Mannen doen ertoe in het basisonderwijs
Het is goed als er meer mannen aan de slag gaan in het basisonderwijs, stellen Teunis den Boon en Rijk Johan Nijsse.
Waar zijn onze mannen in het onderwijs? Mannen die het belang inzien van een man voor de klas en de toegevoegde waarde die het heeft in de ontwikkeling van onze jongens en meisjes? Want zeg nu eerlijk, we kunnen de opvoeding van onze kinderen toch niet alleen overlaten aan vrouwen? Mannen doen ertoe!
Er is ontzettend veel geschreven over het tekort aan meesters in het basisonderwijs. De oorzaak wordt gezocht bij de (te softe) opleiding, te veel vrouwelijke parttimers die ervoor zorgen dat er geen plaats is, te weinig doorgroeimogelijkheden, te weinig status en een te laag inkomen (RD 8-5 en 17-5). Onze school is bevoorrecht. Er werken maar liefst tien meesters. Zij namen het knippen en plakken voor lief en hadden maar één doel voor ogen: onze jongens en meisjes voorbereiden op een plaats in de maatschappij.
Uit ervaring blijkt dat onze jongens en meisjes behoefte hebben aan vrouwen én mannen voor de klas. „Nogal wat jongens komen, behalve hun vader, in belangrijke opvoedingsomgevingen buiten het gezin, zoals de school, tot hun twaalfde jaar alleen maar vrouwen tegen”, zegt Louis Tavecchio in het tijdschrift DRS van maart 2014.
Het gaat hier niet om de kwaliteit van het onderwijs. Eén ding staat namelijk als een paal boven water: vrouwen geven minstens zo goed onderwijs als mannen. Het gaat op school echter ook om opvoeding. Het gedrag van jongens wordt vaak als buitensporig, druk en ongeremd bestempeld. Dat komt doordat meisjesgedrag vaak als de norm wordt gezien, aldus Tavecchio. Komen jongens in een klas met een meester, dan blijkt dat zij toch kunnen floreren. Dit is mede het gevolg van de houding en de aanpak van de meester. Mannen zetten over het algemeen meer humor in en geven meer ruimte voor typisch jongensgedrag.
Waarom vinden wij dat er meer mannen in de basisschool moeten komen? In onze school zien we dat het goed is voor de leerlingen om verschillende meesters te hebben, zodat ze met verschillende mannelijke identificatiefiguren in aanraking komen. Voor jongens wordt het zo duidelijk dat zij mogen zijn wie ze zijn, ondanks het stereotiepe beeld dat er heerst van mannen.
Dat mannen ook meerwaarde hebben in een team blijkt uit een bloemlezing die we hebben verzameld onder onze vrouwelijke collega’s. Zij zijn het er met elkaar over eens dat mannen de sfeer maken, nuchter zijn en zorgen voor korte en krachtige vergaderingen. Een mix van beide geslachten houdt het team in evenwicht.
Het is van belang om onze jongens en meisjes richting te geven in de branding van deze tijd. We proberen onze kinderen te leren dat het in deze tijd niet gaat om het materiële, niet om status, inkomen en carrière. Het gaat om het verkrijgen van een leven uit het geloof.
Wij willen de jongens uit onze achterban die voor een beroepskeuze staan, vragen het onderwijs eens te overwegen. In het onderwijs weet je dat je je dienstbaar opstelt en dat je niet voor eigen gewin werkt. Wij behoren een hoger doel te dienen.
Op het hoogste doel wijzen wij. Daarover gaan wij met kinderen in gesprek. Wat een mooie en diepzinnige vragen krijgen we dan van kinderen. We wijzen op de geboden van God, die heilzaam zijn voor alle mensen. We wijzen op Gods Woord als kompas in ieders leven. Maar we dienen vooral te wijzen op Christus, de enige Bron van troost en zaligheid. Opdat de kinderen Hem leren kennen.
De auteurs zijn leerkracht op de Eben-Haëzerschool in Barneveld.