De kerk als stad op een berg
Hoe kan de kerk in verbinding staan met de samenleving?
Je hoort het nogal eens: de kerk heeft een nieuwe ecclesiologie nodig, meer sociaal en contextueel. De huidige tijd vereist een kerk die naar buiten treedt en zich over de muren van haar eigen bestaan heen tilt. Zij is immers veel te weinig wervend en de genoegzaamheid die zij uitstraalt, stuit veel niet-christenen tegen de borst.
Het valt niet te ontkennen dat veel christenen zich in hun denominatie hebben teruggetrokken. Onder meer vanwege de minderheidspositie, het zoeken van hechtheid en bescherming bij elkaar en het zuiver willen houden van de waarheid. Dat ontevredenheid met deze situatie de vraag oproept naar een nieuwe ecclesiologie is te begrijpen. En dat er een verband bestaat tussen het kerk-zijn en het al of niet wervend zijn, valt ook niet te ontkennen. Toch is daarmee niet gezegd dat de gereformeerde ecclesiologie niet vitaal zou zijn. Haar christocentrisch uitgangspunt, haar aandacht voor het universele en bovenlokale karakter van de kerk en haar concentratie op de zuiverheid van de bediening van Woord, sacrament en de toepassing van tucht is voor elke situatie van belang.
Wel zijn er twee knelpunten die vragen om een kritische evaluatie. De eerste is de verbinding tussen kerk en samenleving. De inrichting van het kerkelijk leven is namelijk op allerlei manieren verbonden met de samenleving. Door de keuzes die de kerk maakt, interacteert zij met haar omgeving.
In het buitenland wordt dat sneller duidelijk. Bijvoorbeeld wanneer voor het verkrijgen van toestemming voor kerkbouw steun nodig is van bewoners in de desbetreffende wijk. In zo’n situatie zullen de lijnen van de ecclesiologie zich meer langs die van de gezins- en familiestructuren ontwikkelen en worden er veel laagdrempelige kerkdiensten aan huis gehouden.
Zonder dat er van de uitgangspunten van de gereformeerde ecclesiologie hoeft te worden afgeweken, heeft de kerk bij de inrichting van het kerkelijk leven de mogelijkheid mee te bewegen met de mogelijkheden en onmogelijkheden van de plaatselijke situatie. Zo kan een gemeente vanwege de koopzondagen besluiten tot verkoop van het kerkgebouw in het centrum van de stad en verhuizen naar een rustig gedeelte van het industrieterrein met veel parkeerterrein. Maar zij kan om die reden ook besluiten te blijven. En haar deuren op de koopzondagen langer open te zetten.
Er is nog een zaak die de aandacht vraagt. Gaandeweg, onder andere door de invloed van de moderne cultuur op de kerk en de secularisatie van het Westen, heeft een eenzijdig begrip over de roeping van de kerk postgevat. Het gezonden zijn in de wereld met de boodschap en betekenis van Christus en Zijn dood en opstanding en alles wat daarmee samenhangt, is ongemerkt overvleugeld geraakt door het functioneren van de gemeente zelf. Het kerkgebouw, de plaats van samenkomst dient dan als bruggenhoofd. Binnen is dan het uitgangspunt. En zo heeft zich daar de gedachte postgevat dat het binnen beter is dan buiten. Heiliger ook.
Buitenstaanders moeten bij het Woord gebracht worden en tot het Woord geleid worden. Toch lezen we vooral dat Gods gemeente gezonden wordt in deze wereld. Dat zij moet uitgaan. Als de beweging naar buiten ophoudt te bestaan, gaat er iets fout in de kerk. Dan loopt zij ernstig mank.
In verschillende Indonesische kerken is een sterk kritische houding ontwikkeld ten opzichte van de naar binnen gerichte beweging van de kerk. Zij hadden van Nederlandse zendelingen geleerd om vooral vanuit het ”heilige centrum”, vanuit het instituut te denken: missionaire en diaconale programma’s, niet op de onveilige plaatsen waar dreiging en onrust is, maar vanuit de veilige beslotenheid van de kerk. Daar heb je zelf de regie. En allen die weigeren deze drempel over te gaan of worden tegengehouden, sluit je feitelijk buiten. Armen die weigeren te komen omdat zij niet naar de Bijbel mogen of willen luisteren of bidden, krijgen geen brood en geen onderwijs. Zo wordt de voorwaarde geschapen én de afstand. Het is een manier van werken die botst met de moslimwereld, waar men eigenlijk net zo te werk gaat. Het blijkt een obstakel te zijn om anderen het ware Evangelie te verkondigen.
Hoe leert Christus het? Hij leert Zijn kinderen dat de dienaars- of discipelgestalte hoort bij de verkondiging van het Evangelie. Daarvoor moeten zij de legerplaats af. En dat is gezien de traditie van veel orthodoxe kerken een moeilijk iets. Daar is iets scheefgegroeid in de ecclesiologie. Feitelijk betekent het: geen christelijke voedselbank, maar meedoen met de seculiere voedselbank, geen christelijk loket WMO maar als christenen participeren in het WMO-loket van de gemeente, het bezoeken van eenzamen en zieken in niet-christelijke tehuizen, ook al mag je er misschien niet bidden en niet uit de Bijbel lezen.
Het is waar. Dan kan er om je heen gevloekt worden, dan kan met jou de spot worden gedreven. Dat is de ene kant, maar de andere kant is dat men niet onwetend is over wat christenen doen. Men hoort wat ze zeggen en kan zien wat Gods genade in hun leven vermag. Onverwachts kunnen er dan wonderen gebeuren en kunnen er nieuwe ‘kerkjes’ ontstaan, op de gang, bij de poort, in de eetzaal.
Wat gebeurt er als de verbindingen tussen kerk en samenleving op orde zijn? Het eerste is dat christenen dan leren strijden om Jezus Christus te verkondigen in deze wereld. De echte strijd wordt gevoerd op het open veld, oog in oog met de onwetendheid, desinteresse of vijandschap van de seculiere mens. Het tweede dat zij leren is de gebedsworsteling boven de Schrift. Zij zullen God nodig krijgen, anders is er geen beginnen aan. Ze hebben Zijn beloften nodig om niet ontmoedigd te raken. En Gods Geest is onmisbaar, want bekering is een Gódswerk. Wanneer moet je spreken en wanneer zwijgen? Voor echtheid is geen methode, geen techniek aan te wijzen. En dat maakt verlegen.
De Schrift wijst in de weg van het zaad de weg van de kerk. Waar sterven is, ontstaat nieuw leven. Waar geen sterven is, wordt het niet nieuw. Waar de kerk sterft aan haar eigen hoogmoed, wordt haar ecclesiologie als vanzelf sociaal en contextueel. Dan komt het wel goed met de verbindingen tussen kerk en samenleving.
Dr. J. H. van Doleweerd, missioloog en theologisch docent en werkzaam voor de Zending Gereformeerde Gemeenten in Indonesië. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl.
Leestips:
- E.G. Singgih, Menguak isolasi, menjalin relasi. Teologi Kristen dan Tantangan Dunia Postmodern. Jakarta: Gunung Mulia 2009
- S. Stoppel, ‘Jezus roept leerlingen, geen kerkmensen. Gedachten over discipelschap’, in: Soteria, 30e jrg, nummer 2, 4-14