Buitenlanders als probleem
Zijn buitenlanders een probleem of wordt er een probleem van gemaakt? Veel mensen zijn het wellicht in hun hart met Wilders eens dat het beter zou zijn wanneer er minder Marokkanen in Nederland waren.
De tijd is voorbij dat de multiculturele samenleving vooral als een verrijking en vooruitgang werd gezien. De komst van grote groepen buitenlanders naar ons land bleek onmiskenbaar ook allerlei nadelen te hebben. Nadelen die vooral door de lagere sociale groepen gevoeld werden. Zij kregen immers die buitenlanders als buurman of als concurrent.
Nu hebben we altijd een toestroom van immigranten gehad, zoals Nederlanders zich ook elders vestigden. In de 16e eeuw kwamen er veel calvinistische vluchtelingen uit de zuidelijke Nederlanden. In de 17e eeuw kwamen de hugenoten. Er is eeuwenlang een instroom vanuit Duitsland geweest. Hier was meer te verdienen dan daar.
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de Indische Nederlanders en de Ambonezen naar ons land. In de jaren zestig en zeventig werden gastarbeiders geworven in Turkije en Marokko. Ook kwamen grote groepen Surinamers hierheen, later gevolgd door Antillianen. Asielzoekers uit zeer uiteenlopende landen klopten hier aan. En dan hebben we ook nog ruim 1,5 miljoen westerse allochtonen. Met name de toestroom van Polen en andere Oost-Europeanen trekt de laatste tijd de aandacht.
Geen immigratieland
Toch heeft Nederland zichzelf nooit als immigratieland gezien zoals de VS, Canada of Australië. Dat gegeven is niet zonder betekenis. Al beschouwden de blanke Angelsaksische protestanten in die landen zich vaak wel als de kern van de natie, de anderen hoorden er toch ook bij. Van iedereen gold dat zijn roots overzee lagen.
Niet alle emigrantengroepen hadden in hun nieuwe vaderland dezelfde sociale status, maar iedereen werd als assimileerbaar beschouwd. Alleen de nazaten van de negerslaven vormden in dit assimilatieproces een problematische categorie. En niet te vergeten de oorspronkelijke bevolking. Indianen en Aboriginals werden vreemdeling in eigen land.
Assimilatie is succesvoller naarmate immigratie als een normaal verschijnsel wordt gezien, de nieuwkomers economisch inzetbaar zijn en de culturele afstand niet te groot is. Dat verklaart waarom de Marokkanen thans bij uitstek gelden als een probleemcategorie. Economisch zijn ze niet meer nodig, ze komen uit een minder ontwikkelde maatschappij en het zijn vaak strenge moslims die onze westerse maatschappij afwijzen. Bovendien beschouwt Nederland zich niet als een immigratieland. Eerder overheerst de gedachte dat het hier al vol genoeg is.
Turken gelden als minder problematisch dan Marokkanen. Vergeleken met Marokko is Turkije toch een meer ontwikkeld land. Daarom was voor de Turkse gastarbeiders de overgang minder groot. Zij nemen bovendien hun moslimgeloof een stuk makkelijker.
De tijdsfactor
Overigens werkt de tijd vrijwel altijd assimilatie bevorderend. Zo lopen hier tal van mensen rond met een wat donkerder huidskleur en/of een naam die buitenlands aandoet. Ze beschouwen zichzelf echter als Nederlander, spreken accentloos Nederlands (of een hier gangbaar dialect) en worden ook door hun omgeving als Nederlander gezien. Inderdaad hadden ze een opa of overgrootvader die van over de grens of zelfs van overzee kwam, maar dat is al lang geleden.
Het omgekeerde zie je bij nazaten van Nederlandse emigranten. Hun achternaam doet nog wel Nederlands aan, maar de taal is hun vreemd geworden en de binding aan het land van herkomst is inmiddels minimaal.
Onderscheiden emigranten zich ook qua godsdienst, dan remt dat de assimilatie. De godsdienst blijft in het nieuwe vaderland een factor die hen onderling verbindt en van de anderen scheidt. De nazaten van Nederlandse emigranten van gereformeerde signatuur hebben veelal de onderlinge band meer bewaard dan zij die rooms-katholiek, oppervlakkig protestants of onkerkelijk waren.
