Christelijke schippersbond hecht aan eigen identiteit
Ze voelen zich koning op hun schip. Maar binnenvaartondernemers hebben ook baat bij een sterke gezamenlijke spreekbuis. Daarom zoeken de brancheorganisaties elkaar op. Christelijke schippers proberen binnen de nieuwe koepel BLN de identiteit van hun eigen bond overeind te houden.
Schippersbond hecht aan identiteit
Maart 2012. Tijdens de jaarvergadering –traditioneel gehouden in het Hervormd Centrum in Hardinxveld-Giessendam– tekenen bestuursleden van de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart (CBOB) en de nog jonge BinnenvaartBrancheUnie (BBU) een samenwerkingsovereenkomst.
De CBOB, de grootste brancheorganisatie van binnenvaartschippers, brengt daarmee de niet-identitaire belangenbehartiging onder bij de BBU. Eerder traden de algemene (ONS) en rooms-katholieke (RKSB) bonden al toe tot BBU, evenals tientallen individuele schippers die eerder gebruikmaakten van de diensten van de stichting Kantoor Binnenvaart.
ONS en RKSB besloten zichzelf op te heffen. Dat gaat de CBOB-leden te ver. Een ondernemer heeft ook andere verantwoordelijkheden dan geld verdienen, luidt het in de uitnodiging voor de vergadering: „zaken als welzijn, arbeidsvreugde, je familie, tijd voor recreatie en bezinning maken je mens.” Het thema van de jaarvergadering onderstreept dat: Niet bij brood alleen. De CBOB besluit als zelfstandige vereniging te blijven bestaan.
Transitie
De handtekening in Hardinxveld is een belangrijke stap in de transitie in de binnenvaart. Dat proces, dat moet uitmonden in de vorming van een ketenbrede brancheorganisatie, begon in 2011. Toen stelde minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) een comité in, geleid door oud-metaalwerkgeversvoorman Arie Kraaijeveld, dat handen en voeten moest geven aan de adviezen van binnenvaartambassadeur Arie Verberk. Verberk had zich in 2010 gebogen over de gevolgen van de economische crisis in de binnenvaart. Hij concludeerde dat de binnenvaart zeker toekomst heeft: vervoer in zijn algemeenheid neemt toe, transport over water is goed voor het milieu en de vaarwegen bieden ruimte genoeg. Maar de sector profiteert daar te weinig van, vooral doordat die zo versnipperd is.
Van de 5000 schippers is slechts ongeveer de helft aangesloten bij een organisatie en die hebben daarbij een ruime keuze: er zijn organisaties van groot tot klein, sommige uitsluitend gericht op een bepaald type schepen. Bevrachters hebben hun eigen club, evenals de verladers. En dan is er ook nog de eerbiedwaardige vereniging Koninklijke Schuttevaer, die zich specifiek richt op nautisch-technische zaken en waarvan behalve binnenvaartondernemers ook watersporters lid zijn. Iedereen begrijpt dat het haast onmogelijk is om met zo’n palet aan belangengroepen uit één mond te spreken. En dat laatste is bittere noodzaak in crisistijd, waarin overcapaciteit de sector als een molensteen om de hals hangt, Rijkswaterstaat drastische bezuinigingen doorvoert en regelgeving steeds strenger wordt.
Stroomversnelling
Het transitiecomité baande uiteindelijk de weg voor de oprichting van Binnenvaart Logistiek Nederland (BLN) in september 2013. In november trad de BBU –en daarmee de CBOB– als eerste grote partner tot deze nieuwe ketenbrede organisatie toe. Daarna sloten tientallen individuele schippers zich aan bij BLN. De formele integratie van Koninklijke Schuttevaer zou tot eind volgend jaar op zich laten wachten maar lijkt na een recente bestuurscrisis in een stroomversnelling gekomen. Deze week spraken de leden van Schuttevaer tijdens hun jaarcongres hun steun uit voor het nieuwe bestuur met voorzitter Erik Schultz, dat snel wil aanhaken bij BLN. Overigens werken de bureauorganisaties al geruime tijd nauw met elkaar samen.
Om te voorkomen dat de aandacht voor identitaire zaken bij deze fusiegolf in het gedrang zou komen, stelde de CBOB ruim een jaar geleden de commissie-Drijfhout in, genoemd naar de oprichter van de CBOB. „Het gaat ons om de waarde van de C. Zoek eerst het Koninkrijk van God”, verklaarde CBOB-voorzitter Jan van Belzen destijds. Volgens Van Belzen –in het dagelijks leven SGP-burgemeester van Barendrecht– ontleent de CBOB zijn bestaansrecht aan het feit dat de bond altijd oog heeft gehad voor geestelijke zaken. „Wij doen aan toerusting en geven aandacht aan de geestelijke noden van onze schippers.”
Drijfhout
Voorzitter van de commissie-Drijfhout is varend ondernemer Jan Blonk, schipper van de Princess. De commissie heeft tot nu toe twee bezinningsbijeenkomsten voor schippers georganiseerd. De laatste ging vorige maand over de zondagsrust en trok enkele tientallen bezoekers. Onder de CBOB-leden bestaat op dat punt een enorme verscheidenheid, zegt Blonk. „Van gordijnen dicht tot zwembroek aan, zegt een van onze commissieleden weleens.”
Sommige schippers varen op zondag, anderen zullen dat nooit doen. Tot nu toe kunnen schippers als ze een vracht hebben aangenomen in Nederland en Duitsland –in tegenstelling tot in België– niet verplicht worden om op zondag te laden of te lossen. Maar Blonk sluit niet uit dat dit in de toekomst gaat veranderen. „Het is goed je daarop te bezinnen.”
Terwijl de commissie-Drijfhout zich toelegt op onderwerpen die direct de christelijke identiteit raken, wil de CBOB zich als zogenoemde ledengroep binnen BLN specifiek met sociaaleconomische aspecten bezighouden. De bond heeft veel ervaring op dit gebied en wil die ook ten dienste van andere BLN-leden benutten, zegt CBOB-vicevoorzitter Jan Kruisinga. Hij noemt de positie van gezinsbedrijven, onderhandelingen over los- en laadcondities en cao-onderhandelingen.
Ook bij zulke kwesties kan identiteit om de hoek komen kijken. „We maken ons bijvoorbeeld sterk voor leden die bewust minder dagen per jaar willen varen dan de 330 of zelfs 350 waar banken met hun financiering van uitgaan. Het moet mogelijk blijven om op zondag stil te liggen en voldoende aandacht aan je gezin te geven.”
Een ander voorbeeld is de beschikbaarheid van ligplaatsen. „In havens van Rijkswaterstaat mag je nu nog drie keer 24 uur blijven liggen. Dat is belangrijk voor schippers die niet op zondag willen varen. Wij zullen erop toezien dat die ruimte er blijft.”
Vaststaat volgens Kruisinga dat de CBOB binnen de brede BLN-samenwerking een organisatie wil blijven met „echte toegevoegde waarde” en een eigen gezicht. „Als je dat kwijtraakt, word je afgestraft, dan keren je leden je de rug toe. Dat heb je in de politiek bij het CDA gezien.”
Christelijke boeren zoeken elkaar op
Terwijl de protestants-christelijke schippers hun eigen belangenorganisatie bewust overeind houden, hebben de boeren die twintig jaar geleden prijs gegeven. Toch bezint een –vergrijzende– groep zich nog altijd met de Bijbel in de hand op ontwikkelingen in de landbouw.
Meer dan 75 jaar hadden de protestants-christelijke agrariërs hun eigen belangenorganisatie, de in 1918 opgerichte Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB). De bond was in zijn hoogtijdagen een instituut van naam, dat zich niet beperkte tot belangenbehartiging sec. De CBTB beheerde bijvoorbeeld een groot aantal landbouw- en huishoudscholen en had ook een eigen boekhoudkantoor, de voorloper van het huidige Alfa Accountants en Adviseurs. De boerenbonden hadden lange tijd veel invloed in de politiek en in ambtelijke kringen, het zogenoemde groene front. In 1994 nam de CBTB onder voorzitter Gerard Doornbos tot verrassing van agrarisch Nederland het initiatief tot verregaande samenwerking met de rooms-katholieke (KNBTB) en algemene (KNLC) boerenbonden. Dat resulteerde in het ontstaan van de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO-Nederland). De CBTB werd in 1995 opgeheven.
Binnen LTO zou een werkgroep zich bezighouden met identiteitsgevoelige kwesties. Toch dreigde het christelijke gedachtegoed in het gedrang te komen. Eind 1996 richtte een groep vroegere CBTB-leden, geleid door melkveehouder Johan van de Bor uit Kootwijkerbroek, een eigen werkgroep op, CBTB-Contact genoemd. „We willen redden wat er te redden valt”, liet Van de Bor destijds tegenover deze krant weten. CBTB-Contact wilde vooral bezinnend bezig zijn, de belangenbehartiging bleef een taak van LTO. In 2000 ging CBTB-Contact verder als onafhankelijke vereniging onder de naam Contact Christen Agrariërs (CCA).
CCA wil de agrarische sector van dienst zijn met het uitgangspunt dat vanuit de Bijbel woorden van God worden aangereikt, zo meldt de vereniging op haar website. Jaarlijks is er een contactdag en daarnaast zijn er regelmatig regionale bijeenkomsten. Op de agenda staan onderwerpen als Bijbels ondernemerschap, bedrijfsopvolging, duurzaam voedsel, genetische manipulatie, de waarde van het agrarisch gezinsbedrijf en kerken en landbouw.
Mannabijeenkomsten
Ook in kleiner verband zoeken de leden elkaar op, gewoon bij iemand in de huiskamer. Op deze zogeheten mannabijeenkomsten krijgen de boeren en boerinnen „brood voor het hart”, meldt een verslag op de website, „om onze reis in het leven aan de hand van de Bijbel te begeleiden en goede keuzes te maken tot eer van de Heere God en tot heil voor ons zelf, ons gezin en de samenleving.”
Vandaag heeft CCA een kleine 850 leden en donateurs, vertelt varkenshouder Jan Overeem uit Nijkerk, die sinds maart dit jaar voorzitter is. Het ledenbestand is behoorlijk vergrijsd. „Daar wil ik graag verandering in brengen. Ik ken veel jonge boeren die prima lid zouden kunnen worden”, zegt Overeem.
Volgens de voorzitter is het belangrijk om als ondernemer in de landbouw ook „gevoed te worden” uit de Bijbel. „Jongeren hebben dat wellicht nog meer nodig dan ouderen. Zij bouwen een bedrijf op in een tijd waarin de 24 uurseconomie oprukt, waarin gezinnen drukker worden en er soms niet eens tijd is om samen te eten. Jonge boeren moeten presteren. De bank zit hen op de hielen. Maar dag en nacht druk zijn is niet goed. Je moet ook tijd nemen om na te denken over levensvragen.”
Melk ophalen
Overeem merkt dat ook bij de CCA-achterban grenzen verschuiven, bijvoorbeeld als het gaat om de zondag. „Melk ophalen op zondag is hier in de omgeving lang tegengehouden. Nu zie je vrijwel overal de tankauto’s het erf op rijden. Maar bedenk wel dat er dan een ander voor jou moet werken. Voerfabrieken leveren op zondag nog niet uit, maar dat zou in de toekomst best eens kunnen gaan gebeuren. Wat doe je dan als ze bij jou aankloppen? Bestel je dan ook maar of zorg je dat je met je planning de zondag ontziet?”
Naast bezinning biedt CCA de leden praktische hulp. Dat varieert van een luisterend oor voor iemand die in gewetensnood is gekomen tot een adviesgesprek als het op een boerderij niet botert tussen vader en zoon. „We zijn 24 uur per dag bereikbaar en hebben eigen coaches beschikbaar. Vaak zijn dat voormalige boeren die met beide benen in de stront hebben gestaan en het klappen van de zweep kennen.”
Vanwege de duidelijk afgebakende taak is de verhouding tussen CCA en LTO goed. Overeem zelf is al lange tijd actief in de brancheorganisatie, tegenwoordig als bestuurder van de landelijke vakgroep varkenshouderij. Hij vindt het belangrijk dat de landbouw aan de samenleving laat zien waar ze mee bezig is. Zo is hij een van de gangmakers van het project Vallei boert bewust. Enkele tientallen boeren uit de omgeving van de Gelderse Vallei zetten hun deuren open voor het publiek. „Na de grote uitbraken van dierziekten eind jaren 90 gingen de stallen op slot. Maar ik heb niks te verbergen, iedereen mag hier op afspraak komen kijken. Ik ben ervan overtuigd dat we goed bezig zijn. Een boer hoort goed voor zijn dieren te zorgen, zeker een christelijke boer. Je bent rentmeester, je hebt alles hier te leen. Tegelijk mag je verantwoordelijk werk doen, omdat je bijdraagt aan de voedselvoorziening.”
Keuzes
Vindt Overeem het jammer dat de CBTB is opgeheven? „Jammer is niet het goede woord. Er komen steeds minder boeren en christenen zijn onder hen niet meer in de meerderheid. Dan moet je keuzes maken. LTO is een neutrale organisatie. Ik kan me voorstellen dat het LTO-beleid zou kunnen botsen met de overtuiging van christelijke boeren, maar ik kan er zo niet direct een voorbeeld van geven.”
Aan de christelijke schippers heeft hij wel een advies. „Houd een organisatie in de benen waar je kan spreken over je vak in relatie met je geloof. Bij een volledige fusie komt je identiteit in het gedrang. Houd elkaar vast. Samen zingen, bidden en luisteren naar de Bijbel. Dat hebben we als christenen nodig.”