Binnenland

Kijkje achter de schermen bij de verbouwing van Utrecht CS

Treinreizigers lopen af en aan op Utrecht Centraal Station: gehaaste zakenmensen, een bejaard echtpaar, scholieren. Ongehinderd vervolgen ze hun reis, terwijl achter de schermen een ingrijpende verbouwing in volle gang is.

Bart van den Dikkenberg

9 April 2014 20:59Gewijzigd op 15 November 2020 09:57
UtrechtCS zoals het er moet uit komen te zien. beeld Benthem Crouwel Architects
UtrechtCS zoals het er moet uit komen te zien. beeld Benthem Crouwel Architects

Utrecht CS is tot eind 2016 één grote bouwput. Hoofdaannemer Besix verbouwt het station tot een ov-terminal die berekend is op 100 miljoen reizigers per jaar – tegen 65 miljoen vorig jaar. Met de klus is 317 miljoen euro gemoeid.

„We verbouwen met de winkel open. Dat vraagt wel heel wat overleg tussen de aannemers, spoorbeheerder ProRail en de Nederlandse Spoorwegen”, verzekert Evert Morren, uitvoerder van onderaannemer ITN Installatietechniek uit Ede, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor alle installatiewerk op het station. „Ik vind het indrukwekkend hoe gesmeerd alles loopt.”

De oude stationshal maakt plaats voor een nieuwe, de sporen worden vernieuwd en de perrons krijgen een facelift, terwijl de treinen gewoon blijven rijden. De reizigershal is al gedeeltelijk vernieuwd; het golfpatroon in de nieuwe overkapping is al duidelijk te herkennen. Winkels zoals AH to go, Bruna en Starbucks huizen voorlopig nog in tijdelijke bouwwerken. „Ze zijn onlangs weer verhuisd naar een nieuw onderkomen, zodat het volgende stuk van de hal kan worden aangepakt”, weet Morren.

Monteurs zijn met een hoogwerker bezig met het maken van een tijdelijke overkapping. Die moet reizigers beschermen tegen vallend puin wanneer de oude constructie wordt gesloopt.

De uitvoerder schuift een bouwhek opzij. Over een recent gestorte vloer bereikt hij een tijdelijke deur. De deurkruk is van een speciale soort: deze bevat drukknoppen met een toegangscode. De uitvoerder draait daar zijn hand echter niet voor om.

Terwijl de stationshal netjes, schoon en prima toegankelijk oogt, gaat er achter de deur een heel andere wereld schuil: die van een bouwput. De oude stalen constructie is half gesloopt; stukken verroest ijzer hangen troosteloos naar beneden. Een slap afhangende goot heeft ook betere tijden meegemaakt. Even verderop staan containers halfvol met verroest staal, kunststof en bouwpuin te wachten tot de slopers weer arriveren. „Het sloopwerk doen we vooral ’s nachts”, vertelt Morren. „Dan gaat het spoor dicht en moet de spanning van de bovenleiding af.”

Het vergt een uitgebreide procedure om dat aan te vragen, weet de uitvoerder. ITN is daar nauw bij betrokken. Het installatiebedrijf moet vooraf kabels en leidingen omleggen. „Het station moet wel blijven draaien. We maken geen vrienden als de stroom ineens uitvalt. Vervolgens moet de spanning van de kabels in het oude gebouw eraf. Als er stroom op blijft staan terwijl er gesloopt wordt, kan dat voor levensgevaarlijke situaties zorgen.”

Torenkraan

Achter de stationshal gaat de bouw gewoon door, onzichtbaar voor de reizigers. Terwijl de treinen af en aan rijden, zijn bouwvakkers op de nieuw aangelegde vloer bezig stalen pilaren te plaatsen waarop het nieuwe dak komt te rusten. Een torenkraan manoeuvreert de grijze kolommen uiterst nauwkeurig op hun plek. Met zware moersleutels draaien monteurs de palen vast. Installateurs van ITN bevestigen in de palen aansluitingen voor onder meer elektriciteit en de omroep­installatie.

