Petro Porosjenko, de nieuwe president die zaterdag werd geïnstalleerd, maakte zondag bekend dat er in Kiev dagelijkse onderhandelingen waren begonnen tussen Oekraïne, Rusland en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Hij zei dat het beraad ging over het versterken van de poreuze grens tussen Oekraïne en Rusland en ook dat ‘het vuur voor het einde van de week moet stoppen’.

Hoewel Porosjenko dagelijkse onderhandelingen beloofde totdat de crisis is opgelost, zei hij niet wat het beraad zondag had opgeleverd. Bij de besprekingen met de Zwitserse diplomate Heidi Tagliavini namens de OVSE waren ook de Russische ambassadeur in Kiev en de Oekraïense ambassadeur in Duitsland aanwezig.

Volgens de waarnemend minister van defensie van Oekraïne, Mychailo Koval, probeert Porosjenko het conflict ‘zo snel mogelijk’ te beëindigen. Rusland heeft Kiev herhaaldelijk gemaand zijn militaire operatie tegen de separatisten in het oosten te stoppen. Op zijn beurt beschuldigt Oekraïne Rusland ervan de spanningen te vergroten en de separatisten materieel te ondersteunen.

In Slovjansk werd maandag opnieuw gevochten, nadat zondag al een benzinestation, twee winkelcentra en twee appartementengebouwen door mortiergranaten waren getroffen. Tientallen burgers hielden het voor gezien en reden in volgepakte auto’s de stad uit. Ook vertrok een bus met achter de voorruit een bord met het woord ‘kinderen’ erop. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR meldde in mei al dat minstens tienduizend Oekraïners in eigen land op de vlucht waren geslagen, een aantal dat inmiddels zal zijn toegenomen. De Russische premier Dmitri Medvedev zei maandag dat zijn land hulp verstrekte aan vluchtelingen uit Oekraïne in Rusland, wier aantal hij eerder op vierduizend schatte. Bij de gevechten zijn volgens de Oekraïense regering tot nog toe zeker tweehonderd mensen om het leven gekomen.