IZB denkt na over gereformeerd discipelschap
NIJKERK. Bestaat er zoiets als gereformeerd discipelschap? Zo ja, wat is dan het typische van gereformeerd discipel zijn van Jezus Christus? Prof. dr. W. Verboom wierp deze vragen gisteravond op tijdens een bezinningsbijeenkomst van de IZB (voor zending in Nederland).
De emeritus hoogleraar in de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme sprak in Nijkerk over het thema ”Discipelschap en de gereformeerde traditie”. In zijn lezing bezag hij de aandacht voor discipelschap en de navolging van Christus in relatie tot de bronnen van de gereformeerde traditie. Hij nodigde de 120 deelnemers uit „mee te gaan op een kleine speurtocht door de eigen gereformeerde traditie en dan in het bijzonder de Heidelbergse Catechismus uit 1563.”
De emeritus is van mening dat de catechismus kan dienen als bron voor een „up-to-date discipelschap in deze postmoderne tijd.” Dat kan volgens hem omdat identiteit momenteel een belangrijk item is en de Heidelberger al in de eerste zondagsafdeling de identiteit van een christen zo grondig definieert. „Een gelovige moet zijn identiteit uit de verbondenheid met Jezus Christus halen en zo zichtbaar maken Wie Jezus Christus voor hem of haar is.”
Prof. Verboom ziet de catechismus vooral als een leerweg met een bewust doel: hoe moet ik als gedoopt mens leven? „De Heidelberger is één grote, existentiële oefening in het discipelschap. De catechismus leert mij dat ik in mijn doop met Christus verbonden ben. De catechismus leert mij ook hoe ik mijn leven aan Christus kan toewijden om naar Gods geboden te leven. En dat is nu precies wat de term discipelschap inhoudt.”
De inleider wees verder op het „binnenperspectief” en het „buitenperspectief” dat in de Heidelberger aanwezig is. Het binnenperspectief handelt volgens hem over de verborgen omgang met Christus en de rechtvaardiging van de goddeloze. In het buitenperspectief –overigens nauw verbonden met het binnenperspectief– komt de ethische spits en daarmee ook de missionaire instelling aan de orde. De term ”missionair” wordt weliswaar niet uitdrukkelijk in de catechismus genoemd, maar vanuit alle typeringen van het discipelschap kunnen missionaire lijnen getrokken worden, zo zei hij. „In de catechismus is discipelschap zonder het missionaire onbestaanbaar. Omgekeerd is missionair zijn zonder discipelschap niet mogelijk. De opdracht tot verspreiding van het geloof is niet een extra. Integendeel, daar waar het missionaire ontbreekt, daar ontbreekt ook het discipelschap.”
In het laatste deel van zijn lezing reikte prof. Verboom vanuit de catechismus bouwstenen aan voor een hedendaags discipelschap. „Ook in missionair opzicht kunnen we van de catechismus leren. Het derde deel, waar het gaat over het stuk der dankbaarheid, biedt allerlei missionaire perspectieven.”
Hij merkte op de „veronachtzaming van gereformeerde noties als de doop en het verbond in onze tijd” te betreuren. „Het speelt de ontbinding, het los worden van de kerk als gemeenschap in de kaart. Hoe minder verbond, hoe minder zicht op trouw, hoe meer shopgedrag.”
In zijn openingswoord had IZB-directeur ds. L. Wüllschleger erop gewezen dat discipelschap een centraal begrip vormt in de beleidsvisie van de vereniging. De afgelopen jaren vond al veel bezinning plaats op het thema.