Zo is duidelijk dat Polen hier makkelijker zullen assimileren dan Marokkanen of Somaliërs en Belgen makkelijker dan Bulgaren. In ieder geval geldt dat assimilatie tijd vraagt en ook de bereidheid aan beide kanten om zich aan te passen.
Nu heeft de bereidheid om nieuwkomers te accepteren veelal zijn grenzen. Recent bleek een (krappe) meerderheid van de Zwitsers voor een immigratiequotum te zijn. Alom werd daar schande van gesproken. Maar bedenk wel: bijna een kwart van de bevolking in Zwitserland komt van over de grens. Dan kan men zich voorstellen dat een belangrijk deel van de Zwitsers dat zo langzamerhand wel genoeg vindt.
Gelijk en verschillend
Zijn alle mensen dan niet gelijk? Zeker wel. Dat is een fundamenteel gegeven. Maar tegelijkertijd geldt dat ze ook verschillend zijn. Vandaar dat wij de ene mens sympathieker vinden dan de ander. Ten opzichte van de een voelen we meer betrokkenheid dan ten opzichte van de ander. Dat mag. Gezinnen, families, vriendenkringen, geloofsgemeenschappen, volken etc. kenmerken zich door een bepaalde solidariteit met de eigen mensen en een zekere mate van distantie ten opzichte van buitenstaanders. Het tweede is een gevolg van het eerste.
In juridisch opzicht krijgt dat bijvoorbeeld gestalte in het erfrecht en het nationaliteitenrecht. Niet iedereen mag zich zomaar in Nederland vestigen. Wel hebben we binnen de EU afspraken gemaakt over de vrije vestiging van personen. Het kabinet is inmiddels teruggekomen op de voorgenomen strafbaarstelling van illegaliteit. Dat lag politiek moeilijk en zou weinig toevoegen aan het bestaande arsenaal. Maar principieel gezien is de maatregel wel te verdedigen. Als je hier illegaal bent, ben je in overtreding.
De Bijbel weet van families, stamverbanden, volken en godsdiensten die scheiding maken tussen mensen. Maar er is ook een verantwoordelijkheid voor de naaste dwars door alle groepsgrenzen heen. Denk aan de geschiedenis van de barmhartige Samaritaan.
Een probleem
Onmiskenbaar is er in Europa de tendens om buitenlanders als een probleem te zien. Wilders en zijn geestverwanten elders verwachten bij de Europese verkiezingen van volgende maand een flinke winst te boeken. Overigens zitten die nationalistische partijen niet in alle opzichten op één lijn. Sommige zijn antisemitisch. Wilders is dat zeker niet.
De gevestigde partijen hebben vaak moeite om een adequaat antwoord te vinden op de felle propaganda en de provocerende opstelling van deze radicale politici. In ieder geval is het van belang om het waarheidsgehalte van hun kritiek niet te negeren.
Het is onjuist en ook onverstandig om tegenover de (potentiële) aanhangers van Wilders te betogen dat de islam toch een te waarderen godsdienst is, dat er niets mis is met Marokkanen en dat we asielzoekers met open armen moeten ontvangen. Dan voelen zij zich miskend in hun zorgen en problemen en is het geen wonder als zij zonder aarzeling PVV stemmen.
Marokkanen in Nederland zijn nu eenmaal een problematische bevolkingscategorie. Zwaar oververtegenwoordigd onder de gevangenisbevolking. De overval in Deurne eind vorige maand is voor zijn aanhangers een argument te meer dat Wilders het bij het rechte eind had. Een veel terughoudender beleid ten aanzien van de komst van gastarbeiders en hun gezinnen was destijds verstandiger geweest. Dan hadden we nu minder Marokkanen gehad.
Maar gedane zaken nemen geen keer. Wie hier legaal is, waar hij ook vandaan komt, heeft zijn rechten die wij moeten respecteren. En lang niet alle Marokkanen zijn crimineel of moslimextremist. We hebben zelfs een Marokkaan als burgemeester van Rotterdam. Ook dat moet gezegd worden. Of een nieuw proces tegen Wilders zin heeft is zeer de vraag. Het vorige is immers op niets uitgelopen.