Binnenland

Op Urkerdag moet alles knap zitten

De kraplap nog een stukje innemen, het hulligje nog wat schikken. Vrouwen leggen deze week de laatste hand aan hun Urker goed. Ze maken zich op voor het weekend. Want op de zaterdag voor Pinksteren is het Urkerdag. Dan dragen in Urk zelfs baby’s klederdracht.

Neline Boogert
5 June 2014 17:32Gewijzigd op 15 November 2020 11:10
Marianne Hakvoort –voor de foto in het Urker– naait graag Urker klederdracht. Ze is één van de weinige vrouwen die de mutsen voor de vrouwen kan plooien. Dat levert haar heel wat werk op in aanloop naar Urkerdag, de zaterdag voor Pinksteren. Beeld Niek St
Marianne Hakvoort –voor de foto in het Urker– naait graag Urker klederdracht. Ze is één van de weinige vrouwen die de mutsen voor de vrouwen kan plooien. Dat levert haar heel wat werk op in aanloop naar Urkerdag, de zaterdag voor Pinksteren. Beeld Niek St

Het roodgestreepte baadje boven de zwarte broek, de kousen met gaatjes, het zwarte lapje om de nek. De Urker mannendracht is overbekend van de mannenkoren die gewoonlijk in klederdracht optreden.

Hoe de dracht van de vrouwen eruitziet, is veel minder algemeen bekend. Maar zaterdag lopen ook vrouwen en kinderen in „het Urker”, vertelt Marianne Hakvoort (67). Ze is al weken druk met de voorbereidingen.

„Vroeger dienden de Urker meisjes vaak in Hoorn, in het Westland of in Amsterdam”, aldus Hakvoort. „Ze hadden twee keer per jaar een week vrij: met Pinksteren en met Kerst. Nu is de zaterdag voor Pinksteren altijd nog een hele gezellige dag in Urk. Iedereen leeft ernaartoe. Er is een grote markt, er zijn overal spelletjes voor de kinderen en er wordt vis gerookt op straat. Ze spelen ook nog weleens na hoe de meisjes in de haven aankwamen met de boot.”

Ter voorbereiding op Urkerdag kwamen in de afgelopen maanden her en der naaiclubjes bij elkaar om klederdracht te maken en te verstellen. Gisteren was er een bijeenkomst waar ze konden leren het hulletje (de muts) goed op te zetten. „Het moet natuurlijk ook een beetje knap zitten”, aldus Hakvoort.

Haar moeder liep vroeger elke dag in het Urker, vertelt ze. „Ik was de enige in ons huisgezin die ervan hield. Als kind had ik ook een Urker pakje. Het liefst wilde ik het elke dag aan, maar dat mocht alleen op bijzondere dagen. Met Pasen, met Pinksteren, of als de meester of juf jarig was. Als m’n moeder er niet was, paste ik weleens stiekem haar kleren. Maar dat had ze altijd in de gaten.”

Nu hebben haar kinderen en kleinkinderen zelf een Urker pak. Genaaid door Hakvoort. „Als ik een kleurrijke stof zie op de markt neem ik een paar meter mee om kraplappen van te maken. Als ik een effen stof heb, borduur ik er een bloemetje op.” Dat kost wel veel tijd, want Hakvoort doet het allemaal met de hand.

Op de salontafel ligt een smartphone. In een zwart hoesje met een detail van roodgestreepte klederdrachtstof. „Die heb ik voor mijn kleinzoon gemaakt. Ik kan niet met van die telefoons omgaan.”

„Die stoffen, daar is nog wel goed aan te komen. Maar het kloskant voor de hulletjes is bijna niet te krijgen. Misschien hebben sommige Veluwse boerinnen nog wel wat op zolder liggen, maar hoe kom je daarachter?”

Als het kant smerig is, brengen mensen hun muts bij Hakvoort. „Dan maak ik hem weer netjes. Dit jaar heb ik er zestig gedaan in de aanloop naar Urkerdag.”

Het schoonmaken is een heel karwei. Eerst moet het kant op laag vuur weken in de Biotex. „Dan wordt de muts weer spierwit, ook het stuk dat normaal geel is. Vervolgens heb ik twee soorten stijfsel, gele en lichtblauwe. Dat doe ik erop met een tandenborstel. Het komt heel precies. En dan moet het kant opnieuw geplooid worden, met van die hele fijne plooitjes. Ik heb daar een machine voor. Kijk, deze twee onderdelen worden warm en dan moet het kant ertussendoor. Mijn schoonzuster moet me helpen met plooien: de één moet de muts eronder houden en de ander moet draaien.”

Het is altijd weer een spannend werkje, vindt Hakvoort. „Je hoeft een muts maar even te lang eronder te houden en hij is al bruin.”


Kleding met gebruiksaanwijzing leren naaien

Jacoba Kramer (46) is een van de vrouwen die een naaicursus geven in de aanloop naar Urkerdag. „Heel leuk om te doen. We komen vanaf september elke week bij elkaar met een groepje van zeven of acht.”

De vrouwen die bij Kramer naailes volgen, kunnen al naaien als ze binnenkomen. „Maar de Urker dracht is kleding met een gebruiksaanwijzing. Hier leren ze hoe ze die moeten maken en verstellen. Voor zichzelf, voor hun man, of voor hun kinderen.”

Het is volgens Kramer heel handig als iemand in de familie klederdracht kan naaien. „Als je het allemaal nieuw wilt kopen, is het heel duur. Zeker als je een stuk of zes kinders hebt rondlopen. Vorig jaar is er nog een jurkje ontworpen voor baby’s. Daar zit alleen maar een ritsje in, verder kun je het zo aantrekken.”

Zelf loopt Kramer zaterdag overigens niet in klederdracht. „Mijn hele gezin doet het, maar ik vind het allemaal veel te veel gedoe. Ik geniet er gewoon van dat de rest het aanheeft.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer