Kerk & religie

Begerig

18 December 2003 09:37Gewijzigd op 14 November 2020 00:49

Al reizende en sprekende, kwamen zij bij een zeker water. Daar de kamerling Filippus van de doop had horen spreken en daarnaar ook begerig was geworden, kreeg hij het water eerder in het oog dan Filippus. Dat was ook geen wonder, want hij had er het hoogste belang bij. Nu zag hij immers het middel om, indien Filippus het goed zou vinden, gedoopt te worden door Filippus, die hij als Gods gezant en verkondiger van de zaligheid had leren kennen.Deze begeerte om met een aandeel aan Christus verzegeld te worden, had Gods Geest door de prediking van Filippus in zijn hart gewerkt. In het bijzonder voegt de kamerling er nog bij: Wat verhindert mij gedoopt te worden? Zo verklaart de Moorman dat er van zijn kant niets was dat hem zou verhinderen om gedoopt te worden. Zijn hart was onder het horen en spreken van Filippus opgewekt om gelovig naar Jezus uit te gaan. Uit te gaan naar die Jezus, Die hem verkondigd was en Die hij in Zijn dierbaarheid had leren kennen.

Hij wilde het echter wel, ter beproeving, aan Filippus overlaten, want die had hem Jezus als de grote Zaligmaker in Zijn dierbaarheid gepredikt. Daarom zegt hij: Wat verhindert mij gedoopt te worden?

Franciscus Kuyper, predikant te Woudrichem (De eersteling van Morenland, 1738)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer