CU, SGP en D66 bieden steun, omdat de bezuinigingen waarmee de nieuwe WMO gepaard gaat worden verzacht. Daardoor kan zo’n driekwart van de groep matig dementerenden en van de mensen met een verstandelijke beperking die in beperkte mate zelfredzaam zijn in zorginstellingen blijven wonen, net zoals nu al het geval is. Gemeenten krijgen vooral volgend jaar extra geld voor cliënten die tot en met het eind van het overgangsjaar 2015 nog oude rechten kunnen doen gelden op de toegang tot dagbesteding.

Het akkoord dat VVD, PvdA, D66, CU en SGP hierover vorige week sloten zorgt ervoor dat het organiseren van dagbesteding niet abrupt, maar geleidelijk naar gemeenten overgaat. Maar volgens SP, GroenLinks, CDA en PVV is het akkoord een wassen neus. CU-woordvoerster Dik-Faber kreeg te horen dat partijleider Slob met veel bombarie had gerept over „meer geld voor de dagbesteding.” Misleidend, vond GL-Kamerlid Voortman; de dagbesteding wordt met honderden miljoenen gekort, zij het dat de bezuinigingen iets worden verzacht.

PVV-woordvoerster Agema hield Dik-Faber voor dat het kabinet volgend jaar maar 5 miljoen uittrekt om de capaciteit in zorginstellingen voor matig dementerenden en niet-zelfredzame gehandicapten op peil te houden. „Nou, nou, nou, 5 miljoen”, aldus Agema. Dik-Faber legde daarop uit dat de betaalbaarheid van de instellingscapaciteit voor deze patiënten pas na 2015 gevaar loopt. „De reeks loopt op van 5 tot 70 miljoen.”

SGP’er Van der Staaij werd gekapitteld over het schrappen van de financiële tegemoetkoming voor woningaanpassingen voor volwassen kinderen met een handicap. Ook zou hij het advies van de Raad van State aan het kabinet om de WMO zorgvuldig in te voeren, hebben veronachtzaamd. „Terwijl dat advies in zijn kringen toch wel zwaar weegt”, zo wreef CDA-woordvoerster Keijzer hem in.

SP-woordvoerster Siderius bracht een CU/SGP-amendement van vorig jaar in herinnering, waarin Slob en Van der Staaij zich mordicus uitspreken tegen het inperken van de vrije artsenkeuze. Vorige week polste het kabinet beide partijleiders met de vraag of zij onder voorwaarden toch niet bereid zijn de nu vrijwel onbegrensde keuzevrijheid van de patiënt wat aan banden te leggen, zodat zorgverzekeraars zorg van ondermaats presterende instellingen niet meer hoeven te vergoeden.

Siderius wilde weten wat er precies was besproken, maar werd afgehamerd. „We hebben het nu over de WMO”, zei Kamervoorzitter Van Miltenburg.