Begerig
Is er bij u geen begeerte naar Gods Woord en naar de sacramenten? O, lieve vrienden, geloof het toch en houd het voor waarheid. Hoezeer u zich ook wijs tracht te maken en zich opdringt dat u bekeerd en wedergeboren en een erfgenaam van het eeuwige leven bent, u bedriegt zich. U bent het niet, er is een leugen in uw rechterhand.Zo lang u geen ware trek en begeerte in uw ziel vindt naar Gods Woord en naar de sacramenten, bent u nog niet levendgemaakt uit de dood der zonden. U ligt nog midden in de dood. Wat verkeert u dan in een jammerlijke en gevaarlijke staat. Wanneer u nu eens ziek wordt, en gaat sterven, dan hebt u niets anders te wachten dan de eeuwige dood en het eindeloos verderf. Wat zal het een jammerlijke staat voor uw ziel zijn wanneer u eens bedenkt welke schone gelegenheden u gehad heeft. U heeft ze echter verwaarloosd. O, wat zal het u hard vallen wanneer u dit op uw sterfbed voor ogen komt.
Och, mocht u toch eens wijs worden om dit woord ter harte te nemen, om te bedenken wat tot uw eeuwige vrede dient. Mocht u van het verderf zoeken te vluchten voordat het te laat zal zijn, voordat de Heere het duister maakt. Er is nog een middel voor uw behoud. Wij bidden u, sta toch naar de zielsgesteldheid van de kamerling uit Morenland. Hij had een dorst naar het Woord en naar het sacrament. Wordt daar toch in waarheid begerig naar. De Heere wil het u schenken.
Franciscus Kuyper, predikant te Woudrichem, (De eersteling van Morenland, 1738)