Politiek

Europees Parlement is in Straatsburg net een standvogel

Het Europees Parlement maakt het zijn critici makkelijk door maandelijks voor vergaderingen naar Straatsburg te reizen. „Geldverspilling”, zeggen kiezers én politici. Maar de voorstanders van Straatsburg beschouwen vertrek als „verraad” aan de Europese gedachte.

Evert van Vlastuin

6 May 2014 19:37Gewijzigd op 15 November 2020 10:32
De vergaderplaats van het Europees Parlement in Straatsburg ligt al jaren onder vuur. beeld EPA
De vergaderplaats van het Europees Parlement in Straatsburg ligt al jaren onder vuur. beeld EPA

Een zwartglimmende Mercedes zoeft door het verkeer van de Franse stad Straatsburg. Achterin zit een man met een stropdas. Hij stapt uit bij de grote spiegelpaleizen aan de rand van de stad.

Het nummerbord van de wagen is niet Frans, maar Belgisch. Achter de voorruit ligt een kaartje: Auto voor leden van het Europees Parlement.

Elke maand worden enkele tientallen van deze bolides op treinwagons geladen en van Brussel naar Straatsburg gebracht. Leden van het Europees Parlement hebben immers ook daar het recht om te worden vervoerd.

Zeker, ze kunnen ook een taxi nemen. „Maar daarvan zou er in de hele stad spoedig geen meer te krijgen zijn”, zegt een medewerker van het Parlement.

Het openbaar vervoer naar de glanzende glasgebouwen is ook niet optimaal. Dus dan is het vervoeren van die Mercedessen van Brussel naar Straatsburg voorlopig de beste optie, hoewel niet de goedkoopste.

Meubels

De deur van de werkkamer van Catherine Trautmann is niet op slot. Ze is nog niet gearriveerd, maar het is zinloos de deur af te sluiten. In haar kamer ligt namelijk niets. Het lijkt een verse hotelkamer, met lege meubels.

Op de gang staat een kist met haar naam. Daarin zitten haar spullen die vanuit Brussel zijn overgebracht. Deze containers zijn symbool geworden voor het verhuiscircus. Per vergaderweek rijden hiervoor vijf vrachtauto’s heen en weer.

Intensiever is het vervoer van personen. De medewerkers van de 766 EP-leden wonen doorgaans in Brussel. Zij moeten aan het begin van de Straatsburgse weken 430 kilometer reizen. In de Franse stad logeren ze dan twee of drie nachten in een hotel en hun kostje scharrelen ze op in restaurants (zie kader).

Parlementslid Wim van de Camp (CDA) zit in Straatsburg aan de bar. Hij pendelt al jaren heen en weer. Maar niet tot tevredenheid.

„In deze tijd”, zegt hij, „past het niet om op twee plekken te vergaderen. Alle mensen die wij moeten spreken, zitten in Brussel: commissarissen, ministers en ambtenaren. Dat is dus de logische vergaderplaats.”

Bovendien zijn het tijden van bezuinigingen. „Als je dan zulke onnodige kosten maakt, maak je je niet populair.”

Dat Straatsburg de officiële zetelstad van het EP is, heeft historische redenen. Aanvankelijk zat het parlement in Luxemburg, waar nog altijd honderden administratieve krachten en vertalers werken. In Straatsburg had de Raad van Europa een grote vergaderzaal. Daarom besloot het parlement in de jaren vijftig daar te vergaderen. Later ontwikkelde Brussel zich tot hét centrum van de Europese instellingen.

Behalve deze praktische reden was er nóg een goed motief om in Straatsburg vergaderen, erkent Van de Camp. „Straatsburg was symbool voor de Frans-Duitse vrede. Vanuit Franse en Duitse optiek is dit nog altijd een geldige reden om in Straatsburg te blijven. Maar ik zou zeggen: laat efficiency boven de historische redenen gaan.”

Het EU-verdrag noemt alleen Straatsburg als zetelstad voor het Europees Parlement. Ten minste twaalf keer per jaar moet daar een zittingsweek (van vier dagen) worden gehouden. Het Verdrag van Amsterdam legde dit in 1997 –onder Nederlands voorzitterschap– vast. Brussel is dus een informele vergaderplek.

Ooievaar

Vanuit haar werkkamer op de achtste verdieping kijkt Catherine Trautmann liefdevol uit over de stad. Ze is nu leider van de Franse socialisten in het EP. Eerder was ze Frans minister van Cultuur en burgemeester van Straatsburg. Rode draad in haar loopbaan is de verdediging van Straatsburg.

Geboeid kijkt ze naar de voorbijscherende ooievaar. Als bestuurder was ze betrokken bij de proef de dieren hier uit te zetten. „En nu is het een standvogel”, zegt ze, om er lachend aan toe te voegen: „Net als het Parlement in Straatsburg. Dat gaat ook niet meer weg.”

Dat het Parlement ook in Brussel vergadert, is een compromis, zegt ze ineens streng. „De verdeling van de instellingen over de lidstaten is een gevoelig thema. Duitsland heeft de Europese Centrale Bank, Nederland heeft Europol, en zo heeft Frankrijk het Parlement. Wie aan dat laatste tornt, breekt de hele verdeling open”, zegt ze met opgestoken vinger.

Omdat de zetelkwestie in het verdrag is geregeld, kan het EP niet zelf besluiten waar het vergadert. Dat is een zaak voor de regeringsleiders. Voor zover bekend hebben premier Rutte of zijn Britse collega Cameron dit onderwerp daar nooit geagendeerd.

Mochten ze dat ooit doen, dan botsen ze niet alleen met de Franse president, voorspelt Trautmann. „De hele doos van Pandora gaat dan open. Denk je dat Merkel zal accepteren dat de centrale bank uit Frankfurt vertrekt?”

En dan is er nog iets wat Trautmann stoort: die concentratie van Europese instellingen in Brussel. „Die klopt niet. Als je alles eerlijk bekijkt, lijkt een herverdeling wel op haar plaats.”

Buiten Brussel vergaderen heeft volgens Trautmann een „democratisch voordeel.” „Straatsburg is geen hoofdstad. Hier is het Parlement dus volledig onafhankelijk.”

Ze geeft toe dat de stad één belangrijk nadeel heeft: bereikbaarheid. Maar dat gaat rap veranderen, verzekert ze. „Er komt een hogesnelheidstrein naar Straatsburg. Let op: binnenkort is dit een van de best bereikbare steden in Europa.”

Trautmanns voorgeslacht leefde ook in Straatsburg. In de familie is overgeleverd dat haar (over-)grootouders in de negentiende en de twintigste eeuw meermalen van nationaliteit verwisselden: dan weer Duits, dan weer Frans. Door de vrede van de twee landen –die de basis is van de Europese samenwerking– is dat allemaal voorbij.

Ze legt een rapport uit februari van jonge ondernemers op tafel waarin het vertrek van het Europees Parlement „verraad aan de Europese gedachte” wordt genoemd. Trautmann: „We hebben meer nodig dan technocratie. Straatsburg is een symbool van hoop. Wat heb je daarvoor over?”

Illusie

Van de Camp steunde in november een motie om tot één vergaderplek te komen. Die werd met grote meerderheid aanvaard, maar zal niets veranderen. Het EP gaat immers niet over zijn vergaderplaats. Toch is het geen zinloze actie, meent Van de Camp. „De irritatie over dit onderwerp groeit, ook bij burgers. Ik denk dat het geduld in de volgende periode opraakt en het Parlement misschien wel in staking gaat.”

Ook de SGP’er Belder is „tegen Straatsburg”, verzekert hij. Maar hij wil tegenover kiezers niet de indruk wekken dat het EP dit kan veranderen. „De regeringsleiders beslissen hierover. Ik heb wel voor de motie gestemd. Maar zonder de illusie dat er daardoor iets zou veranderen.”


De kosten van het verhuiscircus: „minder dan een postzegel”

Over de kosten van de maandelijkse vergaderingen in Straatsburg lopen de meningen zeer uiteen. In de motie die in november in het Europees Parlement werd aangenomen, werd uitgegaan van 200 miljoen euro.

CDA’er Wim van de Camp gaat echter uit van ruim de helft: „Tien miljoen euro per vergaderweek, en dat twaalf keer per jaar. De hoogte van het totaalbedrag hangt sterk af van wat je meerekent.”

De Straatsburgse oud-burgemeester Trautmann deelt ook dat nog weer eens: 50 miljoen. „Ofwel 10 eurocent per EU-ingezetene per jaar. Minder dan een postzegel.”

Het Europees Parlement zelf gaat trouwens uit van 103 miljoen euro. Dit komt ongeveer neer op 5 procent van de uitgaven van het EP; 1 op de 20 euro gaat dus op aan het circus.

Iedereen is het eens over de transportkosten van personen en goederen. De discussie begint zodra het gebouw wordt meegerekend. Dat moet boekhoudkundig worden afgeschreven. Maar het moet ook buiten de vergaderweken worden onderhouden en bewaakt.

Ook als je de gebouwen volledig meerekent, worden de partijen het trouwens nog niet eens. Want, zegt Trautmann: „Je bespaart in Straatsburg ook veel. In Brussel zijn grond en gebouwen veel duurder.”

Het vervoer van documenten is de laatste vijftien jaar enorm afgenomen, zeggen zowel voor- als tegenstanders van Straatsburg. Reden: digitalisering. Van de Camp: „Niet meer elk documentje hoeft te worden afgedrukt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer