Vijge woont en werkt in Florida, maar was deze week even terug in Nederland. Onder andere om een handjevol Tweede Kamerleden te informeren. Dat gebeurde donderdagmorgen in Den Haag, opmerkelijk genoeg achter gesloten deuren in de Suze Groenewegzaal van het Kamergebouw. „De politici waren benieuwd naar onze opleiding. En het geluid, dat is natuurlijk een terugkerend thema. Een F-35 maakt een dieper, zwaarder geluid dan de F-16.” Er is volgens Vijge door de politici niet achterom gekeken naar het jarenlange en moeizame aankoopproces van de F-35. „Het juiste besluit is genomen.”

Minister Hennis maakte in september vorig jaar bekend 37 exemplaren van de F-35, ook bekend als de Joint Strike Fighter, voor een maximumbedrag van 4,5 miljard euro te willen kopen. Nederland bezit al twee testtoestellen, de F-001 en F-002.

Op 18 december maakte Vijge vanaf Eglin Air Force Base in Florida met de F-001 als eerste Nederlander een vlucht in de F-35. Helemaal alleen, omdat er geen tweezitters van de F-35 bestaan. „De simulator is heel realistisch, dus in het echt zijn er weinig verrassingen. Ook in de simulator kun je links, rechts en achter je kijken. Als er een motorbrand wordt gemeld, is er zelfs een rookspoor te zien.”

Inmiddels heeft hij 30 uur in de cockpit van het gloednieuwe gevechtsvliegtuig achter de rug. Als grootste verschil met de F-16 noemt Vijge het motorvermogen. „Een F-35 accelereert als een raket. En er zijn met dit toestel klimhoeken te bereiken die in een F-16 ondenkbaar zijn. Er is nauwelijks sprake van luchtweerstand doordat er geen uitstekende delen zoals wapens of brandstoftanks aan het toestel zitten.”

Besturen is één, maar het leren schieten met de F-35 staat nog in de kinderschoenen. „Nachtvliegen staat de komende tijd op de agenda. En pas volgend jaar komt het afwerpen van explosieven aan de beurt.”

Vijge zet in Florida samen met zijn collega Bert de Smit de opleiding voor Nederlandse vliegers en grondpersoneel op. De Smit maakte vorige week als tweede Nederlandse piloot een vlucht met een F-35. Hij deed dat in een Amerikaans toestel. „Op Eglin staan twee Nederlandse toestellen en 27 Amerikaanse. We vliegen in elkaars toestellen. Verschillen zijn er niet.”

Als Vijge zijn Amerikaanse collega’s vertelt dat er onderdelen uit Nederland in een F-35 zitten, kijken ze hem vol ongeloof aan. „Zo van: dat belooft niet veel goeds. Maar dankzij bedrijven als Stork en Fokker zit er een vernuftig staaltje Hollandse techniek in het toestel.” Zo maakt Fokker de zogenaamde inflight opening doors; deuren die tijdens de vlucht open en dicht kunnen. „Af en toe raak ik even een deur aan. Dan denk ik: made in Holland.”