Charismatisch vuur verdeelt Amerika
NASHVILLE. De charismatische beweging verspreidt „vreemd vuur” en vormt dé bedreiging van deze tijd, stelt de Amerikaanse predikant John MacArthur. Michael Brown verdedigt in een reactie het „authentieke vuur” van deze stroming. „Opwekking geeft altijd controverse.”
In Amerika spelen zich verhitte discussies af rond een recent verschenen boek van MacArthur, ”Strange Fire. The Danger of Offending the Holy Spirit with Counterfeit Worship” (Nelson Books, Nashville). Volgens de predikant lasteren charismatischen in hun „namaakerediensten” de Heilige Geest. Zij hebben hun eigen gouden kalf geschapen, een afgod. De werkelijke Heilige Geest is geen elektrische energiestroom, noch een „irrationeel gebabbel” dat voor tongentaal moet doorgaan. „Elke dag prijzen miljoenen charismatischen een openlijk vals beeld van de Heilige Geest aan.”
MacArthur verwijt charismatische christenen dat ze de ervaring boven de Schrift stellen. Zij promoten on-Bijbelse ervaringen en beroepen zich op buiten-Bijbelse openbaringen, namelijk op het feit dat de Geest direct tot hen spreekt. „De Heere heeft mij verteld”, is volgens hem een lievelingscliché van op ervaring gerichte evangelicalen. Charismatischen zouden nieuwe openbaringen en profetische inzichten belangrijker vinden dan de Bijbel. Theologie, studie, gezonde leer en confessionele documenten worden als overbodig en hinderlijk afgeschreven, stelt John MacArthur.
Michael Brown, directeur van de Fire School of Ministry, schrijft in zijn pas verschenen boek ”Authentic Fire” (Excel Publishers, Lake Mary) dat men niet de hele charismatische beweging als demonisch en vals kan wegzetten vanwege enkele excessen. De beweging kent een niet te verontschuldigen aantal schandalen, zoals op financieel en seksueel gebied, zo erkent Brown, maar heeft ook een nieuwe honger naar het Woord gebracht, een nauwere relatie met Jezus en de ontdekking van de gaven en de kracht van de Geest.
Essentieel voor de ware geestelijke vroomheid is het kennen van Gods Woord en Gods kracht, aldus Brown. „Het een zonder het ander te kennen, leidt tot dwalingen en extremen. Geen van beide kennen, is fataal. Jezus benadrukte het belang van beide.” Charismatischen leren dat er niet alleen verstandelijke kennis nodig is van God, maar ook dat God ervaren moet worden, ook in Zijn heerlijkheid, zo citeert hij diverse puriteinen.
Jonathan Edwards, die een belangrijke rol speelde in de Great Awakening (opwekking) in de 18e eeuw, benadrukte dat opwekkingen niet beoordeeld moeten worden naar excessen en dwalingen, maar naar het ware werk van God. Diens criticus Charles Chauncy stelde dat er destijds helemaal geen opwekking plaatsvond. „Het lijkt alsof de historie zich herhaalt”, aldus Brown.
Brown verwijt MacArthur een „grote, blinde vlek voor het krachtige werk van de Geest.” Erken het werk van de Heilige Geest dat Hij wereldwijd in de charismatische beweging doet, adviseert hij.
Het is volgens Brown onmogelijk om een rustige en onbestreden opwekking te hebben. „Je kunt controverse zonder opwekking hebben, maar geen opwekking zonder controverse.”