Het college zei geen redenen te zien waarom ze niet weer als alternatief genezer aan het werk zou mogen. Deze uitspraak werd met gejuich ontvangen door Van Deth en haar familieleden en vrienden die ook bij de uitspraak aanwezig waren. Sinds het vonnis vorig jaar zat zij zonder werk thuis.

De holistische vroedvrouw begeleidde vrouwen thuis bij hun bevalling, ondanks het verhoogde risico en ondanks waarschuwingen van het ziekenhuis of gynaecologen. Het ging om tweelingen of stuitliggingen, bevallingen die normaal gesproken in het ziekenhuis moeten gebeuren. Maar deze vrouwen hadden een conflict met het ziekenhuis, of geen vertrouwen in de gynaecoloog.

„Ik was de laatste in de rij voor deze vrouwen. Anders waren ze zonder begeleiding gaan bevallen. Wat had ik moeten doen?”, zei Van Deth eerder deze maand tijdens de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) vond echter dat Van Deth over de hele linie van haar professie tekortschoot. „De wens van een patiënt mag nooit een reden zijn om onverantwoorde zorg te leveren en dat is precies wat mevrouw Van Deth heeft gedaan.”

De uitspraak van donderdag is overigens een tussenvonnis, omdat het Centraal Tuchtcollege niet binnen de gebruikelijke termijn tot een vonnis kon komen. Wanneer het eindvonnis volgt, is nog niet bekend.