Opinie

Arts moet complexiteit eerlijk duiden

Jan van Klinken heeft wel degelijk valse hoop gewekt, reageert Ben de Jong.

Ben de Jong
10 June 2014 09:55Gewijzigd op 15 November 2020 11:14
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Vorige week gaf ik een kritische beschouwing van de visie van Jan van Klinken op de behandeling van kanker (RD 3-6). In zijn reactie daarop (RD 5-6) beschrijft Van Klinken een tweetal patiënten die in een Duitse kliniek ogenschijnlijk succesvol zijn behandeld met een complementaire behandeling met hyperthermie, vitamines en kurkuma. Deze personen zullen vanzelfsprekend tevreden zijn over deze behandeling. Deze succesverhalen zijn echter wel de uitzondering op de regel. Dit wordt ook bevestigd door ds. Meijer en zorgverleners in de desbetreffende kliniek.

De artikelen daarentegen roepen valse verwachtingen op bij de lezers. Patiënten en familieleden krijgen het idee dat er door deze Duitse behandeling een reële kans op genezing bestaat. Dit terwijl ze in Nederland zijn „opgegeven.” Van Klinken lijkt het voorzichtig met mij eens te zijn dat zo’n kans er veelal niet lijkt te zijn. Desalniettemin is hij van mening dat levensverlenging en/of genezing wel opzienbarend is en oppert een „succespercentage” van 5 procent.

In afwezigheid van onderbouwende cijfers over het „succes” van deze kliniek lijkt dit mij meer een hopen en dromen dan de realiteit. Maar stel dat we toch meegaan in dit scenario. Van de twintig patiënten die dan worden onderworpen aan deze ingrijpende behandelingen zal er mogelijk één langer leven. Het omgekeerde kan echter ook. Misschien leven er van deze twintig behandelde patiënten ook twee of drie patiënten juist korter in vergelijking met patiënten die geen behandeling hebben ondergaan. De overige patiënten ondergaan de behandeling dan voor niets.

Verder moeten we behalve naar levensverlenging of -verkorting ook kijken naar de kwaliteit van leven. De twintig patiënten ondergaan de (forse) bijwerkingen van de behandelingen, leven tussen hoop en vrees en moeten meerdere malen heen en weer naar Duitsland. Een aantal is misschien zelfs opgenomen in het ziekenhuis vanwege complicaties van de behandelingen, zoals infecties. Kortom, de kwaliteit van leven zou weleens duidelijk slechter kunnen zijn.

Door de afwezigheid van resultaten over deze ingrijpende complementaire behandelingen is het effect onduidelijk. Eenzijdig de succesverhalen promoten en zwijgen over mogelijk ernstige gevolgen van deze behandelingen is dan ook absoluut onjuist.

Leefstijl

Verder heb ik gesteld dat de relatie tussen voeding en kanker vooralsnog onduidelijk is. Dit mede naar aanleiding van een recent gepubliceerd overzichtsartikel in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet. Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds (WKOF) zou volgens Van Klinken een andere opvatting zijn toegedaan en stellen dat er wel degelijk een duidelijke relatie bestaat tussen voeding en kanker. Dit naar aanleiding van de volgende zin op zijn website: „Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het risico op kanker met een derde verminderd kan worden door gezonde voeding en leefstijl.”

Zoals beschreven in mijn vorige artikel lijkt over het hoofd te worden gezien dat het de leefstijl is die het risico verlaagt. Dit wordt ook onderschreven in het rapport, waarop deze stelling is gebaseerd. Deze auteurs concluderen dat er op basis van de toen beschikbare onderzoeken geen eenduidige conclusie kan worden getrokken over de relatie tussen voeding en het risico op kanker. Eventuele effecten kunnen zowel een positieve als een negatieve invloed hebben op het ontstaan van kanker.

Ter verdere ondersteuning van zijn visie dat voeding er wel degelijk toe doet haalt hij een promotieonderzoek van Dorry Boll aan. Op basis van haar onderzoek is de conclusie dat er een relatie is tussen voeding en kanker onjuist. Die conclusie heb ik in een gesprek met Dorry Boll bevestigd gekregen. Daarbij heeft zij in een interview voor de Moerman Vereniging nadrukkelijk aangegeven dat er geen relatie is tussen voeding en kanker.

Complexiteit

De conclusies van Van Klinken doen dan ook geen recht aan de waarheid en aan de inspanning van de wetenschappers die onder andere aan het WKOF zijn verbonden. De lezers van het RD mogen verwachten dat het journalistieke werk de toets der kritiek kan doorstaan en aan de verwachtingen voldoet. Dat patiënten in goede conditie hun behandeling beter doorstaan is een open deur. Van Klinken zal zich echter wel moeten realiseren dat de geneeskunde vaak complexer is dan hij doet voorkomen. Binnen deze complexiteit kan hij het misschien beter aan professionals overlaten om vergaande en stellige uitspraken te doen over voeding, kanker en hyperthermie.

Patiënten en familieleden worden door de trant van schrijven en de inhoud van zijn artikelen op het verkeerde been gezet. Dit creëert wel degelijk valse hoop. Artsen die niet meegaan in zijn opvattingen worden onterecht afgeserveerd. Misschien is het juist goed om wat vaker met deze specialisten om de tafel te zitten en kennis te nemen van hun dagelijks werk. Dit om nieuwe verrassingen en ontreddering bij patiënten en hun dierbaren te voorkomen.

De auteur is internist in opleiding.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer