Dr. Van den Belt over beleidsplan: HGJB moet bij Bron blijven bedelen
ZOETERMEER. Laat de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (HGJB) in de kwetsbare positie waarin zij zich bevindt, blijven bedelen bij de Bron. Dat zei dr. H. van den Belt donderdagavond in Zoetermeer.
In de Zoetermeerse Morgensterkerk had donderdagavond een symposium plaats over het nieuwe beleidsplan van de HGJB, ”Bron van leven”. Meer dan honderd mensen woonden het symposium bij.
Ds. W. van Vreeswijk, hervormd predikant van Rouveen-Staphorst, opende het symposium vanuit Psalm 84. Hij memoreerde hoe hij als jongere in de Morgensterkerk tot geloof was gekomen. „Hier is het voor mij een geheiligde plek. Door genade heb ik hier God leren kennen als een overvloedige Bron van al het goede. Dat past goed bij het thema ”Bron van leven”.”
Het beleidsplan is tot stand gekomen in samenspraak met mensen uit de achterban van de HGJB, lichtte Roel Boogaard, directeur van de HGJB, toe. „Jongeren groeien in het nu op. Daarom is de slogan geworden: ”Samen geloven in de kerk van nu”. Jongeren die positief voor kerk en geloof kiezen, worden in de media neergezet als ”neofundamentalist”. Dat zegt iets over de spanning waarin jongeren staan.”
Het beeld van een bron suggereert zowel rust als beweging, legde Diane Palm, medewerker van de HGJB, uit. „Bij rust hoort afhankelijkheid, bij beweging hoort navolging.” Zij gaf aan dat het beleidsplan als doel heeft jongeren te stimuleren om zich te verbinden met God als Bron van leven, en jongeren wil leren wat dat voor hun leven betekent.
De HGJB bevindt zich in een kwetsbare positie, stelde dr. H. van den Belt, hoogleraar gereformeerde godgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen, in een reflectie op het beleidsplan. Enerzijds leeft in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) de wens dat de HGJB samengaat met de Jeugdorganisatie Protestantse Kerk (JOP). Anderzijds is er het Hervormd Jeugdwerk, dat meer nadruk wil leggen op wedergeboorte en bekering. „Er zijn spanningen, kritiek. Dat is van alle tijden. Maar in het beleidsplan komt dat niet naar voren, dat is wel opmerkelijk.”
Dr. Van den Belt gaf aan voor verschillende punten uit het beleidsplan dankbaar te zijn. Die dankbaarheid betreft de wijze waarop in het beleidsplan de afhankelijkheid naar voren komt. „Afhankelijkheid staat niet tegenover vrijheid, maar is er juist de vervulling van.” In de keuze van twee woorden, afhankelijkheid en dankbaarheid, signaleerde hij een verlangen naar het zoeken van evenwicht tussen activisme en valse lijdelijkheid.
Van den Belt stelde ook „enkele vragen, die nadrukkelijk niet als kritiek zijn bedoeld. Zegt het beleidsplan niet te weinig over de wijze waarop de verbinding met God tot stand komt?” Verder wees hij op het gevaar dat afhankelijkheid en navolging als werkwoorden worden opgevat. „Laat de HGJB toch vooral blijven bedelen bij de Bron.”
Dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestante Kerk in Nederland, sprak in zijn reactie zijn blijdschap uit over de samenwerking tussen de HGJB en de JOP. Hij stelde in verband met geloven liever niet te spreken van leren maar van inwijden. „Inwijden is een langzaam proces.”