Verzwijgen
David bekent hier dat hij zijn zonden voor God probeerde te verzwijgen. Dit maakt hij ons hier bekend. Hij belijdt zijn schade en schande voor de gehele wereld en geeft hier een voorbeeld tot waarschuwing. Wanneer u in zonde bent gevallen, zoek ze niet te verbergen of verzwijgen, opdat uw geweten u niet in het aangezicht vliegt.U zult mij vragen: Wat waren dat toch voor zonden die David voor God een tijdlang verzweeg? Het was de zonde van overspel met Bathseba en die van de doodslag van Uria, de man van Bathseba. Nadat de profeet Nathan tot hem was gekomen en hem in de naam van de Heere had toegesproken, kwam David tot zichzelf en riep uit met een verbroken hart en verslagen gemoed: „Ik heb gezondigd tegen de Heere.”
Toen koning David deze gruwelijke zonden tegen God en zijn naaste had bedreven, heeft hij die niet terstond voor God beleden. Hij heeft ze daarentegen een tijdlang verzwegen en gezocht ze te verbergen. Dit zegt hij in onze tekst. Hij heeft verschillende middelen bedacht om ze ook voor de mensen te verbergen. Toen dat alles niet lukte, heeft hij Uria laten doden. Totdat Nathan tot hem kwam en met een krachtige donderslag zijn geweten wakker schudde, zodat hij uitriep: „Ik heb gezondigd tegen de Heere.”
A. Hasius, predikant te Leeuwarden (Koninclijcke Leyd-ster na den Hemel, 1656)