Verderop hamert een drilboor overtollig beton weg en is iemand bezig met een snijbrander. „Daar is goed te zien waar de vloer van de reizigershal voorheen stopte”, geeft Morren aan. „De oude vloer is blijven liggen. Hier, aan de noordkant van het station, zijn daar nog eens tientallen meters bijgekomen.”

De reizigershal wordt dus flink groter. Er komen ook meer winkels in dan nu het geval is. De uitvoerder wijst op een constructie van roodbruin gemeniede stalen profielen. „Die telt twee etages. Onderin komen de winkels en boven zullen restaurants en grand cafés zich vestigen.”

Sommige perrons zijn al aangepast aan het nieuwe ontwerp. Een gebogen lichtgrijs dak rust op schuingemonteerde stalen palen. In het dak zitten zonnepanelen, wijst Morren. „Daarmee wekt het station een deel van zijn eigen elektriciteit op.”

Op de perrons ontkomen treinreizigers niet helemaal aan overlast door de bouwactiviteiten. Als er een trein is vertrokken zetten bouwvakkers snel een perron af. Een kraan steekt over. Bouwmaterialen bungelen aan kabels aan zijn bak. Reizigers wachten geduldig tot het voertuig is gepasseerd en vervolgen daarna hun weg, alsof er niets is gebeurd.

Vanaf het perron gaat de uitvoerder van ITN de trap af naar de reizigerstunnel die onder de sporen door loopt. „Nu zal ik je eens wat laten zien”, belooft hij. Halverwege de tunnel opent hij een deur. Daarachter blijken nog veel meer tunnels schuil te gaan.

Krachtstroom

Links en rechts liggen rollen met dikke kabels en staan trolleys met afval. Een groepje gehelmde bouwvakkers passeert in het schemerdonker. Hun pauze zit er op.

Morren opent halverwege een stalen deur. Daarachter gaat een ruimte schuil zo groot als twee woonkamers, die grotendeels wordt gevuld met een lange rij stalen kasten met meters en schakelaars. „Dit is een van de twee hoofdverdelers van de elektriciteit van het station. Deze wordt gevoed vanuit drie erboven staande transformatoren die de binnenkomende spanning van 10.000 volt omzetten naar krachtstroom van 400 volt.”

De 400-voltleidingen zijn niet rond, maar vierkant. Om de koperdraad is een dikke laag kunststof geperst. „Ze kunnen een stroomsterkte van 1000 ampère aan, veertig keer meer dan de zekeringen in de meterkast thuis.”

De leidingen lopen door een buisvormige, bijna manshoge tunnel onder het hele station door. Deze is speciaal voor de nieuwbouw onder het station geboord, weet de uitvoerder. „Hierin lopen alle kabels en leidingen die voor de elektriciteit van de nieuwbouw nodig zijn.”

En als de stroom onverhoopt uitvalt, heeft het station dan een probleem? Morren schudt zijn hoofd. In een kelder aan de andere kant van het gebouw, in een gloednieuwe technische ruimte, staat een aggregaat dat wordt aangedreven door een Volvo zescilinder scheepsdiesel. „Reken maar dat horen en zien je vergaat als die aanslaat.” In de verdieping erboven huist een tank met 3000 liter diesel. Voordat die leeg is, moeten de problemen zijn opgelost.

Ook de sprinklerinstallatie wordt aangedreven door dieselmotoren; deze zijn van het Zuid-Koreaanse merk Doowon. „Als er brand uitbreekt, valt de elektriciteit vaak ook uit. Juist dan heb je de sprinklers nodig”, legt Morren uit.

„Het installatiewerk op het station is een flinke opdracht, die veel van ITN vraagt. Niet voor niets zit onze werkvoorbereiding op locatie, in een ruimte in buurt van hoofdaannemer Besix. Gaat er iets fout of zijn er wijzigingen, dan kunnen we daar direct op inspelen. De treinreiziger zal er weinig van merken. Tijdens deze verbouwing blijft de winkel gewoon open.”

www.itn.nlwww.benthemcrouwel.nl/portal_presentation/transport/utrecht-cs

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer