Vakwerk op de vierkante millimeter
Gaatjes boren, kiezen trekken, bruggen bouwen, kronen plaatsen. Het werk van de tandarts is veelzijdig. Om het ambacht onder de knie te krijgen, moet de tandarts tijdens zijn opleiding veel oefenen. Eerst op plastic gebitten, daarna op echte. Nieuwe ’proefkonijnen’ zijn welkom. Voordeel: de tarieven liggen 25 procent lager dan bij de gewone tandarts. Nadeel: de behandeling duurt langer.
Parvin Alahbaksi -Iraanse en vierdejaarsstudente tandheelkunde- buigt zich geconcentreerd over haar patiënt. Ze is met een zenuwbehandeling bezig. Een ingrijpende klus. Met een pincet prikt ze kleine stokjes in de uitgeboorde kies. Af en toe werpt haar docent een blik in de geopende mond. Gaat alles nog volgens het boekje? De patiënt moet wel geduld hebben. Omdat Parvin alles wat zij doet moet laten keuren, duurt de ingrijpende behandeling nog langer dan normaal.
Parvin studeert tandheelkunde in Amsterdam en doet haar praktijkervaring op bij Acta in Almere. Acta is een samenwerkingsverband van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit en heeft behalve in Almere nog twee vestigingen: in Amsterdam zelf en in Den Haag. Die in Almere is de modernste. De ruime zaal telt 36 stoelen, compleet uitgerust met alle apparatuur van een echte tandarts. Elke week komen hier 63 studenten de theorie uit de collegebankjes oefenen in de praktijk.
Het overgrote deel van de patiënten komt op afspraak. Daarnaast zijn de studenten beschikbaar voor acute gevallen: mensen met pijnklachten. „Daar leren onze studenten veel van”, zegt Rinus Kersten, locatiemanager van Acta in Almere. „Het gaat vaak om mensen met een achterstand in hun gebitsonderhoud. Je moet dan heel goed afwegen wat je gaat doen. Boren en trekken kan altijd, maar heeft weinig zin als mensen daarna hun gebit weer laten verwaarlozen. Onze studenten moeten goed overleggen met de patiënt.”
Communicatie is volgens Kersten, zelf twintig jaar fulltime tandarts geweest, toch al veel belangrijker geworden. „Toen ik begon, was het: Ik zie wat, ik doe wat. Dan kon het bij wijze van spreken gebeuren dat de patiënt een rekening op de mat kreeg voor het zetten van een kroon terwijl hij daar zelf niets van wist. Tegenwoordig gaat alles in overleg. De patiënt beslist zelf wat er gebeurt. Het is zijn gebit.”
De eerste twee jaar van hun opleiding oefenen studenten tandheelkunde letterlijk op kunstgebitten: op tanden van plastic. „En op elkaar”, vult Kersten aan. „Behalve boren en trekken.” Vanaf het derde jaar gaan de studenten naar een klinische stageplaats. Dan begint het echte werk. De studenten krijgen levend materiaal onder handen. Alles wat ze doen, wordt nauwlettend in het oog gehouden door docenten. Die lopen langs, keuren, geven advies of grijpen zelfs in. „Dat is soms nodig”, geeft Kersten toe. „Er gaat wel eens iets mis. Net als bij de echte tandarts.”
Er zijn drie redenen te bedenken, aldus Kersten, waarom mensen zich laten behandelen door studenten in plaats van een afgestudeerde tandarts. „De tarieven liggen 25 procent lager, alles gebeurt stap voor stap met veel uitleg erbij en sommige patiënten willen daadwerkelijk iets bijdragen aan de opleiding van tandartsen; de idealisten.” Hoewel de uitgebreide uitleg veel tijd kost -„je moet hier als patiënt geen haast hebben”- wijst Kersten op een belangrijk voordeel. „Mensen die wat angstig zijn, hebben er baat bij. Ze horen veel meer over wat er gaat gebeuren dan bij de gewone tandarts.”
Acta zoekt nieuwe patiënten. Kersten, diplomatiek: „We hebben een overcapaciteit aan studenten. Het kost ons moeite ze allemaal zinvol bezig te houden.” Snijden in het aantal studenten doet hij liever niet. „Er dreigt toch al een tekort aan tandartsen. Per jaar studeren er een kleine 300 af. Dat is te weinig om aan de groeiende vraag naar gebitsverzorging te voldoen.”
Als Kersten aan de studenten vraagt waarom ze tandarts willen worden, dan hoort hij steevast hetzelfde: „Ik wil een vrij beroep, ik wil iets met mijn handen doen en ik wil met mensen omgaan.” Was tandarts voorheen een echt mannenberoep, tegenwoordig ziet de locatiemanager steeds meer meisjes instromen. „De verhouding is op dit moment fiftyfifty.”
Het beroep heeft twee kanten die soms lastig met elkaar te combineren zijn, zegt Kersten. „De tandarts is zorgverlener én zakenman. Het is verleidelijk snel te kiezen voor boren, trekken of een zenuwbehandeling, want dat levert geld op, maar vanuit je zorgprofessie gezien is dat niet altijd de beste oplossing.” Trots: „Tandartsen zijn hardwerkende ambachtslieden. Ze leveren vakwerk op de vierkante millimeter.”