Dat heeft een gevangenispsycholoog maandag gezegd bij zijn getuigenis in de rechtszaak tegen de kannibaal. Meiwes bekende eerder in maart 2001 een man op diens verzoek te hebben ontmand, gedood en deels opgegeten.

De 42-jarige computerexpert Meiwes heeft een persoonlijkheidsstoornis, een gebrek aan inlevingsvermogen en zelfbeheersing, maar moet als volledig gezond worden beschouwd, aldus gevangenispsycholoog Heinrich Wilmer, die Meiwes in de gevangenis in Kassel heeft onderzocht. Meiwes heeft wel psychotherapie nodig, maar hoeft niet in een psychiatrische inrichting te worden opgesloten, zei Wilmer. Op de vraag of er een kans bestaat dat Meiwes in herhaling zal vallen, durfde Wilmer geen antwoord te geven.

Wilmer zei dat de scheiding van Meiwes’ ouders, toen hij acht of negen jaar oud was, als een van de oorzaken van de daad moet worden beschouwd. Hij zou door de scheiding ernstig gekwetst zijn en met niemand meer een normale relatie hebben kunnen opbouwen. Volgens de psycholoog had Meiwes gezegd dat zijn vader van huis was weggereden zonder één keer in zijn achteruitkijkspiegel te kijken.

Meiwes staat terecht wegens moord, maar zijn advocaat zegt dat zijn cliënt hooguit veroordeeld kan worden wegens hulp bij zelfdoding, omdat hij op verzoek van het slachtoffer handelde. Op moord staat maximaal levenslang, op hulp bij zelfdoding maximaal vijf jaar cel. Duitsland heeft geen wetten tegen kannibalisme. De rechtszaak wordt 5 januari vervolgd.