Kerk & religie

NIK al 200 jaar op de bres voor Joden in Nederland

Ongeletterd, arm en sterk verdeeld. Dat waren de Joden in 1814. Om hun emancipatie te bevorderen, richtte koning Willem I het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap op. Tweehonderd jaar later is die missie voltooid. Het NIK is uitgegroeid tot een zelfbewuste organisatie. Maar wel één met een diepe wond.

22 April 2014 15:47Gewijzigd op 15 November 2020 10:13
Ruben Vis. Beeld, Sjaak Verboom
Ruben Vis. Beeld, Sjaak Verboom

De verbondenheid met het land Israël is zichtbaar in de werkkamer van Ruben Vis (47), in het Joods Cultureel Centrum in Amsterdam. Aan de muur boven zijn bureau hangen kaarten van het beloofde land. Een vitrine staat vol met souvenirs, zoals een bord, mok en tegels en boekrollen met Hebreeuwse teksten.

De Amsterdamse Jood –zijn familie kwam in de zeventiende eeuw vanuit Duitsland naar Nederland– is al meer dan vijftien jaar secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK), de overkoepelende organisatie van Joodse gemeenten in Nederland.

Vlot en met interessante anekdotes vertelt hij over het NIK. „Weet je waarom we Israëlitisch heten? Het woord Jood had een negatieve klank. Bovendien verwijst Israëlitisch naar de Israëlieten uit het Oude Testament. Daarmee wilde de staat aangeven dat de toenmalige Joden een rechtstreekse lijn hadden met de Joden in de Bijbel.”

De term kerkgenootschap is bedacht door de overheid, omdat de staat in die tijd nog vanzelfsprekend een christelijke macht was, vertelt Vis. „Joden moesten zich op dezelfde manier organiseren als christelijke kerkgenootschappen. Ze aanvaardden dit, maar deze naam was duidelijk niet hun eigen keus.”

De inburgering van Joden is voltooid, het werk van het NIK echter niet. De belangrijkste taak van de organisatie is tegenwoordig het versterken van de Joodse identiteit, zegt Vis. „Het Jiddisch als spreektaal van de Nederlandse Joden is verdwenen. Het Hebreeuws in de liturgie is echter gebleven. Om mee te doen in de sjoel of om thuis de Joodse gebeden op te zeggen is het belangrijk dat Joden het Hebreeuws leren lezen of dat materialen vertaald worden. Daarin spelen wij een belangrijke rol.”

Ter illustratie legt hij een gloednieuw Joods gebedenboek op tafel. ”Sjabbatsidoer” staat er op de hemelsblauwe kaft. Alle gebeden zijn behalve in het Hebreeuws ook fonetisch afgedrukt, met een korte toelichting erbij in het Nederlands. „Om mee te doen, moet je de regels kennen. Met dit laagdrempelige gebedenboek willen we jongeren die zich minder thuis voelen in de sjoel, meer betrekken bij de dienst. Het is heel goed ontvangen door de Joodse gemeenten.”

Ook behartigt het NIK de Joodse belangen bij de overheid en maatschappelijke organisaties. Dat is „hard nodig. De ruimte voor minderheden zoals wij is in Nederland niet langer vanzelfsprekend. Denk aan het debat over ritueel slachten in 2011. Om dat gebruik te behouden, daar moesten wij voor vechten. En er kan zich zo weer iets voordoen.”

Hoe omschrijft u het Nederlandse Jodendom?

„Het is klein –er leven in Nederland tussen de 30.000 en de 40.000 Joden–, divers en goed georganiseerd. Veel Joden komen oorspronkelijk uit België, Duitsland, Oostenrijk, Israël, Irak of Rusland. De Shoah heeft onmiskenbaar een grote stempel op onze gemeenschap gedrukt. Wij leven nog steeds in de schaduw van deze bitterste vorm van antisemitisme.”

Zwijgend kijkt Vis voor zich uit. Dan, met een stem vol emotie: „Wij woonden 350 jaar in vrede in dit land. We waanden ons er veilig. Toen deden ze ons dit aan. De Holocaust heeft een diepe wond in de Joodse volksaard geslagen.”

Waaraan merkt u dat?

„In gesprekken met Joden komt er altijd een scheiding naar voren: voor of na de oorlog. Het Joodse leven dat we nu in Nederland hebben, zie ik als iets bovenmenselijks. De gemeenschap was na de oorlog klein en geschonden. Veel Joden waren hun baan kwijt, hadden familieleden verloren. Alleen met veel inspanning en hard werken is het Joodse leven weer opgebouwd. Dat is een ongelooflijke prestatie.”

Een wonder?

Aarzelend: „Toen de Israëlieten uit Egypte werden geleid, klaagden en mopperden ze in de woestijn. Het is moeilijk om iets wat je zelf waarneemt, een wonder te noemen.”

Hoe staat het Jodendom in Nederland er getalsmatig voor?

„Het aantal Joden neemt af. Dat heeft een demografische oorzaak: Joden krijgen minder kinderen dan vroeger. Omdat de Joodse gemeenschap klein is, kiezen Joden vaker een niet-Joodse partner. Bovendien is er geen sprake meer van massa-immigratie. Het aantal leden dat tot het NIK behoort, daalt eveneens. Daarin spelen de secularisatie en de individualisering een grote rol. Zodra iemand niet meer religieus is, betekent dit echter niet dat iemand ophoudt Jood te zijn.”

Is er nog orthodox-Joods leven mogelijk buiten Amsterdam?

„Natuurlijk heeft het de voorkeur om je kind naar een Joodse school te laten gaan, en die bevindt zich alleen in Amsterdam. Natuurlijk heeft het de voorkeur om dagelijks met tien Joodse mannen het gebed uit te spreken in een synagoge, en dat gebeurt alleen nog in Amsterdam. Maar voor de rest kan iemand ook buiten Amsterdam traditioneel Joods leven.”

Het ideaal bij de oprichting was te komen tot één Joods-nationale stroming. In hoeverre is dat gelukt?

„Het is ons als Joden lange tijd gelukt om één te blijven. Met de toenemende individualisering in de 21e eeuw is er een einde aan die eenheid gekomen. In 1931 werd het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom opgericht. Dat telt nu zo’n tien gemeenten, met zo’n 3700 leden. Verder bevindt zich in Amsterdam de Portugees-Israëlitische gemeente, de oudste Joodse gemeenschap van Nederland, met circa 600 leden. Overigens is er binnen het Jodendom altijd veel discussie geweest. Er is een spreekwoord dat luidt: twee Joden, drie meningen.”

Wat doet die verdeeldheid met u?

„Tja, wat moet ik daarover zeggen? Het is nu eenmaal niet anders. Het is een vrije keus van mensen. We hebben overigens goed contact met de bestuurders van andere stromingen, ondanks onze theologisch verschillende kijk op het Jodendom. Wij gaan uit van de eigen kracht van het NIK. Daar investeren we in.”

Zo’n 80 procent van de Joden is geen lid van een kerkgenootschap. Hoe gaat het NIK hiermee om?

„Wij ontplooien praktische initiatieven om het Jodendom dichter bij de mensen te brengen, zoals het uitbrengen van een laagdrempelig gebedenboek. Maar het probleem zit dieper. De samenleving heeft geen moreel kompas. Wij proberen ethische bakens neer te zetten als het gaat om de waarde van geld, de kwetsbaarheid van de mens, de eindigheid van het leven. Het komt er in het Jodendom op aan betekenis te geven aan je daden. We hopen dat dit mensen aan het denken zet.”

Hoeveel ruimte is er voor Joden in Nederland?

„De ruimte voor religieuze rechten in Nederland neemt af. Mensen vinden het steeds moeilijker begrip te tonen voor uitzonderlijke gedragingen die zijn gebaseerd op een goddelijk voorschrift, zoals het ritueel slachten. Dat baart ons zorgen. Kunnen wij aan bepaalde religieuze verplichtingen niet voldoen, dan raakt dat ons in ons geloofsleven. Ik denk dat dit probleem sterker bij Joden speelt dan bij christenen, omdat onze godsdienst is gebaseerd op het uitvoeren van regels.

Het is ontzettend belangrijk dat Nederland godsdienstvrijheid kent. Juist om godsdienstige minderheden als ons te beschermen. Tegelijkertijd hebben wij de taak om de samenleving duidelijk te maken wat onze drijfveren zijn.”

Volgens Bart Wallet, historicus en kenner van het Jodendom in Nederland, is het NIK in de loop der jaren orthodoxer geworden. Bent u het daarmee eens?

„Door de opkomst van progressieve stromingen in het Jodendom is het NIK inderdaad orthodoxer geworden. Als de liberalen vertrekken, blijven de meer religieuze Joden over. Daarbij speelt nog een internationale dimensie. Na de Tweede Wereldoorlog is de orthodoxe Joods-chassidische stroming, die oorspronkelijk afkomstig is uit Oost-Europa, steeds sterker geworden. Momenteel zijn er in de wereld tientallen grote chassidische gemeenschappen. De meeste zijn goed georganiseerd en maken gebruik van de digitale en mondiale mogelijkheden. Deze beweging is van grote invloed op het Jodendom, ook in Nederland. Ik zie het als een teken van het groeiende zelfbewustzijn van Joden.”

Wat heeft 200 jaar NIK opgeleverd?

„Het heeft de Joodse gemeenschap in Nederland eenheid, herkenbaarheid en stabiliteit gebracht. Bovendien is het NIK een broedplaats van Joodse initiatieven. Momenteel zijn we bezig met de ontwikkeling van een Joodse digitale leeromgeving. Joodse kinderen krijgen met leeftijdsgenoten les in een virtuele klas. Daarmee werkt het NIK niet alleen aan de toekomst, het borduurt ook voort op het feit dat Joods onderwijs al 200 jaar in het hele land wordt verzorgd.”

Hoe ziet u de toekomst van de Joden in Nederland?

„Als ik denk aan het feit dat de Joden meer dan veertig jaar na de uittocht uit Egypte het beloofde land binnengingen, dan valt de toekomst moeilijk te voorspellen. Als ik denk aan de trots en de glorie bij de viering van het 325-jarig bestaan van de Joodse gemeente in Amsterdam in 1935, dan valt de toekomst moeilijk te voorspellen. Als ik denk aan het feit dat drie jaar na concentratiekampen zoals Bergen-Belsen de Joodse staat is opgericht, dan valt de toekomst moeilijk te voorspellen.”


NIK 200 jaar

Het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap werd op 26 februari 1814 opgericht door koning Willem I om de integratie van Joden in Nederland te bevorderen. Tot die tijd had iedere Joodse gemeente een grote bestuurlijke autonomie. Op het hoogtepunt in 1877 vertegenwoordigde het NIK 176 gemeenten. Steeds meer Joden migreerden echter naar de grote stad. Voor de oorlog was het aantal Joodse gemeenten daardoor teruggelopen tot 139. Nu zijn er nog 25 NIK-gemeenten, met in totaal ruim 5000 leden, onder andere in Amsterdam, Rotterdam, Groningen en Amersfoort. Sinds 1999 is Ruben Vis secretaris. Voorzitter is Jaap Hartog. Het 200-jarig bestaan wordt in september gevierd met een landelijke bijeenkomst voor alle Joodse gemeenten die zijn aangesloten bij het NIK.


In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een bepaalde gebeurtenis of ontwikkeling in de breedte van het kerkelijk leven. Vandaag: Ruben Vis, secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK), dat dit jaar 200 jaar bestaat.


Lees meer in Digibron

Kort geding om rapport over rituele slacht (Reformatorisch Dagblad, 24-06-2011)

Deel Joods archief weer terug – interview met Ruben Vis (Reformatorisch Dagblad, 07-01-2003)

“Klimaat voor Joden wordt slechter” (Reformatorisch Dagblad, 12-06-2002)

Israëlitisch kerkgenootschap blij met teruggave archief (Reformatorisch Dagblad, 17-05-2001)

Shmuel Spiero wordt ambulante rabbijn voor joods Nederland (Reformatorisch Dagblad, 07-11-1998)

Orthodoxe joden stellen bestuur open voor vrouwen (Reformatorisch Dagblad, 13-02-1998)

,NIK verwordt tot seculiere organisatie” (Reformatorisch Dagblad, 01-05-1997)

Wethouder Vis volgt Sanders op als secretaris NIK (Reformatorisch Dagblad, 12-04-1997)

Joodse hulp bij nieuwe bijbelvertaling van NBG (Reformatorisch Dagblad, 28-05-1991)

Meer over
Serie: Kerkbreed

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer