De dader stak met een mes en probeerde het slachtoffer te latten stikken door onder meer zand in zijn mond te stoppen. Uiteindelijk begroef hij het lijk in het bos, vlakbij de kliniek. Hij heeft bekend. Over een motief werd niks duidelijk. L. is sterk verminderd toerekeningsvatbaar en lijdt aan meerdere persoonlijkheidsstoornissen.

De twee rookten kort voor de doodslag nog een sigaretje samen. Er was geen ruzie. De vraag wat er precies gebeurde waardoor L. ineens zijn medepatiënt om het leven bracht, blijft onbeantwoord.

De advocaat van de veroordeelde stelde dat zijn cliënt ontevreden was over de behandeling bij de GGZ. L. had eerder verteld dat hij ook gewoon aan drugs kon komen in de kliniek. Mede daarom willen de nabestaanden de GGZ Westelijk Noord-Brabant aansprakelijk stellen. De Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ) doet ook onderzoek naar de veiligheid bij de kliniek. De kliniek zelf concludeerde dat ze dit drama niet had kunnen zien aankomen.

De nabestaanden van het slachtoffer eisten 20.000 euro van de dader, maar de rechtbank wees maandag een kleine 5000 euro toe.