Leen van der Maas: relativerende reiziger voor Bijzondere Noden
Talloze reizen maakte Leen van der Maas, scheidend algemeen secretaris van het deputaatschap tot hulpverlening in Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten. In het contact met christenen wereldwijd leerde hij hoofd- en bijzaken onderscheiden, zegt hij. „Je mag je eigen gedachtegoed voorstaan, maar je moet oppassen met het betweterige vingertje.”
Vandaag is Van der Maas –klein postuur, vriendelijke ogen– beëdigd als wethouder voor de SGP in Nunspeet. Pas eind mei trekt hij de deur van het bureau van het deputaatschap achter zich dicht. De sollicitatieprocedure loopt nog. De algemeen secretaris is een van de twee fulltimers op het bureau in Woerden en eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de diaconale hulpverlening in binnen- en buitenland.
Het is best een overstap, van het kerkelijk bureau naar de lokale politiek, erkent Van der Maas. „Maar de overgang van een zakelijke omgeving naar het kerkelijk leven is ook groot. Voordat ik in 2006 bij Bijzondere Noden kwam, werkte ik in de it. Ook daar waren er gevoeligheden. Die zijn overal waar je met mensen te maken hebt. Maar in de kerk speelt het ideologische, het principiële mee. Je hebt te maken met verschillen tussen gemeenten. Daar moet je mee kunnen omgaan, zeker in de positie die ik innam. Ik probeerde de Joden een Jood en de Grieken een Griek te zijn. Je wilt inlevingsvermogen tonen en tegelijk zo veel mogelijk je koers behouden, recht doen aan de opdracht van de generale synode en ten diepste aan de roeping vanuit Gods Woord om er te zijn voor de hulpbehoevende naaste.”
Wat motiveerde u destijds om te solliciteren bij Bijzondere Noden?
„Ik had het verlangen om iets voor een ander te betekenen, om iets in Gods Koninkrijk te mogen doen. Dat klinkt misschien hoogdravend, ik wil voorzichtig zijn met wat ik zeg. In de it dacht ik weleens: is dit nu alles? Alleen maar zakelijk denken, alleen business, alleen geld, alleen maar prestaties? Ik vroeg: Heere, is er nog iets anders voor me te doen?”
Paste de functie bij u?
Ja. Door mijn internationale ervaring. En door mijn tijd bij Baan. Daar leerde ik flexibel te reageren op veranderingen. Daarnaast ben ik, in alle bescheidenheid, een persoon die gemakkelijk met mensen omgaat. Ik heb zelden ruzie met iemand. Kijk, het is niet zo dat ik nooit mijn mening geef, maar ik ga niet tot het uiterste om gelijk te krijgen. Met stroop vang je meer vliegen dan met een mepper. In mijn tijd bij Baan had ik soms te maken met lastige mensen. Ik kon dan twee dingen doen: „Je moet en zult me gehoorzamen” of zo goed en zo lang mogelijk argumenten gebruiken. Wat me altijd voor ogen stond, is dat een besluit goed moet zijn voor het geheel van de organisatie. Is een beslissing eenmaal genomen, dan moet je er ook niet meer naar omkijken want dan ben je een politieagent in plaats van een coach.
In die tijd heb ik ook geleerd om alles op te pakken. Niet: dat kan ik niet of dat past niet bij me of dat is beneden mijn niveau of te hoog gegrepen. Je pakte alles op wat voor je voeten kwam.”
U vertelt geen soft verhaal. Dit gaat over management.
„Misschien komt dat ook door de wijze waarop Bijzondere Noden werkt. Lokale organisaties en de lokale kerk voeren het werk uit en wij ondersteunen daarbij. Ik heb nooit met mijn voeten in de modder gestaan. Natuurlijk heb ik leed gezien en ben ik in rampgebieden geweest. Maar dan ben je in een toeschouwersrol.
Ik wil graag iets betekenen voor mijn medemens, maar ik geloof vast dat emoties niet de boventoon moeten voeren in de hulpverlening. Dan ga je verkeerde keuzes maken. Als je helpt, help je professioneel.”
