Binnenland

Ophef over gedrag gezagsdragers

Het politiekorps van Amsterdam ergert zich in hoge mate aan de houding van enkele gezagsdragers nadat zij in de fout waren gegaan. Wethouder R. Oudkerk, voorzitter S. Willing van het stadsdeel Amsterdam-Osdorp en advocaat mr. P. Nicolaï gingen na hun overtreding flink tekeer tegen de agenten die hen verbaliseerden, aldus een woordvoerster van de Amsterdamse politie.

ANP
26 December 2003 22:03Gewijzigd op 14 November 2020 00:50

„De manier waarop ze zich hebben gedragen hoort niet bij gezagsdagers”, zegt de woordvoerster. „Ik vind dat heel raar. Zij hebben een voorbeeldfunctie in de stad. Als ze het er niet mee eens zijn, moeten ze de zaak voor de rechter laten komen.”

Oudkerk werd volgens de politie zeer kwaad nadat hij een bekeuring kreeg voor het fietsen zonder achterlicht. Advocaat Nicolaï, die dit jaar enkele maanden raadsman van prinses Margarita en haar man Edwin de Roy van Zuydewijn was, gedroeg zich „heel recalcitrant” toen agenten hem bekeurden voor rijden onder invloed. Willing werd aangehouden voor belediging nadat hij agenten schoffeerde die hem bekeurden omdat hij midden op de Dam stond geparkeerd.

Ook voormalig president W. Duisenberg van de Europese Centrale Bank is onlangs aangehouden voor het rijden onder invloed, maar hij maakte geen problemen. „Hij ging netjes mee naar het politiebureau.” Duisenberg moet zich binnenkort voor de rechter verantwoorden.

Oudkerk gaat stappen ondernemen tegen het openbaar worden van zijn vergrijp, zo hij liet weten aan Radio Noord-Holland. Hij vindt het onbegrijpelijk dat zijn aanhouding als burger via de politie naar buiten komt. De Telegraaf kwam op basis van de politie-informatie als eerste met het bericht. Op korte termijn wil Oudkerk een gesprek met burgemeester Cohen en hoofdcommissaris Kuiper van het Amsterdamse korps over deze kwestie.

Nicolaï wil bij dit gesprek aanschuiven. „Dit is een actie beschadiging van de politie.” Hij moest na een blaasproef meekomen naar het politiebureau, waar hij tussen vele anderen als enige zijn mobiele telefoon moest inleveren. „Ik ben allergisch voor machtsmisbruik”, aldus Nicolaï. „Ik heb toen een stevig woordje gewisseld met de hulpofficier. Ik heb geen agenten uitgescholden.” Op het bureau kondigde hij al aan werk te maken van het gedrag van de politie.

De advocaat van Willing vindt het „ernstig dat de politie feitelijke onjuistheden aan het lekken is.” De geparkeerde auto op de Dam was niet van Willing en hij was niet de bestuurder, aldus raadsman S. Schram.

De stadsbestuurder heeft uiteindelijk alleen een bon gekregen voor belediging. „Hij legde een verband met ’40-’45 toen hij de Duits klinkende naam van de agent hoorde”, zegt Schram. „Vervolgens heeft hij de hele middag doorgebracht op het politiebureau.”

Het openbaar ministerie in Amsterdam is „heel ongelukkig” met de wijze waarop het nieuws naar buiten kwam. „Dat is in strijd met de landelijke aanwijzingen voor hoe we moeten voorlichten”, aldus persofficier D. Kruimel. Het is volgens haar gebruik om verdachten niet bij naam en toenaam te noemen voordat ze veroordeeld zijn. Het OM heeft het hoofd woordvoering bij de Amsterdamse politie hierop aangesproken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer