Hoogleraren twisten over rashonden
UTRECHT (ANP). Twee hoogleraren aan de Universiteit Utrecht twisten over de beste aanpak om de twee miljoen rashonden te vrijwaren van erfelijke ziekten en pijnlijke raskenmerken.
Prof. Berry Spruijt, hoogleraar dierenwelzijn, noemt nieuw onderzoek naar gezondheid en welzijn van doorgefokte huisdieren ‘volstrekt overbodig en weggegooid geld’. „De oorzaken van ziektes door het kruisen van verwante honden en katten is al jaren bekend”, zegt hij. Fokkers moeten wat hem betreft stoppen met het selecteren op honden met te kleine schedels en te stompe neuzen. „Een verplichte DNA-test voor honden is te gek voor woorden.”
Zijn collega prof. Jan Rothuizen, hoogleraar genetica bij huisdieren, meent echter dat door DNA-testen en een zorgvuldig fokbeleid de honden- en kattenpopulatie binnen enkele generaties gezond kan worden. „Nederland is daarmee koploper in de wereld en heeft straks de gezondste huisdieren.”
Nu draagt volgens Rothuizen 10 tot 40 procent van de rashonden verborgen erfelijke ziekten met zich mee. „Dat is een stevig probleem dat door een goed fokbeleid kan worden verholpen”, oordeelt hij.
Staatssecretaris Dijksma (Economische zaken) kiest vooralsnog de lijn van Rothuizen. Diens Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren mag vervolgonderzoek doen bij de hondenrassen Cavalier King Charles Spaniël (het ‘Pim Fortuyn-hondje’), de Berner Sennenhond, de Hollandse herder en het kattenras Maine Coon.
Eerder stelden de onderzoekers vast dat inteelt bij populaire hondenrassen als de chihuahua (knieproblemen), de Franse Bulldog (voorste luchtwegen) en de populatie Labrador Retrievers leidt tot veel meer ziekten dan bij bastaards.
Volgens Dijksma hebben de rasverenigingen echter goede maatregelen genomen voor het terugdringen van aandoeningen. Zij streeft naar afspraken met fokkers en met de Raad van Beheer op Kynologisch gebied.
Prof. Spruijt is het daarmee niet eens. Doorfokken op raskenmerken zou volgens hem bij de mens absoluut verboden zijn. „Zelfs dierentuinen houden vanwege inteelt de bloedlijnen goed in de gaten.”
Volgens Spruijt streven fokkers uitsluitend naar economisch gewin. „En de eigenaars willen op tentoonstellingen prijzen winnen.”
Rothuizen zegt geen ruzie te hebben met collega Spruijt, wel een meningsverschil. „Op basis van goede argumenten durf ik met iedereen het debat aan. Want het publiek wil uiteindelijk toch een rashond, maar dan wel een gezonde.”