De banengroei, die zich voordeed over de volle breedte van de economie, is wel wat sterker dan verwacht. Economen rekenden gemiddeld op een toename van de werkgelegenheid met 215.000 arbeidsplaatsen. Het cijfer over april is overigens licht neerwaarts herzien, van een eerder gemelde 288.000 banen. De werkloosheid bleef vorige maand stabiel op 6,3 procent van de beroepsbevolking.

Het aantal langdurig werklozen (een halfjaar of langer) bleef ongewijzigd op 3,4 miljoen. Dat komt neer op ruim een derde van het totale aantal mensen dat onvrijwillig zonder baan zit. Ook de participatiegraad, die aangeeft welk deel van de beroepsbevolking daadwerkelijk aan de slag is, bleef onveranderd op 62,8 procent.

Volgens econoom Teunis Brosens van ING is dankzij de banengroei in mei, de vierde op rij die boven de 200.000 uitkomt, wel een belangrijke mijlpaal bereikt. Het totale aantal banen is „eindelijk” terug op het niveau van voor de escalatie van de kredietcrisis en de daarop volgende economische neergang.

De „solide” werkgelegenheidscijfers zijn volgens Brosens „een beetje een opluchting”. De econoom wees daarbij op enkele tegenvallende cijfers over de arbeidsmarkt eerder deze week. Hij verwacht dat de Federal Reserve, de koepel van centrale banken, doorgaat met de afbouw van zijn stimuleringsprogramma.