst met 550 christelijke Syriërs zich hoogstens enkele tientallen laten registreren. Daardoor krijgen ze geen officiële vluchtelingenstatus en is het lastiger om door een eventueel buitenland te worden opgenomen.
De christenen hebben daar zo hun redenen voor: ze zijn bang dat ze geassocieerd worden met de Syrische oppositie, aldus een Syrisch-orthodoxe deelnemer gisteren. „Als die registratielijsten in handen van Assad vallen, kunnen ze niet meer terug.”
Ook speelt mee dat dochters van christelijke gezinnen soms belaagd zouden worden in de kampen, iets wat een op de bijeenkomst aanwezige woordvoerder van de UNHCR overigens niet kon bevestigen.
Veel gevluchte christenen kiezen liever voor een andere optie: onderdak zoeken bij geloofsgenoten. Kloosters en kerken in de grensstreek van Syrië zitten vol met vluchtelingen.
Hoe kunnen zij, en de mensen die achterbleven in Syrië, geholpen worden? Het is niet zo dat er geen christelijke hulp bestaat. Integendeel, grotere en kleinere initiatieven buitelen over elkaar.
Grotere projecten zijn bijvoorbeeld het rooms-katholieke Caritas en het protestantse Kerk in Actie, beide actief in Syrië en de buurlanden. Verder zijn er projecten als het Health Consortium, een organisatie die mobiele ziekenhuisjes naar steden als Homs en Damascus brengt. Onder meer Dorcas en Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten doen mee aan dat project. Daarnaast verleent vanuit reformatorische hoek onder andere stichting Ismaël hulp in Syrië.
Concessies
Maar er is nooit hulp genoeg: volgens Jelte van Wieren, hoofd humanitaire hulp en wederopbouw bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, is dit jaar zo’n 6,5 miljard nodig. Daarvan is nog geen derde toegezegd door de internationale gemeenschap. „De consequentie is dus helder: er zullen concessies gedaan moeten worden in de hulpverlening. Niet alles kan als er te weinig geld is.”
In die context kan het verleidelijk zijn voor kerkelijke hulporganisaties om alléén christenen te helpen, maar toch kiezen veel christelijke hulpverleners daar niet voor. „We hebben geen politieke of religieuze voorkeur; we zijn er om de mensen te helpen”, zei de Apeldoornse ondernemer en christen Rolof Mulder, die de mobiele ziekenhuiscontainers heeft bedacht.
Barmhartige Samaritaan
Zo denkt ook Samer Laham erover, die namens het Grieks-orthodoxe patriarchaat in Damascus de hulpverlening coördineert. „Je kunt je afvragen: Waarom maken wij als christenen zo veel mee? Syrië was voor christenen juist een veilige haven nadat ze uit Irak moesten vluchten. Maar God heeft ons daar geplaatst om het geloof te laten zien.”
Laham noemt humanitaire hulp „de spiegel van het geloof.” „Juist nu hebben we een grote rol te spelen. Juist nu kan de kerk laten zien wat de les is van de barmhartige Samaritaan.”
En regelmatig, tegen alle moeilijkheden in, levert dat vrede op. In elk geval in het hart, is de ervaring van hulpverlener Laham. „Geloof me. Soms voelen we aan het eind van de dag zelfs een zekere vreugde in ons hart. Dan hebben we in de moeilijke context van hulpverlening in Syrië Zijn Naam hoog kunnen houden.”