Kerk & religie
Rijksuniversteit Groningen 400 jaar: Religie speelt geen rol meer

GRONINGEN. De op een na oudste universiteit van Nederland, de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), viert haar 400-jarig bestaan. Wat hebben 400 jaar theologie en godsdienstwetenschap opgeleverd voor de politieke en maatschappelijke context?

Van een medewerker
De academie van Groningen. beeld Sjaak Verboom
De academie van Groningen. beeld Sjaak Verboom

Dat was de vraag die maandag centraal stond tijdens het symposium ”400 jaar Groninger theologie in het publieke domein”. De bijeenkomst was georganiseerd door het Kerkhistorisch Gezelschap in samenwerking met de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen van de RUG.

Universiteitshoogleraar prof. dr. K. van Berkel, hoogleraar geschiedenis aan de RUG (Rudolf Agricolaleerstoel), gaf in een historisch overzicht de ontwikkeling van de faculteit weer. Volgens prof. Van Berkel is deze ontwikkeling te typeren als een secularisering van het kennisideaal. „Tijdens de oprichting van de faculteit, bedoeld om orthodox-gereformeerde predikanten in de noordelijke regio academisch te vormen, werd er wetenschap beoefend in het licht van Gods Woord. Dit zie je nog steeds terug in het logo van de universiteit, waarin de Latijnse afkorting staat afgebeeld van het psalmcitaat: „Het Woord des Heeren is een lamp voor onze voeten.” Vandaag speelt religie eigenlijk geen rol meer aan de universiteit.”

Verbond

Prof. Van Berkel liet zien hoe er tijdens de oprichting van de Groninger universiteit sprake was van een verbond tussen de staat, de academie en de kerk. Het kennisideaal was destijds de eer van God. De kerk en de staat hadden volgens de hoogleraar daarom groot belang bij orthodoxe predikanten, zodat hoogleraren ook ontslagen konden worden wanneer ze iets doceerden wat in strijd was met het orthodoxe gedachtegoed.

Halverwege de zeventiende eeuw ontstonden er onder invloed van de opkomst van de filosofie van René Descartes barstjes in dit verbond. In Groningen kwam er steeds meer ruimte voor afwijkende meningen.

In de tijd van de Bataafse Republiek (1795-1801) en in de Franse tijd (1801-1813) viel de verbinding tussen staat, academie en kerk helemaal uiteen. „De Fransen wilden theologie onderbrengen bij letteren en de theologen moesten hun bestaansrecht verdedigen. Ze deden dit door te wijzen op het belang van het christendom en van de theologie voor de maatschappelijk deugd. De eer van God werd ingeruild voor het opvoeden van de burgers.”

Vrijheid

Uiteindelijk ontstond er een universiteit met volledige academische vrijheid. De kerk had geen invloed meer op wat wel en wat niet gedoceerd mocht worden. Dit kwam mede door het optreden van Petrus Hofstede de Groot (1802-1886), predikant en hoogleraar te Groningen. Hij verzette zich fel tegen het benoemen van hoogleraren door de kerk.

Prof. Van Berkel noemt dit opvallend: „Het is uniek dat er in die tijd vanuit een bepaalde hoek van de Nederlandse Hervormde Kerk een onomwonden pleidooi komt voor vrijheid van wetenschap, omdat we met het beeld leven dat de academische vrijheid bevochten moest worden op de kerk. Hofstede de Groot was tegen inperking van deze vrijheid, omdat wetenschappelijke vrijheid de bron was van het protestantisme. Hij was van mening dat inperking op korte termijn soms wel beter lijkt, maar dat het op lange termijn altijd verlies oplevert.”

Naast dit historisch overzicht gaven verschillende godsdiensthistorici en historici een overzicht van de betekenis van de Groninger theologie in de afzonderlijke eeuwen. Volgens prof. dr. H. van den Belt, bijzonder hoogleraar gereformeerde godgeleerdheid, is de invloed van de faculteit op de Groninger context in de zeventiende eeuw gering. „Dit heeft te maken met het karakter van de orthodox-gereformeerde theologiebeoefening, die de eeuwige waarheden van God verkondigt.

Deze waarheden waren in Groningen dezelfde als in Genève en daardoor is er eigenlijk geen sprake van contextualisatie. Wel is het zo dat iemand als Gomarus van mening was dat de vrijheid aan de academie groter is dan in de kerk, dus hier zie je ook al een aanzet tot academische vrijheid.”

Armenzorg

Gastheer prof. dr. F. A. van Lieburg, bijzonder hoogleraar van het Nederlands protestantisme aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, concludeerde aan het einde van de dag dat de invloed van de Groninger theologie in de negentiende eeuw het grootst is geweest.

Door het werk van de eerdergenoemde hoogleraar Hofstede de Groot was er veel aandacht voor armenzorg en maatschappelijk werk. Zo stichtte hij een vrouwenvereniging ten behoeve van arme vrouwen, een toevluchtsoord voor meisjes en zetten hij zich in voor drankbestrijding.

In de overige bijdragen was er aandacht voor de invloed van het denken van Descartes in de achttiende eeuw en de godsdienstfenomenoloog Gerhardus van der Leeuw in de twintigste eeuw.


Rijksuniversiteit Groningen bestaat 400 jaar

Het thema voor het 400-jubileum van de Rijksuniversiteit Groningen wordt weergegeven door de cijfer-symboolcombinatie 4∞, wat in het Engels wordt uitgesproken als ”for infinity” (voor eeuwig). Hiermee laat de universiteit zien wat ze voor ogen heeft: voor altijd blijven bestaan en werken aan de toekomst. De festiviteiten, die duurden van 15 mei tot en met 15 juni, werden geopend door koning Willem-Alexander. In de afgelopen maand zijn er onder andere lezingen, exposities, sportevenementen en theatervoorstellingen georganiseerd. De feestelijkheden werden afgelopen zaterdag afgesloten met een feest in de binnenstad van Groningen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer