Economie

Ongelijkheid en groei hebben veel met elkaar te maken

Ongelijkheid en economische groei hebben veel met elkaar te maken. Dat leert in ieder geval het nieuwe boek van de Franse econoom Thomas Piketty.

Hans Stegeman
12 April 2014 09:42Gewijzigd op 15 November 2020 10:01
Ongelijkheid in de Westerse wereld neemt toe. beeld ANP
Ongelijkheid in de Westerse wereld neemt toe. beeld ANP

Als econoom die een beetje op de actualiteit is gericht, moet je iets zeggen over de nieuwste revelatie: het boek van de Franse econoom Thomas Piketty met de titel ”Capital in the 21st Century”.

Nog weinig Nederlanders zullen het ruim 600 bladzijden tellende boek uit hebben, omdat het pas sinds een week hier verkrijgbaar is. Ik ben zelf net voorbij de inleiding. De belangrijkste conclusies zijn al wel op verschillende plekken weergegeven. Ongelijkheid, en dan vooral vermogensongelijkheid, is in de westerse wereld bijna weer terug op het niveau van voor de Eerste Wereldoorlog.

Toen was de inkomensongelijkheid sinds het begin van de industriële revolutie op haar hoogtepunt. En een groot deel van die ongelijkheid komt niet door verschillen in loon, maar door erfenissen en het rendement op de vermogens. Daarnaast spelen de toegenomen topinkomens een rol.

In de periode van 1914 tot en met begin jaren zeventig nam de gelijkheid toe. Eerst door de fysieke vernietiging van vermogen en hyperinflatie. Na de Tweede Wereldoorlog groeiden de westerse economieën hard, waarbij die groei redelijk eerlijk werd verdeeld tussen kapitaal en arbeid. Ook werd een groot deel van de vermogenswinsten in veel landen wegbelast. Dit is ook de fase waarin de meeste economische theorieën zoals we die nu kennen zijn bedacht.

Sinds begin jaren zeventig neemt de ongelijkheid weer toe. Deze is in de Verenigde Staten alweer bijna even groot als in het Europa van 1913, toen de bovenste 1 procent meer dan de helft van al het vermogen bezat. Ook in Europese landen loopt de ongelijkheid op, en dan met name de vermogensongelijkheid. In Nederland bezit de bovenste 1,2 procent maar liefst 40 procent van alle rijkdom.

De reden waarom vermogen sneller groeit dan het gemiddelde inkomen is volgens Piketty dat het rendement op vermogen gemiddeld genomen hoger is dan 
de economische groei, gecombineerd met een westers beleid dat in veel landen, met de VS voorop, minder bezig was met herverdeling.

Het lijkt erop dat deze trend de laatste jaren nog sterker is geworden, onder meer als gevolg van technologische vooruitgang.

Een grote inkomensongelijkheid is niet alleen een politiek probleem. Het is ook een economisch probleem.

Twee dingen komen daarbij samen. Het punt van Piketty is dat het vermogen bij een gemiddelde economische groei gemiddeld sneller groeit dan het arbeids­inkomen. Bij lagere groei kan het verschil nog groter zijn.

Daarnaast heeft het IMF in een studie van begin dit jaar aangetoond dat landen met een grotere inkomensongelijkheid economisch minder goed presteren. Ergo, inkomensongelijkheid verzwakt de groei, en zwakke groei leidt tot sterkere inkomensongelijkheid.

En nu komen we op een dilemma dat voor Europa wellicht nog prangender is dan voor de VS. De economische groei zal waarschijnlijk in Europa de komende jaren in historisch perspectief laag zijn. Dit is een combinatie van de naweeën van de financiële crisis en, wellicht nog belangrijker, de vergrijzing. Dan is vooruitgang nog meer afhankelijk van innovatie, voor het grootste deel ict. En als dat nu juist de ongelijkheidsmachine is? Dan hebben we een probleem.

Dit is dus in eerste instantie een economisch probleem. Maar de oplossing bevindt zich in het hart van de politiek: er moet worden herverdeeld. En wel meer dan dat we nu doen. Maar die vrij onontkoombare conclusie is politiek nog lang niet getrokken. En die herverdeling moet ten eerste vooral over vermogens gaan.

Economisch een vrij goede optie daarbij is een hogere erfenisbelasting. Die verstoort bijvoorbeeld niet de beslissing van mensen om wel of niet te gaan werken.

Daarnaast moet ook de vermogensbelasting anders worden vormgegeven. En dat kan alleen maar in internationaal verband. Dát lijkt me nou een goed thema voor de Europese verkiezingen.

De auteur is hoofd internationaal onderzoek bij Rabobank Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer