Gedenksteen voor doopsgezinde martelaren in Utrecht
UTRECHT. Op de Neude in Utrecht is vorige maand, op initiatief van de plaatselijke doopsgezinde gemeente, een gedenksteen geplaatst „ter nagedachtenis aan de vele dopers die omwille van hun geloof vervolgd werden.”
Tussen 1534 en 1570 zijn er in Utrecht zeker 80 dopers veroordeeld, van wie er 43 werden geëxecuteerd. De anderen kregen een lichtere straf of, na het afzweren van het doopsgezinde geloof, gratie, aldus Angelique Hajenius. Zij beschreef de geschiedenis van de Utrechtse doopsgezinden in ”Dopers in de Domstad”.
Op de plaats van de gedenksteen werd op 10 juni 1562 de doopsgezinde martelaar Hendrick Eemkens terechtgesteld. Zijn naam staat op de gedenksteen vermeld, omdat zijn proces en executie het beste zijn gedocumenteerd, aldus Hajenius. „Van de verhoren die hij onderging zijn verslagen bewaard gebleven, vandaar dat hij als prototype voor de martelaren dient.”
Eemkens, een twintiger die als kleermaker de kost verdiende, kreeg de doodstraf omdat hij een verboden godsdienstoefening van wederdopers had bijgewoond, in Huis Cranesteyn aan de Oudegracht in Utrecht. De doodstraf werd voltrokken door met een bundel brandend stro een op de borst van Eemkens aangebracht zakje buskruit tot ontploffing te brengen. Het lichaam van de kleermaker werd daarna verbrand.
De bekende graficus Jan Luyken heeft de terechtstelling van Eemkens vastgelegd in een ets (zie illustratie) die is opgenomen in ”De Martelaersspiegel”, een boek dat in 1660 voor het eerst werd gepubliceerd onder de titel ”Het bloedig toneel, of Martelaersspiegel der Doops-Gesinde of Weerloose Christenen, die om ’t getuygenis van Jesus haren Salighmaker geleden hebben ende gedood zijn van Christi tijd af tot desen tijd toe.” Deze uitgave over doopsgezinde martelaren is nog altijd populair bij mennonitische gemeenschappen, zoals de amish in de Verenigde Staten. In 1745 werd het boek in het Duits vertaald (”Märtyrerspiegel”), later ook in het Engels (”Martyrs Mirror”).
De gedenksteen op de Neude in Utrecht van 50 bij 70 centimeter is voorzien van het opschrift ”Voor vrede en verdraagzaamheid”. Hajenius: „Doopsgezinden zijn van oorsprong pacifistisch ingesteld. Velen van hen waren dienstweigeraars. Verder kennen zij een grote mate van vrijheid in het geloven. Iedere doopsgezinde schrijft zijn eigen geloofsbelijdenis en wordt op die belijdenis gedoopt. De gedenksteen herinnert aan de doperse martelaren, maar is te midden van alle ellende en vervolging in de wereld van vandaag ook bedoeld als een teken van hoop en een bede om vrede en verdraagzaamheid in onze dagen.”
De doopsgezinde gemeente in Utrecht viert dit jaar het 375-jarig bestaan. Ze is in 1639 gesticht en komt sinds 1773 samen in een voormalige brouwerij aan de Oudegracht. Omdat in de achttiende eeuw het doopsgezinde geloof officieel niet was toegestaan maar wel werd getolereerd, heeft het kerkgebouw als voormalige schuilkerk het uiterlijk van een statig grachtenhuis. De jubilerende gemeente telt circa 150 leden en 50 vrienden. Kinderen zijn niet bij dit aantal inbegrepen. De gemeente heeft een streekfunctie.