„Euroscepsis was er híér al in 2009”
DEN HAAG. In andere landen wonnen de eurosceptische partijen veel zetels. In Nederland is donderdag „weinig veranderd”, constateren de campagneleiders bij de Europese verkiezingen. „Wíj hebben in 2009 al een hele golf euroscepsis gehad.”
Wat zíjn ze allemaal tevreden over de uitslag. Of het nu de campagneleider van de SP betreft („Nee, drie zetels haalden we niet, maar wel ons hoogste stemmenaantal bij EP-verkiezingen ooit”), van de PvdA („Als we kijken naar ons verlies bij de gemeenteraadsverkiezingen, is het nu erg meegevallen”) of van D66 („In stemmenaantal werden we voor het eerst in onze bijna vijftigjarige geschiedenis de grootste partij van Nederland”), allemaal stralen ze op het door het stichting Machiavelli georganiseerde campagneleidersdebat een hoge mate van vergenoegdheid uit. Alsof ze het onderling afspraken.
Onderhuids zitten natuurlijk wel enkele pijntjes. Zo vindt SP-campagneleider Maarten Hijink het een vreemde vertoning dat het CDA door een lijstverbinding met de tamelijk eurosceptische lijst van CU/SGP een restzetel in de wacht sleepte, en daardoor met vijf EP-zetels de grootste Nederlandse partij werd. „Lijkt me lastig uit te leggen aan de kiezer.”
Gert-Jan Segers, campagneleider van de ChristenUnie, heeft daar juist totaal geen moeite mee. „Als wij aan onze kiezers vragen: wil je dat jullie reststemmen naar D66 gaan of naar het CDA?, dan is het antwoord duidelijk: CDA.”
Gezamenlijk pijnpunt voor alle partijen is de lage opkomst, hoewel die uiteindelijk –ondanks sombere voorspellingen daarover– niet lager blijkt te zijn dan vijf jaar geleden. Had die niet hoger kunnen zijn als de diverse partijen bekendere lijsttrekkers, politici van naam, hadden gekandideerd? De meeste campagneleiders maken zich ervan af met een grapje. Han ten Broeke (VVD): „Een oud-premier naar voren schuiven, is bij ons nu eenmaal lastig. Dan moeten we wel érg ver terug in de geschiedenis.” Hans Janssens (CDA): „Ha, ha. De volgende keer kan het.”
Pieter Paul Slikker (PvdA) gelooft er eenvoudigweg niet in. „Als wij bij de waterschapsverkiezingen Wouter Bos naar voren schuiven, zal dat echt niet helpen. Die verkiezingen leven gewoon niet bij de mensen.”
Janssens wil de kwestie juist precies omgekeerd benaderen. „Kandidaten hebben de plicht hun eigen achterban te organiseren. Sommige regionaal gewortelde politici, zoals Annie Schreijer-Pierik, zíjn daar in het CDA ook heel goed in.”
Maar hoe komt het nu dat in andere landen eurosceptische partijen flink wonnen, terwijl in Nederland de PVV juist verloor? Volgens Kees Verhoeven (D66) is er dit keer in Nederland, in vergelijking met vijf jaar geleden „heel weinig veranderd.” Han ten Broeke vermoedt dat dit komt doordat „wíj in 2009 al een flinke dossis euroscepsis verwerkt hebben, toen de PVV wél grote winst boekte. Zo’n zelfde beweging zie je in Engeland en Frankrijk nu pas. En misschien is de PVV met haar standpunt dat we helemaal uit de EU moeten ook wel te ver gegaan. Dat is de meeste Nederlanders te gortig.”