Dat liet een woordvoerder van het Iraanse ministerie van Binnenlandse Zaken zaterdag weten. Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft zaterdag zijn mededeleven betuigd. In een verklaring stelde het ministerie dat Israël ondanks de vijandschap met het regime in Teheran „geen conflict heeft met het Iraanse volk.” Iran en Israël leven al jarenlang op gespannen voet met elkaar. De Iraanse regering waarschuwde Israël woensdag nog om geen aanval uit te voeren op Iraanse nucleaire installaties. Teheran liet weten dat het zo nodig een raket voor de middellange afstand tegen de Joodse staat zal inzetten.

De Iraanse weigering past in het plaatje van een land dat het vooral op eigen kracht wil doen. Zo heeft Teheran de internationale gemeenschap verzocht vooral medicijnen en hulpgoederen te sturen voor de slachtoffers van de aardbeving. Aan buitenlandse vrijwilligers is geen behoefte, zo zei de Iraanse minister van Volksgezondheid, Pezeshkian, zaterdag. „We hebben niet echt behoefte aan hen (buitenlandse vrijwilligers). We hebben heel veel vrijwilligers uit heel Iran. We hebben er in feite zo veel, dat we moeite hebben met de coördinatie”, aldus Pezeshkian. „Wat we vooral nodig hebben, zijn medicijnen en apparatuur, zoals ventilatoren en röntgenapparatuur.”

De Nationale Raad van Verzet in Iran, een van de belangrijkste oppositiegroepen die zijn bases had in Irak, heeft de Verenigde Naties opgeroepen toe te zien op de distributie van de hulp. Dit om te voorkomen dat Iraanse overheidsfunctionarissen en geestelijken de internationale hulp inpikken, zoals volgens de oppositiegroep eerder is gebeurd na aardbevingen.