U beoordeelde ook steunaanvragen. Hebben ratio en emotie weleens met elkaar gestreden?
„De beslissing over wie er ter plaatse hulp krijgt, laten we altijd over aan de lokale partnerorganisatie of kerk. Overigens is de kerk vaak de stabielste factor in een rampgebied. Het is een centrum van waaruit de zaken weer opgepakt worden. Door de hulpverlening gaat er een goed getuigenis uit van de kerk en van de God van de kerk. Daarom is het ook zo fijn dat Bijzondere Noden een kerkelijke organisatie is. Wij zijn de handen van de kerk, dat is onze missie.
In Peru ontmoetten we een jongetje dat in erbarmelijke omstandigheden leefde en ook nog eens een ongeluk had gekregen waarbij zijn kaak was verbrijzeld. Ik was in staat om te zeggen: we helpen hem. De hulpverleningsorganisatie was echter huiverig. Met de 5000 dollar die je aan hem zou besteden, kon je ook honderden mensen een maand lang te eten geven. Je staat op dat moment op een kruispunt. Help je die ene of help je er velen? Een moeilijke beslissing. Ik heb altijd geluisterd naar de lokale mensen. Zij hebben de expertise, niet ik. Je moet ervoor uitkijken dat je met een westerse bril lokale problemen analyseert en oplossingen bedenkt.”
Dat is waarschijnlijk waarom een algemeen secretaris „goede interculturele communicatieve en sociale vaardigheden” nodig heeft, zoals in de advertentie voor uw opvolger staat.
„Zeker. Wat er ten tweede mee bedoeld wordt, is: realiseer je dat de buitenlandse kerken waarmee je samenwerkt niet allemaal de Gereformeerde Gemeenten zijn. Je mag je eigen gedachtegoed voorstaan, maar je moet oppassen met het betweterige vingertje. Ik zal een voorbeeld geven.
Amerikaanse christenen hebben een vreselijke hekel aan roken en drinken. Tegelijk stappen ze gemakkelijk voor hun werk op zondag in het vliegtuig. Het hoort bij de functie dat je daarmee kunt omgaan. Ik zeg niet dat je er begrip voor hoeft te hebben. Begrip tonen komt voor mij te dicht bij goedkeuren. Ik zal ook altijd helder zijn over ons standpunt. Wij hebben een vrij strikte sabbatsopvatting, die vind je op maar weinig plekken. Ik vind het heel fijn dat er een dag is waarop ik niet aan mijn werk hoef te denken en daar ook niet toe word verleid. De zondag kan ik helemaal besteden aan de dienst van de Heere en aan mijn familie.”
Bent u ook zaken gaan relativeren door uw contacten met buitenlandse christenen?
„Wat je gaat relativeren, is de maatstaf waarmee je in Nederland bepaalt of mensen christen zijn of niet. Die maatstaf kun je in het buitenland niet altijd gebruiken. Het materialisme heeft in onze kringen enorme invloed uitgeoefend. Als ik zie wat christenen wereldwijd belangeloos voor een ander doen denk ik aan wat Jakobus zegt: Toon mij uw geloof uit uw werken. Moet ik dan nagaan of ze alle stukken wel kennen? Wij mogen in Nederland blij zijn met onze cultuur en tradities, maar we kunnen die niet kopiëren naar een land als Cuba of de Dominicaanse Republiek, waar mensen totaal anders christen zijn.”
Is het van belang om te onderscheiden wie een waar christen is en wie niet?
„Als ik bad tot God was het altijd mijn wens: Mag ik Uw werk zien in datgene wat we doen. Op die manier beoordeel je ook de contacten met mensen. Ik zeg beoordelen, niet veroordelen. Ergens moet er herkenning zijn. De vonk slaat over of niet.
Ik ben in Papoea geweest, in een zendingskerk die nog maar kortgeleden het heidendom achter zich heeft gelaten. Wij hebben hier in Nederland een schat aan doorwrochte stukken die in honderden jaren tijd tot stand zijn gekomen. Zoals wij dingen verwoorden, kunnen zij dat absoluut niet. Maar de Heere werkt overal. Juist door het zien van eenvoudige kenmerken voel je je hartelijk met hen verbonden. Ik heb mogen zien dat God niet alleen God is van christenen in de Gereformeerde Gemeenten maar van christenen over de hele wereld. Ik ben altijd een beetje huiverig als er gesproken wordt over het bezitten van de enige ware leer. Wat is dan je maatstaf? De maatstaf is Gods Woord en de openbaring van Zijn Geest. De Heere is veelzijdiger dan wij denken. De kern van het relativeren is misschien: leren onderscheiden wat hoofd- en bijzaken zijn. Ik geloof dat er orde is in de manier waarop de Heere Zijn volk leidt. De drie stukken komen in het leven van een christen op enigerlei wijze terug. Wel zit er een culturele spanning in. En last but not least: wij zijn christen omdat onze ouders christen waren. Wij zijn aan ’t handje meegenomen. Iemand die jarenlang netjes in het spoor van vader en moeder heeft gelopen is anders christen dan een bekeerling vanuit de islam of het heidendom. Er zijn zeker accentverschillen. Ik heb altijd geprobeerd een open houding aan te nemen. Ik zal niet vlug veroordelen. Wel beoordelen.”
U verruilt het deputaatschap voor de lokale politiek. Waarom?
„Dit besluit heeft me moeite gekost, dat mag je best opschrijven. Ik ben ervan overtuigd dat de Heere het werk voor Bijzondere Noden op mijn weg heeft geplaatst. Kon ik dat werk nu zomaar neerleggen om wethouder te worden? Ik kreeg geen briefje uit de hemel. Tegelijk heb ik mogen concluderen dat dit de weg van de Heere is. Ik merkte dat het dagelijks overbruggen van de woon-werkafstand veel energie kostte. Minimaal een uur heen en een uur terug. Dat is ook bijna werken. Door de drukte op de weg moet je veel beter opletten dan een aantal jaren terug. De reizen naar het buitenland vergden behoorlijk veel van mijn lichaam. Ik heb last gehad van een bacterie die mijn gewrichten aantastte. Bij het ouder worden neemt ook je kwetsbaarheid toe. Bovendien zijn er familieomstandigheden die tijd en aandacht vragen. Wanneer je veel reist, is dat verre van ideaal. In maart kwam ik met 241 voorkeurstemmen in de gemeenteraad. In de kerk zongen we vers 6 van de Morgenzang: „Sterk leraars, sterk onz’ overheid, in ’t werk, door U hun opgeleid.” Dat gaf rust. Ik verlaat het erf van Gods Koninkrijk niet. Al is het op een andere manier, ook in de politiek ben je bezig met het werk in Gods Koninkrijk.”
Leen van der Maas
Leen van der Maas (1958) groeide op in het Zeeuwse Waarde en woont sinds dertig jaar in Elspeet. Vanaf 1982 werkte hij in de it en deed hij internationaal ervaring op. In 2006 begon Van der Maas als algemeen secretaris van het deputaatschap tot hulpverlening in bijzondere noden van de Gereformeerde Gemeenten. Hij is gehuwd en heeft twee zoons, van wie er één is getrouwd. Sinds vorig jaar maakt Van der Maas deel uit van de schaduwfractie van de SGP in Nunspeet. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in maart kwam hij met voorkeurstemmen in de raad. Vandaag is hij beëdigd als wethouder met in zijn portefeuille financiën, onderwijs, ict, gebouwen en agrarische zaken.
In Kerkbreed wordt iedere week een persoon aan het woord gelaten over een actuele gebeurtenis of ontwikkeling in de breedte van het kerkelijk leven. Vandaag: Leen van der Maas, algemeen secretaris van de diaconale hulpverleningsorganisatie van de Gereformeerde Gemeenten. Sinds deze week is hij wethouder in Nunspeet.