Mosul kent een grote christelijke gemeenschap, die de afgelopen jaren al fors onder druk stond door bedreigingen, moord en ontvoeringen. Lokale christenen vrezen dat de inname van Mosul het vertrek van de laatste nog aanwezige christenen in de stad markeert.

Sinds de inname van Mosul door de fundamentalistisch-islamitische groepering ISIS is een enorme vluchtelingenstroom op gang gekomen. Meer dan 150.000 van de 1,8 miljoen inwoners zijn op de vlucht geslagen. Onder hen zijn veel christenen. Bronnen van Open Doors spreken van minstens duizend gezinnen die hun stad hebben verlaten. Zij waren de laatste van een grote groep christenen die het gebied sinds de val van Saddam Hussein in 2003 ontvluchtten.

Christenen in de Iraakse provincie Ninevé vrezen voor de toekomst van de eeuwenoude christelijke minderheid in de regio. „Als dit zo doorgaat, zal er in Mosul heel snel geen christen meer over zijn”, aldus een hulpverlener ter plaatse. De weinige christenen die nog in Mosul achtergebleven zijn, vrezen voor hun veiligheid. Velen vluchten naar de Koerdische autonome regio, enkele tientallen kilometers ten noorden van Mosul. Zij vinden onderdak in kloosters en bij Assyrische christenen.

Mosul heeft zeer oude joods-christelijke wortels. De stad herbergt het graf van de profeet Jona, en in het nabijgelegen Al Kosh leefde de profeet Nahum.