Commentaar: Poetin moet boevenbendes oproepen tot kalmte
Het mag misschien toevallig lijken, maar de woorden chaos en destabilisatie klinken in het Russisch vrijwel hetzelfde als in het Nederlands. Iedereen die de huidige toestand in Oost-Oekraïne ter plekke treffend zou willen benoemen, zou dus in rond Nederlands prima terechtkunnen.
Al jaren wordt de politiek van Rusland –lees: president Poetin– in de richting van de westelijke buurlanden gekenmerkt als ”destabilisatie”. Dat voormalige Sovjetlanden zoals Polen, Hongarije en de Baltische staten zich bij de Europese Unie en de NAVO aansloten, heeft het Kremlin als verraad ervaren. Vooral in de kleinere landen, zoals Estland, Letland en Litouwen, heeft Poetin sindsdien voortdurend zitten stoken. Bijvoorbeeld door een Russisch paspoort aan te bieden aan mensen die weliswaar etnisch gezien Rus zijn, maar nu eenmaal in een ander land wonen.
Recent hebben we de annexatie van de Krim gehad. Dat was wel een erg rijpe appel die in het zicht van het Kremlin kwam. Waarbij wel moet worden gezegd dat de bevolking van het schiereiland deze aansluiting steunt. Erg beschaafd is de wijze waarop deze plaatsvond echter niet.
Maar Oost-Oekraïne is geen laaghangend fruit voor Moskou en dus blijft het ook niet bij plaagstootjes. Hier wordt het openbare leven volkomen verlamd door gewapende pro-Russische separatisten. De sfeer wordt steeds grimmiger. Nog steeds worden zeven internationale waarnemers in gijzeling gehouden, alsmede enkele Oekraïense militairen. Dit zijn typisch methoden die passen bij grote boevenbendes in de achterbuurten van grote steden. Vanuit een westers gezichtspunt heeft het met politiek activisme niets te maken, want het gaat er hier niet om te overtuigen, maar om de macht.
Als dit niet snel verandert, zal de regio onbestuurbaar worden. Dan zal er geen orde en recht meer zijn, bedrijven kunnen zich er nauwelijks meer ontwikkelen, en mensen zullen er in angst leven.
Anderzijds zal het internationale misdaad aantrekken. Net als Trans-Dnjestrië loopt Oost-Oekraïne dan de kans doorvoergebied voor de vrouwenhandel te worden. In sommige opzichten is de kritiek van Rusland op het Westen terecht. En, zeker, het verjagen van een gekozen regering zoals in Oekraïne moet geen gewoonte worden.
Maar dan stellen we ook de vraag naar de vrucht van de Russische politiek in de buurstaten: Zijn Trans-Dnjestrië, Zuid-Ossetië en Abchazië niet de namen van rotte plekken die Moskou zelf heeft geschapen? Oost-Oekraïne zal daaraan worden toegevoegd.
Het is bekend dat Poetin en vele Russen het betreuren dat de Sovjet-Unie uit elkaar is gevallen. Dat valt te billijken, hoewel veel mensen –niet het minst eenvoudige christenen in tal van landen– een zucht van verlichting hebben geslaakt. Een van de problemen van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is dat er nog steeds 25 miljoen Russen buiten Rusland wonen.
Wil Poetin iets voor deze Russen –en anderen– doen, dan moet hij de boevenbendes in Oost-Oekraïne oproepen de afbraak van het land te staken. En zo niet, dan draagt hij zelf alleen maar bij aan de chaos, destabilisatie en de oneer van het Russische volk.