Heb oog voor Eritreeërs
De reactie van de regering op de stroom Eritrese asielzoekers duidt op een gevaarlijke ontwikkeling in de samenleving, stelt Jan Pieter Mostert.
De eerste reacties op de komst van de vele Eritrese asielzoekers gingen vooral over Nederland. De regering sprak over de tekorten in de opvang en over grensbewaking. Op sociale media werd kennisgebrek gemengd met vreemdelingenhaat tot een giftige soep.
Het ontbrak veelal aan oog voor de Eritreeërs zelf. Het regime in Eritrea is totalitair, de dienstplicht draconisch (meer dan tien jaar) en het land staat op nummer 12 van de ranglijst christenvervolging. Meer dan 50 procent van de vrouwen ondergaat een vergaande vormen van besnijdenis. Je land verlaat je niet zomaar. Dat mensen verbonden zijn met hun familie, hun cultuur en hun land zijn universele waarden. Ik ontken niet dat we in Nederland problemen ondervinden door de grotere aantallen asielzoekers. Met name op internationaal terrein is krachtdadig beleid nodig.
Maar het gaat me om de primaire reactie. Premier Rutte sprak van een „ontwrichtende” situatie. Staatssecretaris Teeven had het over „alarmerende aantallen” en pleitte voor meer controle in treinen.
Op plaatsen waar een ‘pop-up-azc’ start, is de wereld te klein. De problemen van Eritreeërs leken bij de bewindvoerders en in hun kielzog vele Nederlanders in het niet te vallen bij de dramatische problemen die wij Nederlanders ondervinden door hen op te vangen. Dan schaam ik mij voor ons land. Nederland is voorbereid op het ad hoc opvangen van duizenden asielzoekers, en in een rijk land als het onze valt daarnaast nog veel te improviseren.
Op zo’n crisismoment heb ik behoefte aan leiders die ons vertellen waarom we ook alweer vluchtelingen opvangen. Leiders die allereerst expliciet gaan staan voor –om het maar weer eens in de mond te nemen– onze joods-christelijke cultuur. Een cultuur waar naastenliefde en gelijkwaardigheid van mensen krachtig doorklinken. Dat dit offers vraagt en dat er ook misbruik van wordt gemaakt, is een gegeven. Maar deze waarden zijn te hoog om er risico’s mee te nemen. Niet door het opnemen van asielzoekers, maar door het loslaten van christelijke gastvrijheid verliezen we onze eigenheid.
In deze cultuur is het woord van een leider als het roer van een schip. Het impliciet meehuilen van juist leiders met xenofobe, egocentrische of zelfs racistische tendensen in de samenleving kan de koers van een samenleving veranderen richting een samenleving waar mededogen langzaam maar zeker wordt ingeruild voor haat. Andersom sturen leiders ook wanneer ze liefde voor ontheemden in hun woorden laten meeklinken.
Evenwichtige leiders die het waarom en de kracht laten zien van gastvrijheid voor mensen in nood, voeden hoop in plaats van haat.
De auteur is directeur van Stichting Gave.