Geloven in een leven vóór de dood
Gelooft u ook in het leven vóór de dood?
Reeds geruime tijd klinkt tot vervelens toe de vraag: „Gelooft u ook in het leven vóór de dood?” In de reclame van het Humanistisch Verbond (HV) voor of na de nieuws. Toch kan deze vraag ook christenen tot bezinning roepen. Hebben wij toch te veel de indruk gewekt dat wij alléén geloven in het leven na de dood?!
Natuurlijk kun je het HV verwijten dat het misbruik maakt van de boodschap van het christelijk geloof. Maar vraag het een gemiddelde Nederlander en de meeste van hen zullen op de vraag of het geloof voor hier en nu betekenis heeft of vooral gericht is op het hiernamaals, voor het laatste kiezen. „Jullie geloven toch in een soort leven ná de dood?!”
In dit artikel komen kort drie aspecten aan de orde. Allereerst het tekort van het christelijke leven, vervolgens het tekort van het geloof van het Humanistisch Verbond in het leven en als derde het overschot van het christelijk geloof in het leven.
Hoop
Hoe merkwaardig ook, het christelijke leven spoort te veel én te weinig met geloven in het leven vóór de dood. Want krijgt de medemens van christenen echt de indruk dat ze leven voor een hiernamaals? Op zo’n manier dat die toekomst het ‘nu’ relativeert en omgekeerd, dat die toekomst hen ‘nu’ stimuleert?
Er lijkt bij christenen sprake te zijn van een te veel leven vóór de dood. Men werkt zich dood voor het geld. Men combineert de wekelijkse kerkgang met een dagelijks slavenbestaan.
Natuurlijk wordt dit laatste ontkend, want men ”geniet ervan”, naar eigen zeggen. Op zondag wordt er weliswaar gewaarschuwd voor een leven van ”carpe diem”, maar zolang men onbekeerd is, neemt een deel van de christenen dan het ”nu” maar voor lief, omdat het ”hiernamaals” alleen maar terneerdrukt. Ja, en dan hoef je nog geen Max Weber te heten om een wonderlijk verband te zien tussen kapitalisme en bepaalde vormen van christelijk geloof.
Aan de andere kant lijkt er toch ook echt sprake te zijn van een te weinig leven vóór de dood. Het ”hier en nu” wordt alléén gezien vanuit het perspectief van de zonde. En daar geen woord van af! Maar er moeten wel woorden bij.
Het ”zuchten” van Romeinen 8 is een zuchten ”op hoop van zegen”! Dat laat geen hoofden naar beneden hangen, maar doet ze reikhalzend omhoogheffen. Het is zuchten met verwachting. Om maar zo ver mogelijk vandaan te blijven van een goddeloos ”geniet van het leven, want het duurt maar even”, lijkt men nergens meer van te durven genieten. Dat is een on-Bijbelse levensstijl (zie het ”aardse” boek Prediker, maar ook 1 Tim. 4:4, 5).
De reclame van het HV roept christenen op tot bekering op twee fronten. Wat willen we verdedigen, als ons leven het belijden ten aanzien van het eeuwige leven weerspreekt? Dan ”ontpreekt” ons leven doordeweeks wat onze mond ”preekt” op zondagen en gezette tijden.
Wreed
Geloven in een leven vóór de dood is volgens het HV vooral geloven in mensen en de maakbaarheid van het leven. Ik stel me bij die reclame altijd mensen voor die lijden aan het leven: de depressieve jongen, de moede®loze vrouw, de mensen op de afdeling oncologie en zo zou ik een wereld van ellende aan me voorbij kunnen laten gaan.
De vraag: „Gelooft u ook in het leven vóór de dood?” is in veel omstandigheden bikkelhard. Stel die vraag op de vuilnisbelt van de krottenwijk van een wereldstad. Wat valt er nog te geloven in het leven als de dood zijn tentakels uitspreidt?
Maar ook zelfs wanneer financieel gezien alle mogelijkheden van het leven binnen handbereik liggen, blijkt het ontwerpen van je eigen leven een te zware last te zijn. Daar hebben we onlangs nog weer een aangrijpend voorbeeld van gezien in onze samenleving. En een rijke mevrouw voor wie de hele wereld openlag, schreef als laatste regel in haar dagboek: „Dit is geen leven meer.”
Je zou het HV bijna willen vragen of bijvoorbeeld het plegen van euthanasie in zijn ogen geen zaak van ongeloof is! Dan zie je dat je zelfs bij leden van het HV ”ongelovigen” hebt die wel belijden dat ze geloven in het leven, maar dan slechts in een leven dat zij als ”leven” ervaren.
Het is wreed om een drenkeling die zelf geen kracht meer heeft om z’n hoofd boven water te houden toe te roepen: „Laat je maar gaan, want dit is toch geen leven meer.” Het is net zo wreed als die drenkeling toe te roepen: „Blijf geloven in vaste grond onder je voeten!” Dat is het te kort van het HV: het beschouwt het leven niet realistisch.
Troost
Heeft het christelijk geloof dan niet een heerlijke boodschap in huis voor zulke drenkelingen? De boodschap van de Redder Die Zelf onderging in het water om ”drenkelingen” uit het water te trekken. Hij bracht er al zovelen op de oever van de ”vaste grond onder de voeten”: Wat is uw enige troost, beide in leven en sterven?.
Maar dan hebben we onze medemensen in ieder geval twee dingen duidelijk te maken. Met onze mond en met ons leven.
- Een ”hiernamaals” is een te vage en een te lege aanduiding van het ”leven na dit leven”. Christenen geloven niet in een eindeloos lang ”hierna” of in een of ander walhalla.
Dat biedt helemaal geen troost of houvast. Gods kinderen geloven dat ze straks altijd in de gemeenschap van de eeuwige God mogen leven op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Openb. 21:4). Dat is een gemeenschap van volmaakte liefde en vreugde.
- Er loopt een verbinding van het ”leven vóór de dood” naar het ”leven na de dood”. Wie in de Zoon gelooft hééft het eeuwige leven (Joh. 3:36). Die tegenwoordige tijd van de toekomst is het geheim dat christenen reeds nu momenten kennen van het eeuwige leven: de glimlach van de vrede en de vreugde door de tranen heen. De voorsmaak van de eeuwige vreugde.
Nou en of christenen geloven in een leven vóór de dood! Het HV kan ook niet meer doen dan leven en dood ”verbloemen”. Het christelijk geloof mag na Pasen het leven bezien vanuit de overwinning op de dood door de Heere Jezus Christus. Dat lijkt een lachertje in een wereld met steeds mee (massa)graven, maar ”wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien” (Ps. 126). Dat is het realisme van het geloof.
Dr. M. J. Kater, universitair hoofddocent gereformeerde praktische theologie en apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl