Commentaar: Vraagtekens bij bezoek dalai lama aan Nederland
De dalai lama komt weer naar Nederland. Het aanstaande weekend is de 78-jarige geestelijk leider van de Tibetanen twee dagen binnen onze grenzen. Naast het geven van „een boeddhistische les” zal de 78-jarige Nobelprijswinnaar een delegatie van Tweede Kamerleden ontmoeten.
Dat laatste kon natuurlijk niet uitblijven na het staatsbezoek van de Chinese president Xi Jinping op 22 maart aan ons land, die met alle egards werd ontvangen. Ook in het seculiere Nederland blijven koopman en dominee elkaar afwisselen en moet op de hartelijke begroeting van de Chinese onderdrukker van Tibetanen, nu ter compensatie de omarming van de slachtoffers volgen.
Neerlands domineesgestalte is overigens wel ingewisseld voor heel wat anders. Wat dat betreft doet de boeddhistische geestelijke er goed aan zich zaterdag een beetje Koninginnedagachtig te gedragen en enkele dorpen te bezoeken, door straten te wandelen en tuincentra binnen te gaan. Dan kan hij zich vergapen aan de vele boeddhabeelden die dit klompenvolk in de vensterbank heeft neergezet.
Maar voordat hij zich rijk rekent en zich als geestelijk leider van een veel grotere schare dan de Tibetanen opwerpt, kan hij beter eerst het geestelijk gehalte van dit Intratuinboeddhisme peilen. Aan de basis van dit polderboeddhisme ligt geestelijke dwaling en onnozelheid, dat is zeker, maar ook je reinste ik-gerichtheid en een ongekende vrijheidsdrang. Boeddhisme naar Hollandse snit is toch vooral een emotie, een feelgoodbedwelming die meer weg heeft van het aansteken van een wenskaarsje –of beter: een wierookstokje– dan dat er sprake is van openbaringsgeloof dat hout snijdt en mensen tot gehoorzaamheid en navolging roept.
Sluit de dalai lama zich komend weekend aan bij deze vaagheid? Het lijkt er wel op. ”Beyond religion”, religie voorbij, is het thema dat hij wil aansnijden, en daarmee bepleit hij een „leven van mededogen” dat is losgemaakt van welke concrete godsdienst, cultuur of historische achtergrond dan ook. Mededogen verenigt volgens de dalai lama ten diepste alle 7 miljard mensen op aarde. Om die wereldwijde oecumene te beleven hebben we religies niet nodig.
De Tibetaanse geestelijke gebruikt bij zijn pleidooi het beeld van water en thee, waarbij thee slechts de religieuze, culturele of historische gestalte is van iets waar het (ook in thee) vooral omdraait: water, als beeld van een universele ethiek van mededogen.
Critici hebben er in het verleden op gewezen dat de oecumene van de dalai lama vooral is bedoeld om afsplitsingen binnen het Tibetaans boeddhisme de wind uit de zeilen te nemen, zodat hij zijn gezag kan handhaven.
En inderdaad is het een wonderlijke boodschap: als iets het verzet tegen de Chinese bezetting van Tibet voedt dan is dat de uitwissing van het culturele en historische erfgoed van dat Tibetaanse boeddhisme. En als de dalai lama zijn eigen woorden serieus neemt, loopt hij er vanaf vandaag bij als seculier burger, in driedelig pak. Zolang dát niet gebeurt, is heel die water-en-theegedachte geen zuivere koffie.