Zinsnede in klassieke doopformulier onjuist
De zin „door hetwelk de doop beduid werd” in het doopformulier klopt niet, stelt Leo Kosten.
Bijna maandelijks wordt in protestantse gemeenten de doop bediend. In behoudende gemeenten zal daarbij het ”aloude” doopformulier vooraf gelezen worden. Sinds het ontstaan ervan is de taal ingrijpend gewijzigd. Ik voer geen pleidooi voor hertaling, maar voor de aanpassing van één woord en daarvan eigenlijk maar één lettertje: een e wordt een o.
Sterk en zwak
Het werkwoord ”worden” is een lastig werkwoord. Het is een zogenaamd sterk werkwoord dat zijn verleden maakt door klinkerverandering. Sterke werkwoorden zijn allemaal oude werkwoorden. Nieuwe werkwoorden daarentegen zijn allemaal zwak: de klinker blijft in alle tijden gelijk, terwijl de verleden tijd gekenmerkt wordt door een toevoegsel: -de(n) of -te(n).
De derde persoon enkelvoud van het sterke werkwoord ”worden” heeft in de tegenwoordige tijd een ”o” (hij wordt), maar in de verleden tijd een ”e” (hij werd). In de 16e eeuw was dat echter verraderlijk anders. Toen was de tegenwoordige tijd ”werd(en)” en de verleden tijd ”wierd(en)”. Bij aanpassing van de tekst is dat lastig: de tegenwoordige tijd ”werd” werd de gewone verleden tijd.
Wat betekende dit voor aanpassing van het doopformulier? In de uitgave van Datheen (facsimile 1992 naar uitgave van 1566) staat een oudere versie van het formulier dan heden ten dage in de kerken gebruikt wordt. Datheen schrijft in het gebed vooraf: „Ghy die den verstockten Pharao met all sijnen volcke in’t roode Meer verdroncken hebt, ende uwe volck Israel drooghe voets daer doer gheleydet, doer d’welck desen Doop beduydet wert, wij bidden u (…).”
En in de behandeling van het onderwijs bij de doop: „Ten anderen, als wy in den Naeme des Sones ghedoopt werden, belovet hy ons (…) Ten derden, als wy in den Naeme des heylighen Geestes ghedoopt werden, werdt ons beloeft (…).” Het is duidelijk dat Datheen de vormen van ”werden” als woorden in de tegenwoordige tijd ziet. Andere werkwoorden staan eveneens in de tegenwoordige tijd: hebt, bidden, belovet.
Historische parallel
Toen het doopformulier aangepast is, heeft de redacteur kennelijk een fout gemaakt. Overal zijn de tegenwoordige tijdsvormen ”werd(en)” vervangen door ”word(en)”, maar in het zinnetje „Door hetwelk de doop beduid werd” is het nagelaten.
Hoe zou dat komen? Je moet altijd rekening houden met een moment van onoplettendheid. Vaak zijn er dan echter wel enkele andere ogen die de vergissing zien, waarna de tekst alsnog aangepast wordt. Deze fout echter lijkt nauwelijks opgemerkt, althans dat veronderstel ik. Dat moet wel gelegen zijn in de historische parallel die op dat moment getrokken wordt. De doop wordt vergeleken met de doorgang van het volk Israël door de Rode Zee, een gebeurtenis uit het verre verleden.
Tussen de doop van vandaag moet echter nog steeds een parallel getrokken worden met die grootse gebeurtenis in de Rode Zee. Om die reden roep ik predikanten ertoe op om het woord ”werd” bij de lezing van het formulier aan te passen. Tegelijk vraag ik uitgevers de tekst in nieuwe uitgaven te veranderen.
De auteur is neerlandicus.