Geestelijke groei
Ezechiël 39:29
„En Ik zal Mijn aangezicht voor hen niet meer verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis Israëls zal hebben uitgegoten, spreekt de Heere Heere.”
Er zijn veel teksten die spreken over de grote groei van de christelijke kerk door het onmiddellijke werk van de Geest Gods. Daarmee bedoel ik niet dat de Geest buiten de genademiddelen werkt. Maar dat Hij door de middelen Zichzelf onmiddellijk voegt bij Zijn doel. Hierdoor is het dat al de werkingen van de Geest, hetzij in de bekering, hetzij in het opbouwen van het zielenleven, niet in de dienaren liggen, maar dat zij middelen zijn waardoor de Heere Zijn doel bereikt. Het ene volgt direct op het andere.
Veel teksten spreken van die grote groei van de kerk in heiligheid. Zodat die niet alleen zal uitbreiden in het uitwendige, maar ook met innerlijke heerlijkheid, glans, luister en liefde tot de waarheid. Dat is een veel schoner en aangenamer zaak voor hen die de belijdenis en de beoefening ervan oprecht beminnen dan hetgeen uitwendig is.
Ik denk dat dit in het bijzonder bedoeld wordt in bijvoorbeeld de teksten: „Maak u op, en word verlicht, want uw Licht komt en de heerlijkheid des Heeren gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de volken; doch over u zal de Heere opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. En de heidenen zullen tot uw licht gaan en koningen tot de glans die u is opgegaan” (Jesaja 60:1-3).
John Howe,
predikant te Torrington
(”De uitstorting van de Heilige Geest”, 1678)