Ds. Nwibo: Eensgezinde kerk nodig tegenover Boko Haram
WOUDENBERG. De bloedige aanslagen van Boko Haram spelen zich geheel buiten het werkterrein van de Nigeriaanse ds. Joseph Nwibo af, maar ze raken wel zijn hart. „Deze islamitische sekte is te sterk voor het leger en de politie en kan vaak ongehinderd zijn gang gaan. Maar als christenen zich met één stem tot de Nigeriaanse regering richten, is er een doorbraak te verwachten.”
Ds. Nwibo is predikant van de Nigeria Reformed Church (NRC), een zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten.
Joseph Nwibo werd geboren op 17 november 1970. Hoewel – zijn precieze geboortedatum weet hij niet. „Veel Nigerianen weten niet wanneer ze geboren zijn. Dat werd in het verleden vaak niet geregistreerd.”
Zijn ouders dienden de afgoden. „Mijn ouders waren erg arm”, zegt Nwibo in zijn logeerverblijf in Woudenberg. „Het was iedere dag moeilijk om te overleven. Ik was de oudste van zes kinderen. Mijn vader was boerenarbeider en had twee vrouwen. Bij de tweede vrouw kreeg hij vijf kinderen.”
Omdat zijn vader arm was, kon Joseph niet naar het voortgezet onderwijs. Hij ging werken op het land en droeg het geld af aan de familie. In 1982 kwam hij in aanraking met de kerk via medewerkers van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG). „Ik wilde graag naar de kerk gaan, maar mijn vader verbood het. Van hem moest ik de afgodsbeelden aanbidden en de geesten van de voorvaders. Na mijn overgang tot het christendom mocht ik niet meer thuiskomen en kwam ik daardoor buiten de gemeenschap van ons dorp terecht. Mijn moeder werd na een paar jaar ook christen. Ook zij werd door mijn vader weggestuurd, met mijn drie broers en twee zussen.”
Nwibo voelde zich geroepen om predikant te worden. Toen hij in 1991 de Bijbelsschool van de NRC afrondde, werd hij evangelist in Iboko en stichtte daar enkele gemeenten. In 1999 studeerde hij verder aan het Reformed Theological College of Nigeria. Nwibo werd in 2006 bevestigd als predikant. Momenteel is hij directeur van de kerkelijke administratie van de NRC en betrokken bij de hulp aan wezen en weduwen. „Voor deze groepen doet de regering niets. Overleven is voor hen moeilijk. We helpen wezen aan kleding en voedsel en zorgen ervoor dat zij toegang krijgen tot het onderwijs en de gezondheidszorg. Weduwen geven we te eten en verstrekken we een rentevrij krediet.”
Zelfstandig
De oorsprong van de NRC ligt in 1974. In 1988 werd de kerk zelfstandig. Ooit kende de ZGG een indrukwekkend zendingsteam in het zuidelijk gedeelte van Nigeria. Nu is er nog één zendingswerker werkzaam, consultant Dick Korpel, en binnenkort zal ook deze vertrekken. Is de NRC wel in staat om deze forse teruggang op te vangen? Ds. Nwibo vindt dat de kerk haar hand niet moet ophouden, maar werkelijk zelfstandig moet zijn. „De kerk leunt nog te veel op Nederland, terwijl het juist de opgave is om hier te wortelen en aansluiting te vinden bij de Afrikaanse cultuur. De kerk kan zichzelf gelukkig besturen, dank zij een synodale organisatie, maar op het punt van het financiële zelfbeheer en het zelfstandig verkondigen van het Evangelie schiet de kerk nog tekort en heeft zij ondersteuning nodig.”
Voorwaarde voor een werkelijke zelfstandigheid is dat de kerk besef heeft van haar eigen geestelijk eigendom. „Nigeriaanse christenen moeten het besef hebben dat het hún kerk is. Dat betekent dat zij zich ervan bewust moeten zijn dat zij zelf financieel verantwoordelijk zijn. De kerk heeft dit jaar besloten dat leden hun tienden moeten geven, maar het vergt nog veel inspanning om dat principe ingang te doen vinden.”
De financiële band met de ZGG wordt losser, maar steun wordt nog wel gegeven aan NRC-projecten op het terrein van theologisch onderwijs, evangelisatie, lectuur- en vrouwenwerk. „We hebben mensen nodig die helpen om toe te rusten. Iemand van buitenaf heeft in Nigeria meer gezag en vaak ook veel meer kennis om voorgangers te onderwijzen.”
Dat onderwijs is nodig om de dwalingen te weerleggen die de kerk in Afrika bedreigen. „Een van de gevaren die de kerk bedreigen, is de snelle groei van de pinksterkerken. Zij spelen met hun welvaartsevangelie in op de materiële en spirituele nood van Afrikanen. Gebedshuizen waarin voorgangers op commerciële wijze mensen van hun specifieke noden pretenderen te verlossen, schieten als paddenstoelen uit de grond.”
De NRC ondervindt vaak concurrentie van deze richting. „Het gebeurt regelmatig dat we leden aan deze kerken verliezen. We zijn een kleine kerk met 15.000 leden, vaak de enige reformatorische kerk in de omgeving. Het is moeilijk om de gereformeerde leer ingang te doen vinden onder Afrikanen. De verering van voorouders, het gebruik van magie in tijden van ziekte en nood of het bezit van meerdere vrouwen zijn zaken die vaak voorkomen.”
Boko Haram
De aanslagen van Boko Haram houden ds. Nwibo bezig. „Het gaat om een conflict dat politieke en religieuze aspecten kent. De bedoeling van de beweging is een islamitische president te krijgen die zich actief inzet voor de islamisering van het land. Mikpunt is vooral de huidige christelijke president Goodluck. Hij wordt streng bewaakt, waar hij ook heen gaat. Punt is echter dat zich in zijn directe gelederen aanhangers van deze sekte bevinden.”
Door de corruptie in het land is de regering nauwelijks in staat om effectief de strijd met de beweging aan te binden. „De in april ontvoerde Nigeriaanse meisjes werden gewoon via de wegen vervoerd via bussen. Medewerkers van controleposten durfden geen actie te ondernemen tegen de veel zwaarder bewapende strijders. Sekteleden worden gerekruteerd in het buitenland, daar gehersenspoeld, om vervolgens hun acties via de poreuze grenzen te ondernemen.”
In het zuiden van Nigeria vormt de islam geen direct gevaar, maar ook daar richten moslims hun pijlen op de christelijke bevolking. Ds. Nwibo: „Het is aan de christelijke president om deze acties te stuiten. Maar omdat de Nigeriaanse kerken zo verdeeld zijn, missen zij de kracht om één front tegen de radicale islam te vormen.”