In alle branches van de industrie was sprake van een productiegroei. De toename was met 9,3 procent het sterkst bij de elektrotechnische en machine-industrie. Bij de voedings- en genotmiddelenindustrie kwam de groei uit op 1,5 procent.

Ten opzichte van de voorgaande maand groeide de totale productie, gecorrigeerd voor seizoens- en werkdageffecten, met 1,6 procent. In januari was nog sprake van een krimp van 2,3 procent op maandbasis.

Econoom Peter Hein van Mulligen van het CBS sprak van „positieve cijfers”. De industrie vertoont al een halfjaar een stijgende lijn en doet het daarmee beter dan veel andere sectoren, vooral de detailhandel. „Dat komt ook doordat industriële bedrijven veel exporteren”, aldus Van Mulligen. Economisch herstel begint doorgaans met een verbetering van de uitvoer.

„Laten we hopen dat dit een aantrekkende werking heeft op de rest van de economie”, zei Van Mulligen. Daarbij is het vooral van belang dat de stijgende productie zich ook gaat vertalen in meer banen. „Het vertrouwen bij ondernemers in de industrie is er, en het zit al een tijd in de lift. Ze zijn ook minder somber over de werkgelegenheid.”

De econoom sluit overigens niet uit dat eenmalige effecten de cijfers in vergelijking met vorig jaar licht hebben vertekend. „Carnaval bijvoorbeeld viel dit jaar in maart en vorig jaar in februari”, zei hij. „Er zit behoorlijk wat industrie in Brabant. Het is niet zo dat die bedrijven allemaal dichtgaan, maar veel mensen nemen dan wel vrij.”