Toezegging over belijden is loopplank naar vaste grond
Ds. G. de Fijter
en ds. H. de Jong zetten uiteen waarom zij tijdens de synodevergadering van 12 december voor het besluit tot fusie van de Nederlandse Hervormde Kerk met de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk hebben gestemd. De historische continuïteit van de Nederlandse Hervormde Kerk is naar hun mening inmiddels steviger gewaarborgd dan reeds in de kerkorde van de PKN is aangegeven. Op de hervormde synodevergadering van vrijdag 12 december liep de spanning hoog op. Hoogtepunt vormde de stemming. Uitslag: 24 tegen- en 51 voorstemmers. Het besluit tot vereniging van de Samen op Weg-kerken tot de PKN was genomen.
Meteen werd op ondergetekenden een scherpe aanval gedaan vanuit het publiek. Een zeer pijnlijk voorval. Ook een blijk van groot onbegrip.
Niet onverwacht
Kwamen wij lichtvaardig tot ons besluit om voor te stemmen? Integendeel! Bovendien, er kan niet gezegd worden dat het een onverwachte actie betrof. Ieder die goed naar ons had geluisterd, had al kunnen concluderen dat wij onze steun aan de vereniging niet zouden onthouden.
In onze ”Verantwoording vooraf” van januari 2003 spraken wij al uit dat naar ons inzicht de beslissing over wel of niet doorgaan van de vereniging zou afhangen van slechts enkele stemmen. Wij hebben dit vruchtbaar willen maken door zowel de synode als de bezwaarden op te roepen tot een oplossing te komen. Na de instelling van de commissie-Stelwagen hadden wij de hoop dat die oplossing ook gevonden zou worden. Het heeft niet zo mogen zijn, al werd wel op 15 mei 2003 de notitie ”Verbonden met het gereformeerd belijden” gepresenteerd. De meeste hervormd-gereformeerde gemeenten en predikanten zagen dat ze hierdoor op verantwoorde wijze hun plaats binnen de verenigde kerk konden innemen. Dat geldt ook voor ondergetekenden. Het bestuur van de Gereformeerde Bond ging ook, zij het schuchter, hiermee akkoord.
Wij vernamen echter spoedig dat niet ieder zich hierdoor geholpen wist. Als synodeleden zijn wij daarom voor hen blijven zoeken naar verdere oplossingen. Omdat met name de bestaande belijdenisgrondslag in de hervormde kerkorde voor de resterende bezwaarden een absolute voorwaarde bleek te zijn, hebben wij eerst in het breed moderamen van de synode en later in de kleine synode het voorstel ingebracht dat gemeenten wat betreft het belijden ook zouden mogen staan op diezelfde grondslag (artikel X-2 van de hervormde kerkorde).
Uit overleg met classisafgevaardigden behorend tot de Gereformeerde Bond bleek dat dit een goed initiatief werd gevonden. Slechts enkelen gaven aan dat zij alleen in een federatief verband een oplossing zagen. Zij wisten echter dat dit binnen de synode niet haalbaar was.
Dat het hervormde moderamen (met instemming van het triomoderamen) in een aanvulling op het verenigingsbesluit ons verzoek betreffende artikel X-2 geheel honoreerde, is bijzonder te noemen. Gezien het feit dat we als hervormd-gereformeerden een minderheid vormen, mogen we hier wel heel dankbaar voor zijn. Het is namelijk een concessie van het triomoderamen aan het behoudende deel der Nederlandse Hervormde Kerk, waarbij het riskeerde zelf in problemen te komen.
Belangrijke toezegging
Hield dit voorstel werkelijk iets in? Zeker wel. Om te beginnen heeft de notitie ”Verbonden met het gereformeerd belijden” hierdoor een verankering gekregen op het niveau van het verenigingsbesluit. Niemand kan meer zeggen dat deze notitie van weinig gewicht is. Ook kan ze niet betiteld worden als „een briefje van het moderamen, dat binnen de PKN vlug vergeten zal zijn.”
Niet minder belangrijk is de toezegging dat men wat het belijden betreft mag staan op artikel X-2 van de hervormde kerkorde. De historische continuïteit van de Nederlandse Hervormde Kerk is daarmee steviger gewaarborgd dan reeds in de kerkorde van de PKN is aangegeven.
Dat een synodelid tijdens de vergadering van 12 december over deze mogelijkheid wat schamper sprak als van „een loopplank die te kort is”, is onterecht. Via deze ’loopplank’ krijgen we vaste grond onder de voeten. Het is namelijk dezelfde (belijdenis)grond als waarop we altijd in de Hervormde Kerk hebben gestaan.
Iemand die zich in een benarde situatie bevindt, is dankbaar voor iedere mogelijkheid die hem of haar geboden wordt. Zo dient het nu ook te zijn met ons als hervormd-gereformeerden.
Het hervormd-gereformeerde deel in de Hervormde Kerk heeft altijd vertegenwoordigers gehad die trouw aan de Heere God en Zijn kérk vooropstelden. Het deel uitmaken van de Hervormde Kerk de eeuwen door impliceert dit trouwens ook. Staande in de lijn -waarbij iedere vorm van breken met de kerk wordt afgewezen- hebben wij voor de fusie gestemd. Als wij na alles wat er gedaan is door de synode, nog hadden tegengestemd, was ons gedrag werkelijk heel onwaarachtig geweest. Dán waren wij onbetrouwbaar gebleken. Daarmee hadden wij het hervormd-gereformeerde deel van de kerk een zeer slechte dienst bewezen. Bovendien was het voor de totale kerk desastreus geweest. Wij hebben vanouds geleerd dat „liefde tot de vaderlandse kerk” niet ophoudt bij de grens van gelijkgezinden binnen die kerk.
Samen verder
Waar het nu op aankomt, is dat we samen verdergaan. De meeste synodeleden uit hervormd- gereformeerde kring spraken uit dat ze weliswaar tegenstemden, maar dat ze wel zouden meegaan. Laten wij dankbaar zijn voor de plaats die ons geboden wordt in de kerk. Wij mogen in de verenigde kerk het Woord in alle vrijheid verkondigen en onze plaats naar eer en geweten innemen. Binnen de PKN mogen we uitspreken ons gebónden te weten aan de gereformeerde belijdenis. Dat is veel meer dan onder de kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk het geval was. Daar ging het altijd om een belijden „in gemeenschap met.” Ook mogen we uitdragen wat die belijdenis betekent. Ten diepste is het immers de bedoeling dat binnen de PKN de beide reformatorische tradities (Calvijn en Luther) met elkaar in gesprek komen, om zo samen het goud van de Reformatie dienstbaar te maken aan kerk, land en volk.
Laten we bidden dat de Heere God door de kracht van Zijn Heilige Geest ons allen daartoe gebruiken zal; tot roem en eer van Zijn grote naam!
De auteurs zijn hervormd predikant in respectievelijk Kampen en Windesheim.