Geen reden tot breuk in heiligverklaring
Heiligverklaring is een erkenning van de werkzaamheid van God en hoeft eenheid tussen Rome en Reformatie niet in de weg te staan, reageert drs. Joël Valk.
„Ik geloof in de gemeenschap der heiligen”, belijden wij als christenen, protestant en rooms-katholiek, wanneer we de twaalf artikelen van het geloof uitspreken. Toch heerst er soms nog een enorme verdeeldheid tussen deze twee. Dat bleek maar weer uit een artikel dat deze week in RD 28-4 te lezen viel: „De heiligverklaring van twee pausen bewijst dat de kloof tussen Rome en Reformatie voortduurt”, stelde ds. L. J. Geluk. Is dat gemeenschap der heiligen, vroeg ik mij af.
Hierbij een poging om, vanuit die zin uit de Apostolische Geloofsbelijdenis, elkaar als broeders en zusters in Christus te leren waarderen, ook al staan we in een andere traditie. Laten we daarom nog eens naar die zin kijken: „Ik geloof in de gemeenschap der heiligen.” Vroeger begreep ik dit als: alle christenen die nu de aarde bevolken. In mijn groei naar de katholieke kerk toe heb ik dat anders leren verstaan, namelijk als het totale lichaam van Christus: dat wil zeggen, alle gelovigen in Christus, van de tijd van de apostelen tot aan nu en zelfs in de toekomst. Het lichaam van Christus overschrijdt tijd en ruimte.
Dat besef is volgens mij fundamenteel in het goed begrijpen van de heiligverklaring zoals die gebruikelijk is in de Rooms-Katholieke Kerk. Ds. Geluk stelt vanuit een bepaald perspectief dat de heiligverklaringen van de twee pausen „het ”Christus alleen” miskennen.” Maar wat de Rooms-Katholieke Kerk daarover leert, is juist dat het alleen Christus is Die heilig maakt.
Heldhaftig
Laten we beginnen bij de heiligen. De Rooms-Katholieke Kerk stelt dat de kerk het heilig volk van God is. „Haar leden worden „heiligen” genoemd.” (Katechismus van de Katholieke Kerk 824, gebaseerd op verschillende schriftplaatsen: Hand. 9:13, 1 Kor. 6:2, en 1 Kor. 16:1). Iedereen die in Christus is, is heilig. Dat kan de kerk niet bepalen, dat is iets wat God bepaalt. Heiligheid is volgens de Rooms-Katholieke Kerk dan ook geen „eigenschap van een geestelijke elite.” Ze is een eigenschap van God die door de werkzaamheid van de Heilige Geest alle gelovigen ten deel valt.
Maar wat is dan die heiligverklaring? Dat is iets wezenlijk anders. „Door sommige gelovigen heilig te verklaren, dat wil zeggen door plechtig af te kondigen dat deze gelovigen op heldhaftige wijze de deugden hebben beoefend en geleefd hebben in trouw aan Gods genade, erkent de kerk de kracht van de Geest van heiligheid die in haar is, en door hen als voorbeelden en voorsprekers te geven aan de gelovigen, ondersteunt zij hun hoop” (Katechismus van de Katholieke Kerk 828).
Heiligverklaring is dus allereerst via een plechtige afkondiging het erkennen van de werkzaamheid van God in ons mensen en als tweede het benoemen van voorbeelden voor gelovigen. Mensen die zo in navolging van Christus hebben geleefd dat zij een voorbeeld zijn voor ons als later levende gelovigen.
Voorspraak
De Katechismus heeft het hierin ook over voorspraak. Elders legt de Katechismus uit wat dat is: „De voorspraak is een smeekgebed dat nauw aansluit bij het gebed van Jezus. Hij is de enige echte voorspreker bij de Vader ten gunste van alle mensen, van zondaars in het bijzonder” (2634). En verder: „Het voorspreken, het vragen ten gunste van een ander, is vanaf Abraham het kenmerk van een hart dat is afgestemd op het medelijden van God. In de tijd van de kerk maakt de christelijke voorspraak deel uit van de voorspraak van Christus: het is de uitdrukking van de gemeenschap van de heiligen. Bij de voorspraak „behartigt” hij die bidt niet „zijn eigen belangen, maar liever die van zijn naasten” (Fil 2:4).”
Het vragen van voorspraak door de heiligen is voor katholieken in wezen niet veel anders dan het vragen van voorspraak („kun je voor me bidden?”) aan je broeders en zusters hier op aarde. Maar, zoals ik al schreef: de gemeenschap der heiligen overschrijdt tijd en ruimte: door het kruisoffer van Christus is de dood overwonnen en is er geen scheiding tussen hen die al bij Christus zijn en hen die dat nog niet zijn. Het vragen van voorspraak van de heiligen is dan ook een bewijs van het geloof in de overwinning van Christus op de dood.
Gemeenschap
En dat geloof verenigt ons als broeders en zusters in Christus juist. Of we nu katholiek zijn of protestant, we horen door dat geloof tot de gemeenschap der heiligen. Een gemeenschap die wanneer ze echt de bruid van Christus is, gekenmerkt wordt door onderlinge liefde, zoals de Heer ons Zelf leert.
De auteur is algemeen cultuurwetenschapper en godsdienstdocent.