Klein zat een negenjarige gevangenisstraf uit voor de moord op drie mensen bij een gijzelingsactie op een ministersbijeenkomst van de OPEC in Wenen in 1975.

Hij werd na jaren voortvluchtig te zijn geweest in 1998 in Frankrijk gearresteerd en in 2001 veroordeeld voor zijn rol in de gijzelingsactie in Wenen op 21 december 1975, waarbij een Weense politieagent, een medewerker van de OPEC en een Iraakse lijfwacht om het leven kwamen. Hij gaf voor de rechter toe aanwezig te zijn geweest bij de aanval op het OPEC-kantoor, die werd geleid door de terrorist ”Carlos de Jakhals”, maar heeft altijd volgehouden niemand te hebben doodgeschoten.

Het ministerie van justitie in Hessen zei te hebben besloten Klein vrij te laten nadat verschillende burgers gratieverzoeken hadden gestuurd. De ex-terrorist zou inclusief zijn voorarrest in mei tweederde van zijn straf hebben uitgezeten en op grond daarvan ook zijn vrijgelaten. Sinds september mocht hij al buiten de gevangenis werken.

De rechtszaak tegen Klein deed twee jaar geleden veel stof opwaaien omdat twee vooraanstaande leden van de Duitse Groenen, minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer en europarlementariër Daniel Cohn Bendit, er respectievelijk als getuige en verdachte van medeplichtigheid in opdoken. Beide politici waren oude vrienden van Klein en zouden hem overgehaald hebben om het terrorisme af te zweren, wat Klein in een interview met het Duitse blad Der Spiegel in 1977 ook deed.

Van Fischer kwamen rond het proces foto’s vrij waarop te zien was hoe hij als jonge demonstrant een politieagent molesteerde. De onthulling van de foto’s bracht hem ertoe open kaart te spelen over zijn links-radicale verleden.

Cohn-Bendit werd en wordt er nog steeds van verdacht Klein geholpen te hebben in Frankrijk onder te duiken, maar het Europees parlement weigerde zijn immuniteit op te heffen, waardoor Cohn-Bendit niet kan worden vervolgd.