„Het feit dat er veel religies zijn, geeft potentiële conflictstof. Die kun je niet onder tafel vegen door de verschillen dan maar te verdoezelen”, schrijft Huber in het protestantse tijdschrift ”Zeitzeichen”. Hij waarschuwt ervoor de protestantse theologie niet in een „godsdienstwetenschap van het christendom” te veranderen.

Het maatschappelijke en geestelijke klimaat is tot in de hoogste regionen van de wetenschap door een religieus analfabetisme beïnvloed, stelt Huber. „De theologie moet zich veel meer inspannen om het Evangelie onder de mensen te brengen. Tot een gezonde theologie behoort zowel de vrijheid van denken als de binding aan de werkelijkheid van de kerk.” Huber waakt ervoor de theologie in de armen van de andere wetenschappen te werpen. „Het gevaar bestaat dat theologen zich tegenover historici historisch opstellen, tegenover sociologen sociologisch, en tegenover filosofen filosofisch. En de huidige maatschappelijke trends wil je ook nog graag honoreren. De theologie moet zich echter bewijzen als een zelfstandige discipline.”

Voor zijn aantreden als bisschop van Berlijn-Brandenburg, in 1994, was Huber hoogleraar theologie aan de universiteit van Heidelberg. De synode van de EKD koos hem vorige maand tot nieuwe raadsvoorzitter. Daarmee werd Huber de opvolger van Manfred Kock.