Prof. Reitsma: Het Evangelie is altijd contextueel
APELDOORN. Geloof, kerk, theologie en Bijbelvertalingen zijn altijd contextueel. „Daarom is ”contextualisatie” geen nieuw fenomeen. Maar het wordt vandaag wel actueel en zelfs spannend, zelfs in verband met de islam.”
Dat betoogde prof. dr. Bernhard Reitsma donderdagavond tijdens een lezing voor de studentenvereniging van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA).
De hoogleraar kerk in de context van de islam aan de Vrije Universiteit gaf in zijn lezing ”Contextualisatie, noodzaak, praktijk en grenzen” voorbeelden van contextualisatie. „Iconen uit de Byzantijnse cultuur of schilderijen van Afrikaanse of Palestijnse schilders geven heel verschillende beelden van Jezus. Niemand kan uitmaken wat valse of echte beelden zijn, omdat het niet bekend is hoe Jezus eruitzag.” Hij benadrukte dat God Zelf niet contextueel is, maar geloof en theologie wel. Puur Evangelie, los van iedere context, bestaat niet en zou ook nietszeggend en niet communicatief zijn.
Volgens de hoogleraar is er vooral de laatste twintig jaar aandacht gekomen voor de contextualiteit van kerk en theologie. Zending wordt niet meer gezien als het overbrengen van een ‘neutraal’ Evangelie naar een andere cultuur. Zendelingen zijn zich ervan bewust dat hun boodschap door hun eigen cultuur bepaald is.
Prof. Reitsma wees ook op de keerzijde. „Enerzijds is het Evangelie nooit los verkrijgbaar en dus altijd contextueel. Maar anderzijds is het ook kritisch ten opzichte van de context. Dat leidt meteen tot de vraag: Wat is ware en getrouwe contextualisatie, en wat niet?”
Hij noemde de menswording van Jezus het basisprincipe van contextualisatie. Hoewel Jezus een man was en tot het Joodse volk behoorde, overstijgt Hij het Jood-zijn. Heidenen hoeven dan ook niet eerst Jood te worden om bij God te horen.
De hoogleraar wees op de apostelen, die met veel moeite tot dit inzicht kwamen. Zo kunnen mensen ook leren inzien dat het Evangelie niet uitsluitend in een westerse context kan gedijen, maar in een andere cultuur net zo goed een eigen vorm kan krijgen.
In dit verband ging hij uitvoerig in op moslims die in een islamitische context volgeling van Jezus worden. „In een islamitische cultuur is het niet zo gemakkelijk om van geloof te veranderen als in de westerse wereld. Het islamitisch geloof is vanaf de geboorte gekregen en staat zelfs op je paspoort. Daarom is het in de moslimwereld bijna onmogelijk om van religie te veranderen, omdat religie helemaal verweven is met de sociale context.”
Tijdens de discussie werd de vraag besproken of de vormen van doop en avondmaal absoluut en onvervangbaar zijn, of contextueel en zodoende ook door andere vormen vervangen kunnen worden. Prof. Reitsma stelde dat in een Afrikaanse cultuur waar het gieten van water op een vrouw als een vloek geldt, een ander ritueel ingevoerd zou moeten worden.